De helft van de Syrische stad Aleppo is vrijdagnacht onder controle gekomen van gewapende rebellengroepen. Dat meldt de BBC op basis van de in het Verenigd Koninkrijk gevestigde mensenrechtenorganisatie Syrian Observatory for Human Rights (SOHR). Het regeringsleger heeft diens troepen opgedragen zich terug te trekken.
Drie Syrische regeringsbronnen melden aan persbureau Reuters dat het leger de belangrijkste toegangswegen naar de tweede stad van Syrië heeft afgesloten. Volgens SOHR is er op straat in Aleppo „nog geen kogel afgevuurd” en verliep de terugtrekking van het regeringsleger uit delen van de stad zonder gevechten.
Het verrassingsoffensief van de jihadistische rebellengroep Hayat Tahrir al-Sham (HTS) en gelieerde groeperingen, dat woensdag begon, zet gestaag door. Vrijdag bereikten de rebellen buitenwijken van Aleppo na het plegen van zelfmoordaanslagen met autobommen. Of zij inmiddels ook zijn doorgedrongen tot het centrum van de stad, is onduidelijk.
Luchtaanvallen
In de regio, in het noordoosten van Syrië, is de afgelopen dagen hevig gevochten. Volgens SOHR zijn zeker 277 mensen om het leven gekomen, onder wie 28 burgers. De meesten kwamen om door Russische luchtaanvallen.
Het is voor het eerst dat rebellen Aleppo binnentrekken sinds het leger van het Syrische regime onder president Bashar al-Assad de stad in 2016 heroverde. De rebellen claimen dat het nieuwe offensief een reactie is op de toegenomen luchtaanvallen van het Russische en Syrische leger. Het zijn de zwaarste gevechten sinds het staakt-het-vuren in 2020.
De rebellen krijgen steun van Turkije, dat in het noorden grenst aan Syrië. Volgens de Turkse regering hebben Rusland en Syrië met recente aanvallen „ongewenste en escalerende spanningen” veroorzaakt die ervoor hebben gezorgd dat het conflict in de regio weer is opgelaaid.
De Vlaamse tv-presentator Tom Waes (56) is in de nacht van vrijdag op zaterdag ernstig gewond geraakt bij een verkeersongeval. Dat bevestigt zijn management tegenover de Belgische omroep VRT. Hij is in kritieke toestand naar het ziekenhuis vervoerd, maar zou inmiddels buiten levensgevaar verkeren.
Waes botste net voor de Kennedytunnel op de Antwerpse ring met zijn auto tegen een een zogeheten botsabsorbeerder, dat daar stond om wegwerkzaamheden aan te geven. Hij zat bekneld en moest door de brandweer uit het voertuig worden bevrijd. Nadien is hij door hulpdiensten gereanimeerd. Bij het ongeval waren geen andere voertuigen betrokken.
Waes is in Nederland vooral bekend door zijn programma’s Reizen Waes, Kamp Waes en Het verhaal van Vlaanderen. Ook speelde hij als acteur in de succesvolle Netflixserie Undercover.
Aanvankelijk leek het bezoek van de Franse minister van Buitenlandse Zaken Jean-Noël Barrot aan Tsjaad zonder strubbelingen te verlopen. Vooraf roemde het Élysée het Centraal-Afrikaanse land nog als een „oude en belangrijke partner”. Tijdens het bezoek werd geen woord gerept over mogelijke fricties. Maar de opmerking van de Tsjadische president Mahamat Idriss Déby dat „Tsjaad zeer gesteld is op zijn soevereiniteit” bleek later een teken aan de wand.
Barrot was donderdagavond nog maar net vertrokken of de Tsjadische minister van Buitenlandse Zaken Abderaman Koulamallah kwam met een verklaring die in Frankrijk waarschijnlijk met ongenoegen is gelezen: N’Djamena schort de defensieakkoorden met Parijs op. De minister spreekt van „een historisch keerpunt”. „Het is tijd voor Tsjaad om zijn volledige soevereiniteit te bevestigen en zijn strategische partnerschappen te herdefiniëren op basis van nationale prioriteiten.”
