Waarom twee twintigers uit Sierra Leone in een rubberboot het Kanaal overstaken

Alex (25) en Suzan (22) weten dat het seintje van hun Zuid-Soedanese smokkelaar vandaag niet meer komt. Ze hangen rond op een met afval bezaaid grasveld vlakbij Grande-Synthe, een kuststadje tussen Duinkerken en Calais. Allebei dragen ze een zwarte capuchontrui: hij met een portret van Bob Marley, zij eentje van rockband 5 Seconds of Summer. Haar felroze muts steekt af tegen haar lange, zwarte vlechten.

De twee twintigers komen uit Sierra Leone en zijn een stel sinds hun tienerjaren. De zware reis die Alex en Suzan – hun achternaam is bekend bij de redactie – de afgelopen twee jaar hebben gemaakt, heeft hun liefde niet aangetast. Alex denkt dat Suzan „zomaar president kan worden, als ze de kans krijgt”. En Suzan zegt dat Alex „sterk is en nooit opgeeft”.

Ze zijn twee van de tienduizenden migranten die jaarlijks het Kanaal proberen over te steken met een rubberboot – het gevaarlijke slot van een vaak lange tocht door verschillende landen. Dit jaar haalden tot nu toe ruim dertigduizend migranten de overkant, maar er kwamen ook zeker zeventig migranten om het leven. Een recordaantal. Ze verdronken of raakten onderkoeld. Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk steken er steeds meer geld in om de migranten tegen te houden, maar krijgen amper grip op de mensensmokkelaars die de overtocht organiseren.

Het verhaal van Alex en Suzan is typerend voor veel migranten die besluiten hun leven te wagen in zo’n klein bootje. Vaak zijn ze vastgelopen in Europese asielprocedures en zien ze het Verenigd Koninkrijk als laatste kans op een beter leven. Soms hebben ze familie of kennissen in het VK of spreken ze een beetje Engels. Of ze hebben gehoord dat je in het VK makkelijker asiel krijgt en aan het werk komt dan in de Europese Unie.


Het kamp in Grande-Synthe

Tot hun oversteek lukt, brengen migranten die naar het VK willen dagen, weken of zelfs maanden door aan de Noord-Franse kust. Overal langs die kust zijn tentenkampen ontstaan, door een tekort aan opvangplekken en omdat de migranten in de buurt willen blijven. Calais is de bekendste plek, vanaf daar is de oversteek naar het VK het kortst. Maar tegenwoordig zijn er kampen te vinden van diep in België tot aan Dieppe, Normandië. De politie ontruimt af en toe een kamp, maar dan beginnen de migranten opnieuw op dezelfde plek of iets verderop.

De zogenoemde jungle waar Suzan en Alex ongeveer twee weken verblijven, ligt naast de autoweg van Grande-Synthe. Hoeveel migranten hier zitten, hangt af van het weer. Half september verblijven er volgens hulporganisatie Utopia 56 tussen de zevenhonderd en negenhonderd mensen. Als het kouder wordt, daalt dit aantal. De Iraniërs zitten het dichtst bij de autoweg. De Afghanen verblijven in tentjes vlakbij een kanaal, waarin veel migranten zich wassen. Migranten uit Vietnam en zuidelijke Afrikaanse landen zitten dieper het bos in.

In het kamp hangen overal mensen rond. Vooral jonge mannen, maar ook vrouwen en kinderen. Bezoek kijken ze onderzoekend aan – of ze slaan juist hun ogen neer. Ze slapen op het gras, in modderige opgooitenten of onder bouwsels van hout en zeil. De smokkelaars die de overtocht regelen, houden ook het kamp draaiende. Op een open plek verkopen ze kebab, elektrische sigaretten en powerbanks voor telefoons – met de pers praten ze niet.

