„De-escaleren kun je leren”, staat op het protestbord dat de 28-jarige Anouk omhooghoudt. Daarmee doelt ze op het politieoptreden tijdens eerdere protesten, zegt ze. „Sinds de demonstraties van studenten bij universiteiten zie ik politiegeweld dat ik niet eerder heb gezien. En dat het demonstratierecht nu wordt ingeperkt, vind ik heel kwalijk. De rol van de politie zou moeten zijn om iedereen veilig z’n eigen verhaal te laten vertellen.”
Het is de eerste keer dat Anouk bij een verboden protest is – zondag, toen er ook ondanks het verbod werd gedemonstreerd op de Dam, was ze er niet bij. „De Maccabi-supporters zijn al weg, dus ik begrijp het verbod niet meer. Het lijkt alsof mensen die deze kant van het verhaal willen vertellen monddood worden gemaakt.”
Sinds vrijdagavond geldt in Amsterdam een demonstratieverbod, een maatregel die de gemeente nam na het geweld dat ontstond na de voetbalwedstrijd Ajax – Maccabi Tel Aviv.
Een halfuur voor het protest begint, rond 17.30 uur, maakte de gemeente bekend dat de demonstratie tóch mocht plaatsvinden. Niet op de Dam, maar op het Westergasterrein.
Daar wordt niet naar geluisterd. Vanaf 18.00 uur verzamelen zich enkele honderden actievoerders. Ze zingen, klappen en roepen leuzen als „Free, free Palestine” en „From the river to the sea, Palestine will be free”. Er wordt gezwaaid met Palestijnse vlaggen. De sfeer is relatief rustig.
Lees ook
Ook op zondag was er al een verboden protest op de Dam: We móéten onze stem laten horen’
Politieagenten stellen zich op in een brede cirkel om de demonstraten heen, er staan een stuk of tien politiebusjes op het plein. Rond 18.50 uur kondigt te politie via een megafoon aan te gaan vorderen. Een minuut of twintig later wordt omgeroepen dat iedereen de Dam moet verlaten en dat er geweld gebruikt kan worden als daar geen gehoor aan wordt gegeven.
Niemand vertrekt, de politie maakt de cirkel om de demonstranten steeds kleiner. Een man die aan de zijkant van de Dam staat, maar wel net binnen de cirkel, vraagt aan een van de omringende agenten wat er aan de hand is. „Moeten we weg, meneer?” De agent kijkt strak voor zich uit en reageert niet.
Terwijl de agenten langzaam dichterbij komen, roepen de demonstranten in koor „shame on you”. Ze haken de armen in elkaar en staan dicht bijeen gepakt. Om de politiecirkel heen loopt het vol toeschouwers en andere demonstranten, die zich enigszins uit de voeten hebben gemaakt nadat de politie begon met verder insluiten. De actievoerders in de cirkel worden toegezongen: „you are not alone”.
‘Moment om weg te gaan’
„Dit is misschien het moment om weg te gaan”, zegt een weggelopen demonstrant tegen een ander. Hij wijst naar het Rokin – daar komen acht politieagenten te paard aan. Met hun paarden rijden ze door de menigte, enkele mensen vallen op de grond. Als de paarden beginnen te draven, rennen mensen de Kalverstraat in en het Rokin op.
Dan roept de politie om: „Beste mensen op de Dam, u bent aangehouden en wordt naar het Westergasterrein gebracht.” De GVB-bussen waarin demonstraten afgevoerd worden arriveren op de Dam, net als meer politiebusjes. Beetje bij beetje worden mensen daarin gezet, terwijl omstanders verdreven worden door de agenten te paard. De eerste demonstranten worden rond 20.30 uur onder luid gejuich afgevoerd. Toeschouwers beginnen te vertrekken. De bussen worden steeds voller, de Dam steeds leger.
Lees ook
Alles draait om Gaza: geweld van de jongens op scooters tegen Israëliërs is niet goed te keuren, zeggen Marokkaanse Nederlanders in Amsterdam, maar wel begrijpelijk
„Ik mag naar de Appie.” „Ik met de metro naar het centrum.” Op een schoolplein in Schiebroek-Zuid scheppen jongens tegen elkaar op over de vrijheid die ze van hun ouders krijgen. Ook in de Archipelbuurt in Den Haag voelt de vrijheid voor vier achtstegroepers onbegrensd, al zit er bij Alexander wel een tracker in z’n rugzak. In Amersfoort-Vathorst kijken zó veel ogen mee dat moeder Daphne zich om haar dochters niet snel druk maakt. En in de klas van juf Evelien in het Zeeuwse Kwadendamme hebben vrijwel alle kinderen – op drie na – een telefoon. „Je gaat toch mee met de rest.”
