Bijna 30 burgers en ruim 200 rebellen en militairen omgekomen in Syrië

Bij gevechten in het noordwesten van Syrië zijn de afgelopen drie dagen zeker 27 burgers om het leven gekomen, onder wie acht kinderen. Dat heeft David Carden, VN- coördinator voor de Syrische Crisis, vrijdag laten weten aan persbureau Reuters. De Syrische rebellengroep Hayat Tahrir al-Sham (HTS) begon dinsdag ten westen van Aleppo met een offensief, waarna Syrische en Russische gevechtsvliegtuigen bombardementen hebben uitgevoerd.

Volgens het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten zijn daarnaast zeker 215 rebellen en militairen om het leven gekomen. HTS zou zeker 135 mensen zijn verloren, het Syrische leger zo’n tachtig. Volgens de VN zijn meer dan 14.000 mensen op de vlucht geslagen vanwege het geweld. HTS is Aleppo tot op 2 kilometer genaderd en heeft vijftig dorpjes veroverd.

Carden zegt „zeer bezorgd” te zijn over de situatie in het noordwesten van Syrië, vlak bij de Turkse grens. „Burgers en civiele infrastructuur zijn nu doelwitten geworden”, aldus de coördinator. „Zij moeten beschermd worden door het internationaal humanitair recht.”

Het zijn de eerste serieuze pogingen van een Syrische strijdgroep om grondgebied te heroveren op het regime van Bashar al-Assad sinds 2020. HTS komt voor uit de Syrische tak van Al-Qaeda. Bij de Syrische burgeroorlog zijn sinds 2011 meer dan een half miljoen mensen om het leven gekomen.