Jammen, neerschieten, hacken: wat kun je doen tegen aanslagen met drones?

Een vuurstraal daalt neer op het bos en maakt korte metten met iedereen die zich tussen de bomen verschuilt.

Het is geen drakenscène uit Game of Thrones, maar een vloeibaar thermiet spuwende drone die Oekraïense strijdkrachten inzetten tegen het Russische leger. Het filmpje circuleert sinds september op sociale media en past in een lange reeks frontvideo’s van drones die soldaten en militaire voertuigen uitschakelen met explosieven vanuit de lucht. Dood en verderf, verpakt in hardrock en snedige teksten: dat is oorlogspropaganda in de 21ste eeuw.

Huiveringwekkend. Vooral de wetenschap dat dit soort drones, in elkaar geknutseld met 3D-printers en huis-tuin-en-keukentechniek, niet alleen aan het front kunnen vliegen. De ingrediënten zijn overal te koop en de killer drones zijn net zo makkelijk in te zetten voor terroristische aanslagen, op plekken waar geen oorlog woedt. Wat kun je daartegen doen?

Luitenant-kolonel Arjen Nijkamp moest even slikken toen hij de vliegende vlammenwerper zag. Daar helpt geen kippengaas tegen – dat materiaal spannen Russische soldaten boven de loopgraven om drones af te weren.

‘Head Joint Nucleus C-UAS’ staat op zijn visitekaartje: counter-uncrewed aircraft systems, drones dus. Het counter-drone peloton telt tientallen specialisten die vallen onder het Grondgebonden Luchtverdedigingscommando ,

Regelmatig worden zij door de politie ingeschakeld om te assisteren bij de beveiliging van grote evenementen – potentiële plekken voor aanslagen. Denk aan de intocht van Sinterklaas, Koningsdag, de Nationale Dodenherdenking op de Dam of de NAVO-top in Den Haag. Nijkamp: „Vroeger waren we bang voor een man in een vrachtwagen. Het gevaar komt nu ook van boven. Je moet denken in drie dimensies.”

Hightech hondenkennel

Het counterdrone-testcentrum zit in een voormalige hondenkennel op een kazerne in de Peel. Hier hebben ze toestemming om met hightech wapens te experimenteren om droneaanvallen af te weren. Eigenlijk is vliegen met drones in de buurt van een vliegveld verboden, maar voor Nijkamp is een telefoontje naar luchtmachtbasis Volkel, om de hoek, genoeg.

Naderende drones zie je aankomen met detectiecamera’s, radars of met microfoons die het zoemende geluid opvangen – detectie is vaak een combinatie van die methoden. De mobiele radars van het Nederlandse bedrijf Robin Radar, ooit ontwikkeld door TNO om vogels te herkennen, kunnen de kleinste drones waarnemen. Defensie doneerde onlangs nog 51 van deze systemen aan Oekraïne.

Om drones uit te schakelen hoef je ze niet per se neer te schieten. ‘Jammen’ met stoorzenders is een gangbare strategie. De draagbare stoorzenders kun je enigszins nauwkeurig richten en hebben een reikwijdte van ongeveer twee kilometer. Ze drukken het controlesignaal van de dronepiloot weg met een krachtiger signaal, op de wifi-frequenties. Dan krijgt de drone geen instructies meer, blijft stil hangen of keert terug naar de thuisbasis.

De andere optie is verstoring van het GPS-signaal, maar dat is gevaarlijk in gebieden waar luchtvaartverkeer is.

Drones hacken kan ook: je verstoort dan de geplande route en dwingt de drone te landen op een veilige plek. Hacken is lastiger nu de drones hun datacommunicatie versleutelen. Volgens de wet is het bovendien computervredebreuk, dus niet toegestaan. Maar dat is je laatste zorg als er een drone met een granaat op je afkomt. Moderne drones zijn al ‘storingsproof’: als het signaal verstoord wordt, navigeren ze verder op basis van beeldherkenning of gebruiken lidar, een combinatie van radar en laser die in het donker werkt. Zo vinden ze zelf hun doel, in een tevoren aangegeven gebied. Kunstmatige intelligentie doet de rest.

Illustratie Roel Venderbosch

Paraplu

Nijkamp gaat voor in het magazijn van de voormalige hondenkennel, daar ligt materiaal waar de C-UAS-unit mee oefent. De meeste antidrone-apparatuur is mobiel; ze past ook op het dak van een gebouw, om tijdens de Dodenherdenking een beschermende ‘paraplu’ boven de menigte op De Dam te creëren. Die keer dat het C-UAS-team ingreep, ging het om iemand die de regels overtrad, maar geen kwaad in de zin had.

Als storen niet werkt, dan zijn de tragere drones te ‘pakken’ door een vangnet af te schieten met een andere drone, zoals de Dronecatcher van het Nederlandse Delft Dynamics. Neerschieten met kogels is lastig – zeker bij de nieuwste generatie FPV-drones (first person view); die halen 300 kilometer per uur, sneller dan een racewagen.

De filmpjes uit Oekraïne openden bij het grote publiek de ogen voor gevaar uit de lucht en antidronemaatregelen hebben in Europa hoge prioriteit. De EU benadrukt tegelijkertijd hoe nuttig drones kunnen zijn, bijvoorbeeld voor snel hulptransport met medicijnen en medische hulpmiddelen – niet alleen voor makelaarsvideo’s.

Maar bij evenementen moeten ze wegblijven. De Franse politie haalde tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Parijs vijftig drones uit de lucht. „Die detectie is nog niet waterdicht. Je zit er eigenlijk op te wachten dat het een keertje mis gaat”, zegt Wiebe de Jager.

Hij is een ervaren dronepiloot en houdt op dronewatch.nl het nieuws bij – ook dat over de snelgroeiende anti-dronemarkt. Er is strenge regulering voor waar en hoe je met drones mag vliegen, en waar je je moet registreren. Regels beschermen echter niet tegen terreuraanslagen.

Zijn eerste drone kocht De Jager tien jaar geleden: een DJI Phantom 2 Vision Plus. Hij betaalde destijds 1.100 euro voor een drone van anderhalve kilo waar hij een kwartiertje mee kon vliegen. Tegenwoordig heb je voor de helft een drone die zes keer lichter is en drie keer zo lang vliegt, met een veel betere camera en sensoren om botsingen te mijden. „De dronetechniek gaat knetterhard en is bijna niet te reguleren.”

If it flies…

De politie organiseerde in het verleden droneclashes, wedstrijdjes om te oefenen tegen goede dronevliegers. In de militaire wereld is het allang geen spelletje meer. Het front verandert in Star Wars. Drones die vechten tegen drones, of je schiet ze met lasers uit de lucht, zoals Israëls Iron Beam, die met 100 kilowatt vermogen een euromunt op tien kilometer afstand kan raken. Het kost alleen stroom, geen kogels.

Over vijf jaar hebben we dat ook in Nederland, denkt luitenant-kolonel Nijkamp. Het past ook in zijn ‘toolbox’ maar is niet het meest handige wapen voor inzet in Nederland: schiet je een drone uit de lucht boven een menigte, dan raken er toch mensen gewond.

Een andere variant is high power microwave, een elektromagnetische golf die een onzichtbare mokerslag uitdeelt aan de elektrische motors in een drone. Je mept er in één keer een zwerm drones mee uit de lucht. Zoals leverancier Epirus zegt: „If it flies, it dies.”

Dat is een oude slogan uit het Amerikaanse leger, zegt Nijkamp. „In dit dronetijdperk moet je het aanpassen. If it flies, you die.”