Stapje voor stapje meer zelfstandigheid – dat is de essentie van opvoeden. Maar hoe begeleid je we onze kinderen naar volwassenheid in een tijd waarin ze volgens trendonderzoeken meer uren dan ooit doorbrengen achter een scherm en steeds minder buitenspelen? Hoeveel ruimte geven we onze kinderen buiten op straat? Wat doen ze? En wanneer maken we ons zorgen?
NRC volgt in 2025 drie stadswijken en een dorp die min of meer representatief zijn voor Nederland: een negentiende-eeuwse wijk in Den Haag, een vinexwijk in Amersfoort, een dorp in Zeeland en een kwetsbare buurt in Rotterdam.
In januari vroegen we inwoners naar hun verwachtingen voor het nieuwe jaar, in februari naar hun noodpakket, in maart naar de boodschappen. Ditmaal vragen we kinderen en ouders naar opvoeden. Wanneer moeten ze thuis zijn? Hoe ver mogen ze van huis? En weten hun ouders wat ze doen op hun telefoon?
Den HaagArchipelbuurt
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger: 72.400 euro
Koopwoningen: 54 procent
Gemiddelde woningwaarde: 639.000 euro
Grootste leeftijdsgroep: 45- tot 64-jarigen (30 procent)
Jongetjes zijn het, bijna jongens. Ze heten Pim en Vince en Jonas en Alexander. Ze zijn elf, of net twaalf, en ze voetballen op het speelplein achter de Openbare Basisschool Archipel in de Atjehstraat. Hooghouden, passen, dribbelen, koppen, schieten op het doel. Ze gieren van het lachen als iemand een bal mist, want die krijgt voor straf kontje knal. Kontje knal? Jonas: „Bukken met je kont naar achteren en dan mogen de anderen daarop schieten.”
Het is woensdagmiddag en de zon schijnt uitbundig. Pim en Vince en Jonas en Alexander komen om de beurt op de stoeprand zitten om te praten over de vrijheid die ze van hun ouders krijgen, de regels. Pim: „Komen we op tv?” Hij belt zijn vader, die meteen opneemt. „Papa? Er is hier een vrouw die vraagt of…”
De andere ouders nemen ook meteen op. Ze zijn aan het werk en vinden het geen probleem dat hun zoon met „de pers” praat. Foto’s? Ook geen probleem. Nee, de jongens zijn niet eerst naar huis geweest om te eten. Ze hebben een broodje gehaald bij de Albert Heijn om de hoek en straks gaan ze terug om een ijsje te kopen. „Of een snoepje”, zegt Pim.
Foto Bart Maat
Ze zijn vanochtend zelf naar school gefietst en aan het eind van de middag fietsen ze zelf terug. Dat mogen ze sinds groep zeven. „Het begín van groep zeven”, zegt Alexander. Voor het eten moeten ze thuis zijn en ja, hun ouders kunnen hen volgen op hun telefoon. Vince: „Geloof ik hoor. Ik weet het niet zeker. Ik heb er nog nooit wat van gemerkt.” Jonas: „Ze kunnen het, maar ze doen het niet. Behalve als ik kwijt ben. Maar ik ben nooit kwijt.” Alexander: „Een keer heb ik iets doms gedaan en nu zit er een tracker in mijn rugtas.” Iets doms? „De elektriciteit was uitgevallen en ik heb geen 4G en toen ging ik bij een vriend eten, maar ik kon niet appen waar ik was. Of ik was het vergeten.” Om half acht kwam hij thuis en ja, toen waren zijn ouders heel boos. „Ik snap het wel hoor. Als je een paar uur je kind kwijt bent, ben je als ouder niet blij.”
En na het eten, mogen ze dan ook buitenspelen? „In de zomer wel”, zegt Vince. „Maximaal tot negen uur à halftien, in het weekend. En nooit alleen.” Alexander: „Gisteravond waren we er allemaal, want de meisjes uit onze klas kwamen. Dat was voor het eerst, dus dat was heel bijzonder.” Jonas: „Ik woon het verst weg en m’n vrienden belden me: ga op tijd van huis, want de meisjes komen. Ik ben gelijk op mijn fiets gesprongen.” Pim: „Ze waren met z’n tienen.” En toen? „Zijn we gaan voetballen.”