Bijna elke dag komen non-gouvernementele organisaties langs met water, kleding of eten. De migranten lopen af en aan met bordjes eten en vergeelde jerrycans. Afval gooien ze op de grond. Er liggen menselijke uitwerpselen, ratten snuffelen rond. De smerigheid, de kou en de onrustige nachten vallen de migranten zwaar. Ze zien er grauw uit. ’s Avonds breken af en toe gevechten uit. In andere kampen is weleens geschoten door de bewapende smokkelaars.

Kamp van migranten (‘jungle’) bij het kuststadje Grande-Synthe. In de tenten verkopen smokkelaars spullen.
In het kamp zijn sigaretten, powerbanks en andere kleine spullen te koop.
Een hulporganisatie deelt kleding uit aan migranten die verblijven in het kamp in Grande-Synthe.
Foto’s Aurélien Goubau

Suzan: „In de supermarkt kijken ze ons met zo’n vieze blik aan. Ze halen hun neus voor ons op. Die mensen weten dat we in de bush wonen. Daarom ga ik er liever niet heen en wil ik eigenlijk ook niet meer met de bus.”

Het kustgebied is onherkenbaar veranderd sinds in 2020 het aantal migranten dat voor de Kanaalroute kiest hard begon te stijgen. Stukken bos zijn gekapt om kampen zichtbaarder te maken voor de politie. Langs kanalen, spoorlijnen en rond bedrijven staan metershoge hekken om te voorkomen dat migranten er hun tent opzetten of elektriciteit of water kunnen aftappen. In kanalen die op zee uitkomen zijn versperringen gebouwd om bootjes tegen te houden. Rondom de ingang van de tunnel onder het Kanaal is zeventig kilometer hekwerk geplaatst.

Sommige migranten veroorzaken overlast. In auto’s rond het kamp in Grande-Synthe wordt ingebroken, nu en dan worden vrouwen lastig gevallen. Busreizigers komen soms in de verdrukking door groepen migranten onderweg naar het strand.

Hekken in de buurt van Calais; bij het drukke busstation in Grande-Synthe, in de buurt van het geïmproviseerde vluchtelingenkamp, vraagt de politie migranten een volgende bus naar het strand te nemen. Foto’s Aurélien Goubau

In de hypermarché Auchan, op een kwartiertje lopen van het kamp in Grande-Synthe, kijken klanten geïrriteerd op als groepjes migranten binnenkomen. Een supermarktbeveiliger (die eigenlijk niet met de pers mag praten) maakt vier of vijf keer per dag mee dat migranten iets proberen te stelen, zegt hij. „Meestal kleding, warme jassen bijvoorbeeld, of eten. Soms alcohol.” Klanten klagen dat de supermarkt vuiler is geworden. „De migranten proberen zich soms te wassen in onze wc’s, maar dat mag niet.” Bij de toiletten zit nu een beveiliger.

Ook lokale burgemeesters zagen hun werk veranderen. Zo vertelt burgemeester Stéphane Pinto van het schilderachtige kustplaatsje Ambleteuse dat hij in de zomermaanden soms meerdere keren per week wakker wordt gebeld omdat een migrantenbootje in de problemen is gekomen. „Dan belt de brandweer met de mededeling dat er weer natte migranten zijn en we een zaal moeten openstellen.” Soms vangt Pinto dezelfde mensen een paar dagen later opnieuw op.

Lang bleven echte drama’s Ambleteuse bespaard, tot half september, toen een bootje op de scherpe kliffen botste. „Ik kreeg om 1 uur ’s nachts een telefoontje en ben meteen naar het strand gegaan”, vertelt Pinto ter plaatse – bij daglicht klotst de zee bedrieglijk kalm tegen de kust. „De acht lichamen waren op het zand in een rij gelegd, daarna werden ze in zakken gedaan. Het leek wel een oorlogsscène.”