De timing is symbolisch: het besluit werd genomen op de 66e verjaardag van de Republiek Tsjaad. Het land, waar de publieke opinie zich net als in andere landen in de regio steeds meer keert tegen Franse invloed, staat bovendien aan de vooravond van verkiezingen. Frankrijk blijft „een essentiële partner”, maar volgens Koulamallah moet de oude koloniale macht erkennen dat het land „volwassen is geworden”. Hij belooft een „harmonieuze transitie” en benadrukt dat „dit besluit op geen enkele manier de historische banden en vriendschapsbanden (…) ter discussie stellen”.
Parijs reageert koeltjes. Het ministerie van Buitenlandse Zaken laat weten kennis te nemen van het besluit, en stelt dat Frankrijk „voornemens is de dialoog voort te zetten”. Het is onduidelijk of de Fransen überhaupt geïnformeerd waren over de beslissing voor die wereldkundig werd gemaakt. Maar de gevolgen voor het land zijn groot: in Tsjaad staat de laatste Franse legerbasis van de Sahel-regio en er zijn duizend Franse militairen in het land gestationeerd. Het lijkt erop dat zij moeten vertrekken, hoewel nog onduidelijk is hoe en wanneer.
Historische banden
De aankondiging is zeer pijnlijk voor Frankrijk. Nadat onder andere Mali, Burkina Faso en Niger hun oud-kolonisator vorig jaar al de deur wezen, was Tsjaad overgebleven als dé partner van Frankrijk in dit deel van Afrika. Dit terwijl Rusland zijn macht in diezelfde regio steeds verder uitbreidt, onder meer door de aanwezigheid van Russische huurlingen in de landen waar de Fransen uit de gratie zijn gevallen.
Ook historisch gezien was Tsjaad zeer belangrijk voor Frankrijk — rijk vanwege zijn olievoorraden en strategisch gelegen in het hart van Afrika. Parijs gebruikte zijn woestijn voor militaire oefeningen en het land was talloze keren het startpunt van Franse militaire operaties in de regio. „Tsjaad is Frankrijks vliegdekschep in de woestijn en is cruciaal voor haar strategie in West- en Centraal-Afrika”, zei de Franse Afrika-kenner Rémi Carayol eerder tegen NRC.
Om de Franse belangen te beschermen, bleef Parijs na Tsjaads onafhankelijkheid in 1960 nauwe banden onderhouden met zijn problematische leiders. Onder wie de autoritaire Idriss Déby die Parijs middels meerdere militaire missies in het zadel hielp houden. Toen na diens overlijden in 2021 zijn zoon Mahamat Idriss de macht greep in wat velen beschouwen als een de facto coup, sprak president Macron zijn steun voor hem uit.
Liever Russen
Deze ‘dubbele standaard’ van Parijs voedde onder Tsjadiërs de al lang groeiende onvrede over de Franse aanwezigheid in hun land, die zij, net als hun Sahelburen ervaren als koloniaal en imperialistisch.
Voor Parijs is het besluit „een klap in het gezicht”, zegt Hoinathy Remadji, als onderzoeker verbonden aan het Institute for Security Studies in Ndjamena. Juist omdat het komt van een regime dat het al die tijd „met de ogen dicht” steunde. „Het toont hun onvermogen om zich aan te passen aan en te luisteren naar de lokale bevolkingen. Met hun steun aan impopulaire leiders, heeft Parijs zelf bijgedragen aan de roep om hun vertrek.”
Daar speelt Déby nu op in. Net als andere Sahellanden opent hij de deur voor nieuwe partners, waaronder Turkije, Hongarije en Rusland. Afgelopen januari vloog de president nog naar Moskou voor een bezoek aan Vladimir Poetin, die naar eigen zeggen de veiligheidssituatie in Tsjaad „nauwlettend in de gaten” hield. Door zich openlijk het hof te laten maken door Moskou, lijkt Déby partners als de Verenigde Staten en vooral Frankrijk uit te dagen.