Nu is er geen meisje te zien op het speelplein. Toen de school net uit was, om half een, liepen er wel meisjes door de Atjehstraat, in groepjes, begeleid door een vader of moeder. Een moeder vertelde in de deuropening van haar huis dat haar dochter niet zonder toezicht mag buitenspelen. „Ze is acht en ik heb te veel gelezen over pedofielen.” En als haar dochter twaalf is? „Dan ook niet. In elk geval nooit alleen.”
Rotterdam Schiebroek-Zuid
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger: onbekend
Koopwoningen: 20 procent
Gemiddelde woningwaarde: 276.000 euro
Grootste leeftijdsgroep: 25- tot 45-jarigen (25 procent )
Zaterdagmiddag, 23 graden. Het hek rond de Stephanusschool is dicht en toch spelen tientallen kinderen op het schoolterrein. De jongere kinderen cirkelen links van het gebouw. Ze klimmen op het dak van het schuurtje en kletsen op een vensterbank in de schaduw. Tieners hangen rechts van de school en de oudste jongens voetballen op het blauwe pleintje erachter, sommige met ontbloot bovenlijf.
In de schaduw praten de jongsten hard door elkaar, zeven jongens en een meisje in voetbaltenue. De jongens scheppen op. „Ik mag naar de Appie”. „Ik met de metro naar het centrum”. „Niet! Niet! Hij liegt!”. „Boys, boys”, zegt het meisje, ze is 10. Dan komt haar broer. „Jullie mogen hier niet zijn”, zegt hij. Journalist en fotograaf? Of zijn we soms kinderlokkers? „Houd je bek”, schreeuwt het meisje, „ik kén haar”. Ze trekt ons aan de arm mee naar haar huis. Haar vader, via Facetime, wil niet dat ze ons te woord staat. Het meisje rent boos de trap af. „Ze accepteert geen nee”, verzucht haar moeder.
Terug op het plein gaan de oudere tieners zich ermee bemoeien. Een jongen beslist: „U komt aan onze groep mevrouw. Niemand wil praten, oké? Ik zou maar weggaan als ik u was.” Van de zijkant vliegt een eerste kluit aarde onze kant op. Een bal. Een stok. Nog een stok.
Emily (8) uit Schiebroek-Zuid heeft een telefoon, haar moeder kan volgen waar zij is.Foto Hedayatullah Amid
Wie zich er niets van aantrekt: Emily van acht. In de chaos kletst ze onverstoorbaar met haar beste vriendin op het klimrek. „Ik woon in die flat daar”, zegt ze. Emily en haar vriendin voorop, de stoet, de stokken, de bal en kluiten aarde volgen. Ze belt aan, de deur opent. In de portiekhal stoot het meisje in voetbaltenue een tak van een meter lang tegen het voorhoofd van het vriendinnetje van Emily en zij moet hard huilen. De stoet doet haar na, maar harder, het gekrijs galmt door de hal.
Emily’s volwassen nicht komt naar beneden, jaagt iedereen weg en sluit de buitendeur. Ze belt de moeder van Emily, we mogen binnenkomen. Beneden klinkt nog minutenlang gebons op de deur.
Zo. In Emily’s huis is het rustig en gezellig. Lag het aan ons, alle onrust? „Dat denk ik”, zegt Emily. Maar als ze ruzie heeft met een vriendin en het daarna weer goed is, bemoeit óók iedereen zich ermee. Haar doen ze niets. Ze heeft twee oudere zussen, die van 14 woont hier.
Haar moeder is schoonmaakster op een basisschool in de buurt. Die weet altijd waar ze is. Sinds haar achtste heeft Emily een telefoon. „Mijn moeder krijgt een piepje als ik ergens binnenga of een vriendin ophaal”, zegt ze. Zegt haar moeder wel eens dat ze te veel op haar telefoon zit? „Altijd”. Ze kijkt naar The Prince Family op YouTube, of speelt Brainy prankster, dat kan ook zonder wifi.
In het weekend is ze op pad. „Buiten is het leuk”. Na het ontbijt wacht ze even en dan mag ze, „anders ga ik overgeven”. Tikkertje of verstoppertje met vriendinnen op het grasveld achter haar huis of op het schoolplein. Soms mag ze iets kopen op de Teldersweg. Eén keer ging Emily alleen naar judo, maar verder brengt haar moeder of zus haar. Naar school gaat ze met de tram, het is één halte. Als ze die mist, loopt of fietst ze naar school. Voor het donker is ze binnen. Ze heeft een sleutel, maar die gebruikt ze nooit. Er is altijd iemand thuis.