Stéphane Pinto, burgemeester van Ambleteuse.
Foto Aurélien Goubau


De vlucht uit Sierra Leone

Alex: „In ons land heb je geheime genootschappen en Suzans familie wilde dat zij zich aansloot bij de Bondo Society.”

Suzan: „Volgens de traditie van dit genootschap moeten alle dochters in de familie een ritueel ondergaan. Ze snijden je clitoris af en veel meisjes gaan dan dood. Ik heb zelf ook twee meisjes zien sterven tijdens een ceremonie.”

Alex: „Suzan was meegenomen naar een plek in het bos waar ze die rituelen doen. Een buurvrouw vertelde waar ze was en ik heb haar daar weggehaald. Maar ik wist wat de consequenties waren. We waren daar niet meer veilig, we moesten weg. De Bondo-gemeenschap is machtig en heeft banden met de regering en de politie.”

Alex en Suzan vluchtten in november 2022 uit Sierra Leone. Het Bondo-genootschap en haar stiefmoeder zetten Suzan onder druk om met een oudere, rijke man te trouwen. Maar Suzan wilde met Alex zijn en vreesde de fysieke gevolgen van een besnijdenis.

Deze gebeurtenissen zijn voor NRC niet te verifiëren, maar een woordvoerder van kinder- en vrouwenrechtenorganisatie Plan International bevestigt dat de praktijken die Alex en Suzan beschrijven voorkomen in Sierra Leone, waar 83 procent van de vrouwen besneden is. „Het bijwonen van zo’n ceremonie en daarna de gemeenschap verlaten wordt gezien als een ernstige misdaad.” Volgens de Nederlandse Immigratie- en Naturalisatiedienst „genieten de Bondo-genootschappen sterke steun van politici”. Die zijn zelf ook vaak lid van zulke genootschappen.

In de jungle van Grande-Synthe heeft iedereen zijn vluchtverhaal. Een Afghaan op slippers vertelt in perfect Frans dat hij tolkte voor het Franse leger en daarom zijn leven niet meer zeker is in zijn thuisland, nu de Taliban daar weer de macht heeft. Een Iraanse twintiger vluchtte omdat hij gedemonstreerd had tegen de islamitische dictatuur. Een jongen uit Eritrea is vertrokken omdat hij „vrijheid wil”, die volgens hem niet bestaat in zijn land.

Het Verenigd Koninkrijk was geen vanzelfsprekende eindbestemming voor Alex en Suzan. Ze reden vanuit Makeni, midden in Sierra Leone, naar buurland Guinee en vlogen met een vals paspoort naar de Iraanse hoofdstad Teheran. Van daaruit bewogen ze zich langzaam richting de Europese Unie. Hun route hing van toevalligheden aan elkaar – en van wie ze onderweg tegenkwamen.

Na Teheran staken ze lopend de gevaarlijke grens tussen Iran en Turkije over. Vanuit Turkije reisden ze met een bootje naar Samos, Griekenland. Toen duidelijk werd dat ze daar geen asiel kregen, vertrokken ze naar het vasteland. Daar liepen de twee een Zuid-Soedanese mensensmokkelaar tegen het lijf die zichzelf Andrew noemde.

Onder zijn leiding begonnen ze met een groepje aan hun reis door Europa. Veel lopen, veel schuilen voor de politie, vaak op straat slapen, in de trein schuilen op het toilet. Dagen wachten tot het lukte om een grens over te steken. De grens tussen Bosnië en Kroatië vonden ze het heftigst. Daar loopt een buitengrens van de Europese Unie en de Kroatische politie staat bekend om een hardhandige aanpak van migranten.

Alex: „De politie daar heeft honden bij zich, en als die je ruiken is het mis. Ik ben daar bedreigd en geslagen door de politie. Soms schieten ze ook. En de hekken staan onder stroom.”


Alex: „Pas toen we in Frankrijk aangekomen waren, dachten wij aan het VK. We hebben nog geprobeerd om opvang te krijgen in Frankrijk. We hadden het zo koud en we waren moe. Maar Andrew zei dat hij voor ons had gebeld en dat het niet kon. Het VK was volgens hem onze enige optie.”

