Zilverwit kalium kan een enorme knal geven

Hoe je mensen omschrijft zonder fouten te maken of op tenen te gaan staan is tegenwoordig al een hele klus, met naast ‘hij’ en ‘zij’ ook ‘hen’ en ‘die’. Maar sommige elementen kunnen er ook wat van. Neem kalium, of potassium, zoals het ook wel heet. Welke voornaamwoorden dat element zelf verkiest is onbekend, maar de officiële naam is al een heel avontuur.

Wij noemen het alkalimetaal kalium, net als veel andere landen met een Germaanse of Slavische taal, maar in de Angelsaksische wereld en delen van Europa met Romaanse talen staat het element bekend als potassium. Dat was de naam die zijn ontdekker voorstelde, de Britse scheikundige Humphry Davy (1778-1829). Davy was een wetenschappelijke duizendpoot die ook tekende voor onder meer de uitvinding van een mijnlamp waarmee gevaarlijke gassen konden worden aangetoond (de davylamp). In 1807 had hij een primeur: het lukte hem om een metaal te isoleren door elektrolyse, een nieuwe techniek die toen furore maakte onder chemici. Met een serie batterijen wist Davy zuiver kalium vrij te maken uit kaliumhydroxide, die hij had verkregen uit pot-as, een zoutmengsel. Pot-as (in het Engels potash) ontstaat door verbrand hout of boombladeren te mengen met water en dat te verhitten. Vandaar de naam ‘potassium’.

Collega’s dachten er anders over. De naam ‘kalium’ deed toen al de ronde, door het werk van de Duitse chemicus Martin Klaproth. Tien jaar vóór Davy, in 1797, had hij het mengsel ‘pot-as’ ontdekt en geconcludeerd dat het een nieuw element bevatte, dat hij ‘kalium’ noemde maar niet kon isoleren. De naam ontleende hij aan het Arabische al-qalyah, ‘as van planten’. Toen het Davy met elektrolyse was gelukt, stelde zijn Duitse vakgenoot Ludwig Wilhelm Gilbert voor het kalium te noemen in plaats van potassium. De taalstrijd was nu een feit. In 1814 kreeg Gilbert bijval van de beroemde Zweedse chemicus Jacob Berzelius, die al een hele reeks elementen had ontdekt en geïsoleerd. Het schisma tussen de Angelsaksen, met aan hun zijde de Fransen, en de Germanen duurde voort. Het symbool K vond ingang, over de naam van het element werden de geleerden het niet eens.

Hitte of brand

Het past ook wel bij kalium/potassium, want het is een hoog-reactief element. In de natuur komt het dus niet in zuivere vorm voor maar in tal van verbindingen. Het reageert hevig met zuurstof en water, waardoor grote hitte of brand kan ontstaan. Olie op het vuur gooien mag dan geen goed idee zijn, petroleum over kalium is dat wél: om de explosieve reactie met water te voorkomen, moet zuiver kalium bewaard worden onder dempend petroleum. Ook contact met de huid kan schadelijk zijn, werken met kalium moet dus met handschoenen aan en gezichtsbedekking.

Mede door die hoge reactiviteit zijn de toepassingen van kalium legio. Kaliumnitraat wordt gebruikt in buskruit, kaliumcarbonaat bij de productie van glas, kaliumchloraat als oxidator in lucifers, kaliumchloride veel in kunstmest.

In het menselijk lichaam is kalium een van de elektrolyten en zorgt het onder meer voor de aanmaak van eiwitten en glycogeen. Voor voeding geldt een inname van 3.500 milligram kalium als de norm. Kalium komt voor in onder meer brood, aardappelen, melk en noten, groente en fruit – geen van alle explosief.