Foto Hedayatullah Amid
Amersfoort Vathorst-De Laak
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger: 52.200 euro
Koopwoningen: 64 procent
Gemiddelde woningwaarde: 491.000 euro
Grootste leeftijdsgroep: 30- tot 39-jarigen (29 procent)
Dáár, in de verte, zijn haar drie dochters aan het spelen. Zeven, vijf en drie jaar oud. Op een speeltoestel, vermoedelijk. Zo’n 150 meter verderop en Daphne Dales (34) kan ze vanaf haar woning nét niet zien.
Geeft niks, want het parkachtig grasveld waaraan ze woont is aan twee kanten omgeven door huizen en op die ene autoweg weet iedereen dat je rustig moet rijden. In Amersfoort-Vathorst, een kinderrijke wijk, vind je geen fluorescerende poppetjes langs de weg aangeschaft door verontruste bewoners, maar vaste bebording met ‘Hier leren kinderen oversteken, matig uw snelheid’.
„De wijk is erop ingericht, overal staan paaltjes”, zegt Dales, die haar jongste met de bakfiets al vroeg deze middag van de crèche heeft gehaald. In één rechte lijn, over een vrij liggend fietspad. Langs meerdere basisscholen, een kinderboerderij en een pannenkoekenhuis. „Met de auto had ik flink om moeten rijden.”
De middelste was vandaag ziek dus die bleef thuis en de oudste heeft ze zojuist opgehaald van de basisschool. Tegelijk met nog honderden andere ouders. „Eén grote mierenhoop.” Zou je deze wijk één dag met een drone bekijken, dan zie je ’s ochtends om 7 uur overal de lampjes aangaan en om 8 uur iedereen de deur uit gaan, op weg naar één van de negen scholen in het midden van de wijk en om 14 uur weer terug. Lopend, fietsend, steppend, rolschaatsend. Veel kinderen alleen, of met vriendjes. Vanaf een jaar of negen. „Dat kan hier.”
En daarna met de buurkinderen buiten spelen voor de deur in één van de vele hofjes of speeltuintjes voor de deur. „Wij hebben thuis nooit strijd om tablets”, glimlacht Dales. „Je straft ze juist door te zeggen: je mag niet naar buiten.”
De kinderen van Daphne Dales uit Amersfoort-Vathorst spelen graag buiten.
Foto’s Dieuwertje Bravenboer
Op het grasveld voor haar woning spelen haar kinderen dikwijls schooltje. Hup, krijtbord buiten en twaalf, dertien meiden in het gelid. Zeker 25 kinderen uit de buurt kent Dales. Van naam, én de naam van hun ouders. En allemaal kennen ze ook háár kinderen. Vijfentwintig maal twee ouders à twee ogen. Dat maakt honderd ogen, die allemaal meekijken naar elkaars kinderen. Dus toen die ene keer een potloodventer bij het veldje stond, stond er gelijk een bericht op de buurtapp.
Dales is zelf opgegroeid in Laren. Ook prachtig. Maar daar spelen de kinderen vooral in elkáárs tuin en niet op openbaar terrein. „Hier in Vathorst leren ze veel van elkaar. Samenspelen, maar ook ruzie maken.” En in Hilversum, waar ze tot twee jaar geleden woonde, was het veel drukker. Verkeer, maar ook onbekende types. „Daar kon ik ze echt niet zo vrij laten.”
Vathorst mag dan officieel bij Amersfoort horen, velen zien de wijk als een wereld op zich. Een veilige, ideale wereld waar je niet uit hoeft. En ja, Dales gaat heus wel eens met de kinderen naar Amersfoort – de bios – of Amsterdam – Nemo. Maar de „keiharde buitenwereld” zoekt ze niet op. Het is juist fijn, zegt ze, dat haar kinderen hier vrij en zorgeloos kunnen opgroeien. „Die zorgen komen later, in de echte wereld, tóch wel.”
Borsele Kwadendamme
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger: 36.400 euro
Koopwoningen: 72 procent
Gemiddelde woningwaarde: 317.000 euro
Grootste leeftijdsgroep: 45- tot 65-jarigen (30 procent)
Hoeveel vrijheid krijgen de kinderen uit combinatiegroep zeven en acht van de dorpsschool in Kwadendamme? Lisa uit groep acht steekt haar vinger op. Sinds vorige week mag ze na het eten nog even buitenspelen, vertelt ze glunderend. „Tot acht uur.”
Ze is net twaalf, en de laatste van haar vriendengroep die dit privilege krijgt. Eerder mocht ze direct na school wel buitenspelen, maar moest ze om vijf uur thuis zijn. Dan aten ze met het gezin, werd er wat gelummeld en daarna was het bedtijd.