Veel migranten aan de Franse kust zijn het Verenigd Koninkrijk als mogelijke bestemming gaan zien nadat hun asielaanvraag in de Europese Unie werd afgewezen. Sinds het VK uit de EU is gestapt, geldt daar de Dublin-verordening niet meer: die regel houdt in dat asielzoekers maar in één EU-lidstaat asiel kunnen aanvragen, het land waar ze de EU-zone zijn binnengekomen. Andere lidstaten mogen asielzoekers terugsturen naar dat eerste land.

In de jaren dat het VK nog lid was van de Europese Unie kwam van die regel al weinig terecht. Nog geen 2 procent van de asielzoekers die met een bootje vanuit Frankrijk waren gekomen, werd teruggestuurd. Maar nu mag dat uitzetten terug naar een EU-land helemaal niet meer, tot het VK hier nieuwe afspraken over maakt met ‘Brussel’. Daar is voorlopig geen zicht op.

Informatie van ngo’s in verschillende talen over hoe de oversteek van het Kanaal te overleven.
Weg van het busstation van Grande Synthe naar het migrantenkamp buiten het stadje.
Provisorische tenten in het kamp.
Foto’s Aurélien Goubau-

Voor veel migranten in Grand-Synthe speelt dit mee in hun overwegingen om de oversteek te wagen. De Afghaanse Javid (16) vertelt in het Duits dat hij ondanks de onderdrukking in zijn thuisland en zijn jonge leeftijd geen asiel kreeg in Duitsland, waar hij vier jaar verbleef. „En ik weet dat als de Duitsers geen papieren geven, de Fransen dat ook niet doen.” Van Mohamed Reza Bakhshi (32), een getatoeëerde Afghaanse bodybuilder, werd de asielaanvraag in Denemarken afgewezen, waarna hij ook in Frankrijk geweigerd werd. „Ik heb 600 euro uitgegeven aan een advocaat, maar hij zei dat mijn kansen in de EU op waren.”

Het VK keurt bovendien asielaanvragen sneller goed dan de meeste EU-landen. Vorig jaar kreeg bijvoorbeeld 99 procent van de Afghanen bij hun eerste aanvraag een verblijfsvergunning, in de EU was dat gemiddeld 69,2 procent. „Europese asielprocedures zijn extreem complex en duren lang”, zegt migratie-onderzoeker Noémie Paté van de universiteit Institut Catholique de Paris. Volgens haar is het doel hiervan ‘sociale selectie’: het uitfilteren van degenen die deze complexiteit aankunnen. „Vaak zijn dat mensen uit hogere sociale klassen, die een advocaat kunnen betalen.”


De oversteek naar Dover

De beveiliging aan de Noord-Franse kustlijn is de afgelopen jaren fors toegenomen en het VK betaalt daaraan mee. Sinds 2014 sluiten Frankrijk en het VK bijna elk jaar een nieuw akkoord over betere samenwerking om illegale migratie op het Kanaal tegen te gaan. In het begin ging het om bedragen van enkele tientallen miljoenen per jaar, inmiddels betalen de Britten jaarlijks ruim 200 miljoen euro. Volgens Franse media is dat ongeveer 10 procent van wat Frankrijk zelf uitgeeft aan grensbewaking.

De Franse politie heeft aan de kust een team van achthonderd man sterk. ’s Avonds verschijnen overal politiebusjes. Er hangen camera’s bij havens en op de stranden. Helikopters en drones zoemen door de lucht. Maar de smokkelaars van Alex en Suzan wisten een gaatje te vinden: er is geen politie op het strand als zij in hun boot stappen. Wel worden ze vanuit de lucht in de gaten gehouden.

