Nederland krijgt, als enige EU-land, een berisping van de Europese Commissie omdat het zijn begrotingstekort en schuld in de komende jaren te hoog laat oplopen. In de huidige kabinetsperiode valt de schade nog mee, maar in de jaren daarna groeit de schuld naar een niveau dat indruist tegen de nieuwe Europese begrotingsregels. Het was uitgerekend Nederland dat streed voor de uitwerking van deze regels.
De eurocommissaris voor Economische Zaken kan er de ironie wel van in zien. „Ik ga niet met mijn vinger naar iemand wijzen, maar er was één land dat om deze strikte regels vroeg”, zegt Paolo Gentiloni dinsdag in een zaal vol journalisten in Straatsburg, waar de Europese Commissie de resultaten presenteert. „Nu we die regels hebben, voeren wij ze uit.”
De berisping leidt niet tot sancties, maar het schenden van de EU-norm kan het wel moeilijker maken voor Nederland om tegen andere landen streng op te treden of om concessies te regelen in Brussel. Het kabinet heeft immers een flink verlanglijstje aan Europese wensen, zoals minder meebetalen aan de EU-begroting en meer uitzonderingen op landbouw- en migratievlak.
Meer ademruimte
Helemaal volledig is het plaatje dat Gentiloni schetst niet. Duitsland ijverde bij de onderhandelingen over de nieuwe begrotingsregels het hardst voor strenge afspraken. Namens Nederland speelde Sigrid Kaag als minister van Financiën echter wel een hoofdrol in de zoektocht naar een compromis.
In dit compromis krijgen Europese landen meer ademruimte dan vroeger om hun tekorten te dichten en belangrijke investeringen te doen, als ze duidelijk maken hoe ze dat verantwoord in een tijdsbestek van enkele jaren doen.
Daarbij telt de begroting op de lange en middellange termijn zwaar mee, en het is deze blik in de toekomst die Nederland in de problemen brengt. In de huidige kabinetsperiode blijft het begrotingstekort onder de 3 procent en de staatsschuld onder de 60 procent van het bruto binnenlands product (bbp), de doelen die alle landen gezamenlijk hebben afgesproken. Dat beeld verandert over veertien jaar: in 2038 is het jaarlijkse tekort naar verwachting opgelopen tot 4 procent en de staatsschuld tot 70 procent.
Er zijn andere EU-landen met fors hogere staatsschulden en grote begrotingstekorten. Tot dusver is Nederland echter het enige land dat op de middellange termijn niet aan de afspraken voldoet.
Aanbod
Het Centraal Planbureau had het kabinet al in september gewaarschuwd al voor dit scenario. Het CPB was zelf ook kritisch over de begroting, waarin „financiële lasten naar toekomstige generaties worden geschoven”. Overigens vallen de voorspelde begrotingstekorten de laatste jaren in Den Haag in de praktijk steeds fors lager uit. De vraag is wel of dit zo blijft.
Lees ook
Kabinet kan nog even rustig ademhalen
De Europese Commissie biedt de mogelijkheid aan landen om afspraken te maken over hoe het tekort precies wordt berekend. Ook kunnen landen er sinds het ingaan van de nieuwe regels voor kiezen meer tijd te nemen om hun begroting op orde te brengen: ze mogen er zeven jaar over doen, in plaats van de vier jaar die tot nu toe was afgesproken. Daar moeten dan wel economische hervormingen tegenover staan. Den Haag heeft van dit aanbod geen gebruik gemaakt.