De Israëlische regering heeft zondag een wetsvoorstel van minister van Communicatie Shlomo Karhi goedgekeurd, dat alle door de overheid gefinancierde organisaties verbiedt om met de progressieve krant Haaretz te communiceren of advertenties in de krant te plaatsen. De wet sluit aan bij de toenemende druk van de regering op media die kritisch berichten over de oorlog in Gaza. Wat betekent de nieuwe wet voor het voortbestaan van Haaretz en de persvrijheid in Israel? Vier vragen.
1
Wat voor krant is Haaretz?
Haaretz werd in 1918 opgericht, waarmee het de oudste krant is die in Israël verschijnt. De krant staat bekend om zijn onderzoeksverhalen met eigen nieuws, scherpe politieke analyses en kritische hoofdredactionele commentaren, en heeft zowel een Hebreeuwse als een Engelse editie. In 2022 had de krant het op twee na grootste marktaandeel in Israël (5 procent), ver achter de conservatieve krant Israel Hayom (31 procent), eigendom van de familie van de in 2021 overleden miljardair en casino-uitbater Sheldon Adelson (grote geldschieter en vriend van Trump) en de populaire tabloid Yedioth Ahronoth (24 procent).
Haaretz heeft meer invloed dan zijn kleine lezersschare doet vermoeden. Dat komt doordat de Engelstalige editie veel wordt gelezen door buitenlandse journalisten, waarnemers, hulpverleners en andere betrokkenen bij het Israëlisch-Palestijnse conflict. Volgens het Center for Research Libraries, een samenwerkingsverband van Amerikaanse bibliotheken, wordt Haaretz „beschouwd als de meest invloedrijke en gerespecteerde [Israëlische krant] vanwege zowel de nieuwsverslaggeving als het commentaar”.
De progressieve koers van Haaretz is te herleiden tot de Asjkenazische (Europese) Joden die aan de wieg stonden van de krant in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. Vooral belangrijk was Salman Schocken, een Joodse zakenman die nazi-Duitsland in 1934 inruilde voor mandaatgebied Palestina en die deel uitmaakte van een Joods-Arabische vredesalliantie. Hij kocht Haaretz in 1935, de krant is nog altijd grotendeels in handen van de familie Schocken. Tot de lezerskring behoren leden van de politieke, economische en culturele elite. Veel prominente Israëlische schrijvers, als Amos Oz en David Grossman, hebben in Haaretz gepubliceerd.
2
Wat is de aanleiding voor de maatregelen?
Volgens de regering is de wet een reactie op „de vele hoofdredactionele commentaren die de legitimiteit van de staat Israël en het recht op zelfverdediging schaadden. Met name de uitspraken die Amos Schocken, uitgever van Haaretz, deed in Londen, waar hij zijn steun uitsprak voor terrorisme en opriep tot het opleggen van sancties aan de regering van Israël”. Minister van Communicatie Karhi pleitte op het sociale mediaplatform X „voor een vrije pers en vrijheid van meningsuiting, maar ook voor de vrijheid van de regering om te besluiten geen geld te steken in opruiing tegen de staat Israël”.
In een toespraak in Londen vorige maand zei Haaretz-uitgever Amos Schocken dat Israël „een wreed apartheidsregime” aan de Palestijnen heeft opgelegd en „Palestijnse vrijheidsstrijders die Israël ‘terroristen’ noemt” bestrijdt. Nadat er grote ophef ontstond, kwam hij op zijn opmerkingen terug. „Voor de volledigheid, Hamas bestaat niet uit vrijheidsstrijders”, schreef Schocken op X. „Ik had moeten zeggen: terrorisme gebruiken is onrechtmatig. Het was een fout om dat niet te zeggen.”
Maar de Israëlische regering heeft al langer moeite met de berichtgeving van Haaretz, dat sinds 7 oktober 2023 een niet aflatende stroom kritische artikelen publiceert over premier Netanyahu, de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden en de oorlog in Gaza. Minister van Communicatie Karhi haalde uit naar de „defaitistische en valse propaganda” van Haaretz. En de extreemrechtse minister van Nationale Veiligheid Itamar Ben-Gvir noemde Haaretz „de krant van Hamas”.
Lees ook
Wat doe je in Israël met je kritiek als iedereen je dan een landverrader noemt?
3
Wat zijn de gevolgen voor Haaretz?
Haaretz reageerde strijdbaar op de nieuwe wet. „De opportunistische resolutie om Haaretz te boycotten, die vandaag in de regeringsvergadering werd aangenomen zonder enige juridische toetsing, is een nieuwe stap op Netanyahu’s reis om de Israëlische democratie te ontmantelen”, aldus een verklaring van de krant op X. „Net als zijn vrienden Poetin, Erdogan en Orbán probeert Netanyahu een kritische, onafhankelijke krant het zwijgen op te leggen. Haaretz zal niet aarzelen en zal niet veranderen in een regeringspamflet dat berichten publiceert die zijn goedgekeurd door de regering en haar leider.”
Omdat de resolutie niet juridisch is getoetst, is het de vraag of die overeind blijft als Haaretz die aanvecht bij de rechter. De rechterlijke macht heeft deze regering vaker teruggefloten. Ook is nog niet geheel duidelijk hoe de resolutie in de praktijk zal uitpakken. Hoeveel advertentie-inkomsten krijgt Haaretz van overheidsinstellingen? Valt hiermee een belangrijke inkomstenbron weg, of leunt de krant toch al sterk op abonnementen? Hoeveel overheidsbronnen zullen hun contacten met de krant volledig verbreken? En zijn journalisten van de krant ook niet meer welkom bij persconferenties van de regering? Veel moet nog blijken.
4
Hoe is het gesteld met de persvrijheid in Israël?
De persvrijheid in Israël staat al jaren onder druk, een trend die sinds de aanval van Hamas op 7 oktober 2023 alleen maar is versterkt. In reactie op het gevoel van existentiële dreiging in Israël, volgden de meeste Israëlische media het narratief van de Israëlische regering en bagatelliseerden kritiek op de militaire operatie van het leger in de Gazastrook. De weinige media die een andere redactionele koers varen zijn kleine, onafhankelijke kranten en websites zoals Haaretz, +972mag en Mondoweiss.
Eerder dit jaar sloot de Israëlische regering de kantoren van de Qatarese nieuwszender Al Jazeera in Jeruzalem en Ramallah op de Westelijke Jordaanoever omdat de zender een „spreekbuis van Hamas” zou zijn. Het verbond van Palestijnse journalisten veroordeelde het besluit. „Deze arbitraire militaire beslissing is een nieuwe schending van de vrijheid van de media, die de misdaden van de bezetter tegenover het Palestijnse volk aan de kaak stellen.”
De regering nam zondag ook een resolutie aan om staatspersbureau Kan binnen twee jaar te privatiseren, wat volgens The Times of Israël in feite neerkomt op een sluiting. Haggai Matar, de directeur van de onafhankelijke Israëlisch-Palestijnse nieuwswebsite +972mag, schreef in reactie op X dat sommige ministers Kan te onafhankelijk vinden: „In de woorden van een van de ministers: ‘Wat is het [staatspersbureau] waard als we het niet controleren?’”
Lees ook
Israël sluit lokale kantoren Al Jazeera, nieuwszender noemt besluit een ‘misdaad’