Alex: „Het water stond hoog in de boot en wij zaten in het midden, zonder reddingsvest. We kunnen niet zwemmen. Ik wilde om hulp roepen, zwaaien, er hingen een helikopter en een drone. Maar iedereen in de boot riep: niet doen, dan brengen ze ons terug.”

De politie houdt meer bootjes tegen dankzij de extra inzet, maar de oversteek wordt daar ook gevaarlijker van. Célestin Pichaud, coördinator bij hulporganisatie Utopia 56, vertelt dat hun aanwezigheid tot stress leidt op de stranden: „Er vertrekken vaker boten die niet helemaal zijn opgeblazen, of er breekt paniek uit aan boord waarbij mensen vertrapt worden.” Begin oktober overleed een tweejarig kind, waarschijnlijk verdrukt in het gedrang op de boot. Dezelfde nacht werden drie volwassenen vertrapt; ze verdronken in de laag water op de bodem van een andere boot.

Als de politie de migranten probeert tegen te houden, kan dat er agressief aan toe gaan. Zodra de politie er lucht van krijgt dat een bootje op het punt staat te vertrekken, en ze zijn er op tijd bij, steken agenten de boot met messen lek of gebruiken ze traangas. Af en toe komen getuigenissen naar buiten van migranten die zijn beschoten met rubberen kogels. Soms vechten migranten terug, bijvoorbeeld door stenen te gooien.

Veel migranten doen meerdere pogingen voordat het lukt af te varen. Ook Alex en Suzan gingen twee keer voor niks naar het strand. Na zo’n onderschepping krijgen migranten soms tijdelijk een plek in een opvang, in een gymzaal bijvoorbeeld, vaker spenderen ze een nacht op het strand om de volgende dag terug te reizen naar Grande-Synthe. Dan is het wachten op het volgende seintje. Een cyclus om gek van te worden, zegt de Afghaan Reza Bakhshi. „Ze willen ons hier niet hebben, dus waarom laten ze ons niet gaan?”

De derde keer lukte het Alex en Suzan wel. Ze vertrokken rond acht uur ’s avonds vanaf het strand en moesten door de branding waden om aan boord van hun boot te komen. Alex moest Suzan een stuk tillen omdat ze te zwak was. Uiteindelijk zaten ze met 76 personen aan boord: vier vrouwen en één jongetje, voor de rest mannen.

De lange, donkere uren op zee hebben diepe indruk op de twee gemaakt. Suzans handen trillen als ze erover vertelt. Onderweg zaten de passagiers zo dicht op elkaar gepakt dat iedereen steeds ruziede over zijn plekje. Het was koud en ze hadden geen eten of drinken bij zich. Suzan vroeg een paar keer of iemand alsjeblieft de kustwacht wilde bellen, maar dat wilden de anderen niet.

Alex: „Illegaal reizen is altijd gevaarlijk. Maar dit wens ik mijn vijanden nog niet toe. De smokkelaars liegen, ze zeggen tegen iedereen dat het een korte tocht is. Maar het duurde wel negen of tien uur.”

Zodra hun boot het Britse deel van het Kanaal had bereikt, werd die onderschept door de kustwacht. Die bracht de migranten naar Dover. Zo gaat het al ongeveer twee jaar – bijna geen bootje haalt nog zelfstandig de Britse kust. Op deze manier weet de overheid beter wie het land binnenkomt. En het is veiliger dan de migranten te laten ronddobberen op zee.


Het asielhotel in Stockport

In het Verenigd Koninkrijk vragen Alex en Suzan meteen na aankomst asiel aan. Ze komen in Stockport terecht, een stad vlak onder Manchester. Ze krijgen een kamer in het Britannia Hotel, een hotel midden in een woonwijk waar sinds 2015 asielzoekers worden ondergebracht. Eén man die bij hen aan boord zat tijdens de oversteek heeft hier ook een kamer. Alex had op de boot ruzie met hem, nu negeren ze elkaar. Het stel is vooral blij met het dak boven hun hoofd. Drie keer per dag krijgen ze eten aangeboden en er is wifi. Suzan heeft haar vlechten opnieuw laten doen, ze zijn nu blond.