Hoewel de aankondiging van de Tsjadische regering donderdagavond als een schok kwam voor analisten, wist Frankrijk dat zijn aanwezigheid in het land zeer gevoelig lag. Om beschuldigingen van neokoloniaal gedrag te voorkomen, bezweert Parijs al jaren dat Françafrique (het schimmige machtspolitieke en economische netwerk dat Frankrijk na de dekolonisatie opbouwde in zijn oud-koloniën in Afrika) niet meer bestaat. De Franse militairen zijn aanwezig „op uitnodiging van de lokale autoriteiten”.
En na Déby’s bezoek aan Moskou liet president Emmanuel Macron zijn persoonlijke gezant Jean-Marie Bockel onderzoeken hoe de Franse militaire afwezigheid kon worden afgebouwd. Zo wilde hij komen tot „een hernieuwd defensiepartnerschap (…) dat beantwoordt aan de behoeften die door onze partners zijn geuit en samen met hen is opgebouwd, met volledige eerbiediging van hun soevereiniteit”.
Volgens bronnen van persbureau AFP adviseerde Bockel het aantal militairen in Gabon en Senegal van 350 per land te doen afnemen tot zo’n honderd, in Ivoorkust van zeshonderd tot honderd en in Tsjaad duizend naar driehonderd. Het lijkt erop dat dit aantal nu naar nul gaat.
Als het aan de Senegalese president ligt, geldt dat straks ook voor zijn land, waar het ongenoegen over de Franse Afrika-politiek eveneens groot is. In een donderdagavond gepubliceerd interview met Le Monde zei Bassirou Diomaye Faye desgevraagd dat „het is niet zo dat omdat de Fransen hier sinds de slavernijperiode zijn, het onmogelijk is om het anders te doen.”
De helft van de Syrische stad Aleppo is vrijdagnacht onder controle gekomen van gewapende rebellengroepen. Dat meldt de BBC op basis van de in het Verenigd Koninkrijk gevestigde mensenrechtenorganisatie Syrian Observatory for Human Rights (SOHR). Het regeringsleger heeft diens troepen opgedragen zich terug te trekken.
Drie Syrische regeringsbronnen melden aan persbureau Reuters dat het leger de belangrijkste toegangswegen naar de tweede stad van Syrië heeft afgesloten. Volgens SOHR is er op straat in Aleppo „nog geen kogel afgevuurd” en verliep de terugtrekking van het regeringsleger uit delen van de stad zonder gevechten.
Het verrassingsoffensief van de jihadistische rebellengroep Hayat Tahrir al-Sham (HTS) en gelieerde groeperingen, dat woensdag begon, zet gestaag door. Vrijdag bereikten de rebellen buitenwijken van Aleppo na het plegen van zelfmoordaanslagen met autobommen. Of zij inmiddels ook zijn doorgedrongen tot het centrum van de stad, is onduidelijk.
Luchtaanvallen
In de regio, in het noordoosten van Syrië, is de afgelopen dagen hevig gevochten. Volgens SOHR zijn zeker 277 mensen om het leven gekomen, onder wie 28 burgers. De meesten kwamen om door Russische luchtaanvallen.
Het is voor het eerst dat rebellen Aleppo binnentrekken sinds het leger van het Syrische regime onder president Bashar al-Assad de stad in 2016 heroverde. De rebellen claimen dat het nieuwe offensief een reactie is op de toegenomen luchtaanvallen van het Russische en Syrische leger. Het zijn de zwaarste gevechten sinds het staakt-het-vuren in 2020.
De rebellen krijgen steun van Turkije, dat in het noorden grenst aan Syrië. Volgens de Turkse regering hebben Rusland en Syrië met recente aanvallen „ongewenste en escalerende spanningen” veroorzaakt die ervoor hebben gezorgd dat het conflict in de regio weer is opgelaaid.