De hectische, onwerkelijke, eenzame weken na het bombardement

Het boek begint met een droom, altijd een minpuntje – een droomscène is nooit concreet, alles kan alle kanten op, alles blijft vaag – maar het is gelukkig een korte scène en daarna neemt het boek vaste vorm aan.

In 1941 werd Belfast binnen een maand drie keer uitgebreid gebombardeerd door de Duitse Luftwaffe. Die maand en die stad vormen het decor van Deze dagen, de vierde roman van Lucy Caldwell, die zelf in Belfast geboren is. Centraal staat het doktersgezin Bell, en in het bijzonder de bijna volwassen, nog thuiswonende dochters Audrey en Emma. Audrey is de conventionele van het stel: ze is verloofd met de jonge, veelbelovende dokter Richard maar heeft haar twijfels, zowel over hem als over haar toekomst. Emma is vrijwilligster bij een Eerste Hulppost en krijgt een geheime relatie met haar supervisor Sylvia.

Caldwell slaagt er goed in om de verwikkelingen van deze twee zussen, en de rest van het gezin, te schilderen tegen de achtergrond van – nee, natuurlijk niet tegen de achtergrond van de oorlog, ze zitten er middenin, hun levens worden omvergegooid door de gruwelijke gevolgen van de bombardementen. Maar zolang ze niet sterven, gaat hun leven door, met alle grote en kleine verwikkelingen die nu eenmaal bij het leven horen. Het zijn hectische, vreemde, onwerkelijke weken, eenzame weken ook, zeker voor Emma, die wanneer haar vriendin na een bombardement wordt vermist, aan niemand kan vertellen wat ze hadden en hoeveel ze voor haar betekende.

Hoogtepunt van de roman is de uitgebreide beschrijving van het tweede bombardement, en de gevolgen ervan, de zoektochten door het puin, de angst, het afwachten.

Twee dingen vallen op bij het lezen van deze roman. Ten eerste merk je gaandeweg hoe weinig contact de twee zussen met elkaar hebben, zonder dat er sprake is van conflict. Komt het überhaupt wel eens voor dat ze zich in dezelfde ruimte bevinden? Is die onderlinge afstand niet een beetje vreemd? Maar Caldwell weet wat ze doet. Als Emma en Audrey zich tegen het einde van de roman dan toch eens daadwerkelijk in een en dezelfde ruimte bevinden, de hal van hun ouderlijk huis, gebeurt iets dat wezenlijk en ingrijpend is: door iets uit te spreken wat Audrey zelf niet kan zeggen voorkomt Emma dat haar zus een keuze maakt die ze de rest van haar leven zal betreuren. En juist doordat de zussen in het voorgaande zo heel erg hun eigen gang gingen, is die scène zo indringend.

Minder geslaagd is de manier waarop Caldwell via gedachten en observaties van haar personages de lezer informatie geeft over Belfast en de tijd waarin het verhaal zich afspeelt. Er worden krantenberichten geciteerd, mensen hebben toevallig net de parate kennis om achtergrondinformatie te verschaffen, of horen viavia een veelzeggende anekdote over hoe er op hogere niveaus over de slachtoffers wordt gedacht. Dergelijke ingrepen komen gekunsteld en geforceerd over, omdat Caldwell hier niet uitgaat van haar personages maar van de informatie die ze via die personages wil overbrengen.

Toch begrijp je wat ze wil bewerkstelligen. Door die geïnjecteerde achtergrondkennis, en ook door aandacht te besteden aan personages die niet bij het doktersgezin horen, ontvouwt ze een panorama dat steeds breder wordt, en dat ervoor zorgt dat Deze dagen uiteindelijk niet gaat over een familie in oorlogstijd maar over een stad in oorlogstijd. De roman is een elegie voor en een ode aan het gebombardeerde Belfast en haar bevolking. Tegelijkertijd overstijgt de roman het historische kader waarin ze is gevat: vernietigde steden zijn van alle tijden, zeker ook van deze.