De prijzen voor een plekje in een rubberboot verschillen per persoon en per nationaliteit. Volgens Britse media betalen migranten tussen de 1.200 en 3.200 euro voor hun oversteek. Alex en Suzan betaalden hun smokkelaar Andrew alleen met een gouden ketting en ring van Alex. Ondanks de traumatische overtocht nemen ze het Andrew niet kwalijk dat hij hen langzaam maar zeker richting de Franse kust heeft gedirigeerd. Sinds hun aankomst in het VK hebben ze niks meer van hem gehoord.

Alex en Suzan krijgen een kamer in hotel Britannia in Stockport, sinds 2015 in gebruik voor de opvang van asielzoekers.
Ze nemen de bus naar Manchester voor een afspraak met hun advocaat.
Foto’s Aurélien Goubau

Alex: „Ik zou hem graag spreken om hem te bedanken. Hij heeft ons ontzettend geholpen. Misschien is hij nu met anderen bezig, dat denk ik wel. Stel dat hij iets van 500 of 600 euro voor zijn werk krijgt, dan is dat veel geld waar hij zelf weer verder mee kan komen.”

Types als Andrew en de geheimzinnige organisaties achter hen maken illegale migratie zo ongrijpbaar voor de Franse en Britse overheid. De smokkelaars werken grensoverschrijdend: de boten, reddingsvesten en motoren worden volgens onderzoek van de BBC bijvoorbeeld te koop aangeboden vanuit pakhuizen in Duitsland. Handelaren beloven alles „binnen drie, vier uur” aan de Franse kust te kunnen leveren. De nieuwe Labour-regering in het VK wil inzetten op internationale opsporing van mensensmokkelaars, net zoals opsporingsdiensten potentiële terroristen in de gaten houden.

„Frankrijk en Engeland moeten weer om tafel om tot een nieuw akkoord te komen”, vindt de burgemeester van Ambleteuse, Stéphane Pinto. Hoe dat er precies moet uitzien, weet hij niet. „Maar het aantal doden neemt toe en dat raakt ons diep, dus niets doen is geen oplossing.” Alleen: de urgentie die lokale burgemeesters voelen, ontbreekt in politiek Parijs. De regering wil strenger immigratiebeleid, maar wil bovenal migranten uitzetten die illegaal in Frankrijk verblijven.


Een leven opbouwen in het VK

Suzan: „Ik wil het liefst de communicatie in en anders misschien iets met maatschappelijk werk. Ik hoop dat ik hier een opleiding kan volgen zodat ik snel een vak kan leren en aan het werk kan.”

Een aanzienlijk deel van de Britten, volgens een opiniepeiling zo’n 45 procent, denkt dat bootmigranten economische ‘gelukszoekers’ zijn die in het Verenigd Koninkrijk komen profiteren van de sociale voorzieningen. Dat ze bogus asylum seekers zijn, nep-asielzoekers. De werkelijkheid is complexer dan dat. Meer dan driekwart van de migranten die met een bootje naar het VK komt, krijgt asiel. Dat betekent dat ze in hun thuisland niet veilig zijn: omdat daar een gewelddadig conflict speelt of omdat ze risico lopen op vervolging vanwege hun religie, politieke overtuigingen of seksuele voorkeur.

Maar eerlijk is eerlijk, zegt de Iraanse Behnam Rafiei, geregeld is een asielaanvraag voor de migranten vooral een manier om in het VK te kunnen blijven. Rafiei vluchtte zelf tien jaar geleden uit Iran en helpt nu in Stockport asielzoekers en vluchtelingen die al een verblijfsvergunning hebben om hun weg te vinden in de Britse samenleving.

Rafiei is christelijk en vertelt dat ze bij zijn kerk vaak asielzoekers ontvangen die zich willen bekeren. „Het veranderen van godsdienst is een van de makkelijkste manieren om asiel te krijgen.” In hun land van herkomst, vaak islamitische landen als Syrië of Iran, lopen christenen risico op vervolging. „Ze komen jarenlang naar de kerk, soms wel vijf jaar. Maar zodra ze hun vergunning binnen hebben, zien we ze niet meer terug.” Hij keurt zoiets niet goed, maar heeft er wel begrip voor: „Ze halen dubieuze dingen uit, maar we hebben uiteindelijk toch allemaal recht op een beter leven.”

Hoe dan ook willen de meeste migranten het liefst werken en iets opbouwen in hun nieuwe land, zegt Behnam Rafiei. „Maar ze weten niet goed hoe. En de regels werken niet in hun voordeel: ze mogen bijvoorbeeld pas taalles volgen als ze hier langer dan zes maanden zijn.” Het is ook lang wachten tot ze mogen werken: pas als ze een verblijfsvergunning hebben of als hun procedure een jaar loopt. De achterstand bij het Britse ministerie van Binnenlandse Zaken is groot, op een eerste beslissing moeten asielzoekers gemiddeld 21 maanden wachten.

In Frankrijk bestaat het idee dat het VK asielzoekers aantrekt vanwege de grote informele economie en het feit dat het land geen identificatieplicht kent. „Als je zonder identiteitspapieren kunt werken, creëert dat een vraag”, zei toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Gérald Darmanin in november 2021, toen de Britten en Fransen naar elkaar wezen nadat bijna dertig migranten uit één boot waren verdronken.

Deels had minister Darmanin gelijk: het VK zet relatief weinig uitgeprocedeerde asielzoekers uit, zij gaan op in het schimmige deel van de arbeidsmarkt. Ze werken bijvoorbeeld in de bouw of als maaltijdbezorger. „Daar vraagt niemand naar je papieren”, zegt Behnam Rafiei. „Maar zodra je kinderen krijgt of ook maar iets van een sociale uitkering wilt aanvragen, heb je gewoon een verblijfsvergunning nodig. Er is geen hard bewijs dat migranten het gebrek aan identificatieplicht in het VK inderdaad als aantrekkelijk zien.

Alex en Suzan kunnen nog niet aan werken of studeren denken, hoe graag ze dat ook zouden willen. Ze hebben geen idee wanneer ze iets horen over hun asielaanvraag. De twee slijten hun dagen met rondhangen in het hotel en door de stad wandelen. Alex heeft in het hotel een aardige Syriër ontmoet met wie hij af en toe omgaat, maar Suzan voelt zich niet op haar gemak bij mensen uit de Arabische wereld. Ze heeft last van depressieve buien. Soms slaat ze met een vuist tegen de muur, laatst heeft ze haar telefoon kapot gegooid. Eind november heeft ze een afspraak bij een psycholoog.

Een paar weken na hun aankomst kregen ze een brief van het ministerie van Binnenlandse Zaken, waarin staat dat het VK overweegt om hun asielaanvraag niet van toepassing te verklaren omdat ze door ‘veilige landen’ als Frankrijk, Kroatië en Italië zijn gereisd en ze dáár asiel hadden kunnen aanvragen. Het VK heeft helemaal geen afspraken met deze landen over gedwongen terugkeer, maar de brief maakt vooral Suzan enorm ongerust.

Suzan: „Onze advocaat zei dat we ons geen zorgen moeten maken, dat ze ons niet naar Kroatië kunnen sturen. Maar Kroatië was zo naar. Als we voor eens in ons leven de kans zouden krijgen om ergens rustig te blijven… We zouden gaan werken, belasting betalen, alles. We willen een vreedzaam leven. Geen gedoe meer.”

Foto’s Aurélien Goubau