Lisa haalt haar schouders op. „Mijn ouders waren denk ik bang dat ik zou verdwalen, of dat iemand me mee zou nemen.” Op de eerste avond dat ze ’s avonds naar buiten mocht, ging ze met vriendinnen naar de speeltuin en daarna slootjespringen. „Ik viel, en nu heb ik een hele hand vol splinters.” De klas van juf Evelien lacht.
Evelien Capello (37) werkt al bijna twintig jaar in het onderwijs en ziet dagelijks hoeveel vrijheid ouders hun kinderen geven. Heel simpel, zegt ze: „Als er één mag, volgt de rest vanzelf.” Ze ziet het bij de ‘pannakooi’ voor de school, een voetbalveld met een hek eromheen. Na de lessen gaan de kinderen eerst naar huis en terwijl Capello binnen nog werk controleert verzamelen ze zich daar alweer. Ze fietsen erheen uit Kwadendamme en omliggende dorpen.
Dat begint vanaf een jaar of acht. Die leeftijd is de afgelopen decennia eigenlijk nauwelijks veranderd, constateert Capello.
Bijna alle kinderen uit de klas van docent Evelien Capello in Kwadendamme hebben een eigen telefoon én Snapchat.
Foto’s Wouter Van Vooren
In groep zeven en acht bereiden kinderen en hun ouders zich voor op een toekomst met meer zelfstandigheid. Nieuw daarin zijn de elektrische fietsen, die steeds meer meisjes uit groep acht dit voorjaar van hun ouders krijgen. Ze oefenen alvast voor de rit naar Goes, waar ze straks allemaal naar de middelbare school gaan — een halfuur verderop. De jongens gaan nog niet elektrisch; zij hebben serieuze zwarte herenfietsen ‘op de groei’ gekregen. „Dat is bij hen nu de mode.”
Bijna alle kinderen uit de klas hebben een eigen telefoon. De regels komen grofweg op hetzelfde neer: de meesten hebben een limiet van een paar uur en mogen ’s avonds na een bepaalde tijd niet meer op hun schermpje. Ouders controleren — stiekem of aangekondigd — wat er allemaal op de telefoons gebeurt.
Hoewel je volgens de officiële regels dertien moet zijn, hebben ze bijna allemaal Snapchat. Via dat platform houden ze contact met elkaar. „Soms pak ik ’s ochtends mijn telefoon erbij, en zijn alle berichten weg,” zegt een meisje uit de klas. Dan heeft haar moeder alles gelezen, waardoor de berichten verdwijnen.
Foto Wouter Van Vooren
Bas (11) uit groep 7 is een van de drie kinderen uit de combinatieklas die nog geen telefoon heeft. Na schooltijd staat zijn moeder Femke voor het hek te wachten. „Ik vraag hem: waar heb je een telefoon voor nodig? En dan weet hij het antwoord eigenlijk niet.” Ze hebben afgesproken dat hij er in groep 8 wel een krijgt. „Je gaat uiteindelijk toch mee met de rest,” zegt Femke. Tot die tijd mag hij op de iPad op Snapchat.
Lisa, die ook nog geen telefoon heeft, heeft een nieuw doel nu ze ’s avonds naar buiten mag. Ze wil graag met haar vriendinnen naar de stad, naar Goes — een halfuur fietsen — om te gaan winkelen. Wanneer denkt ze dat dat mag? „Als ik het 580 keer heb gevraagd.”
Het Openbaar Ministerie heeft na drie jaar zoeken zes verdachten van grafschennis achterhaald die in september 2021 paranormale ‘energie-sessies’ hielden op de begraafplaats Rusthof in Leusden. Op het kinderveld van die begraafplaats probeerden zij na sluitingstijd overledenen met lichtbolletjes en warmtecamera’s aan te roepen. De families van de overledenen wisten van niets, vijftig nabestaanden deden aangifte toen die séances achteraf uitlekten.
De ‘spirituele onderzoekers’, zoals zij zichzelf noemden, hadden voor die séances toestemming gekregen van de toenmalig directeur van de begraafplaats, een hoge ambtenaar van de gemeente Amersfoort. De burgemeester van Amersfoort, Lucas Bolsius, kon de nabestaanden lange tijd niet vertellen waarom die toestemming verleend was en wie die ‘spirituele onderzoekers’ waren. Hij schakelde wel de Nationale Ombudsman in die, na onderzoek, concludeerde dat de toestemming nooit verleend had mogen worden.
Met wie hebben we contact?
Voor een aantal nabestaanden was de grafschennis zo heftig dat zij hun geliefden elders wilden laten herbegraven. In vijftien gevallen is dat inmiddels gebeurd, op kosten van de gemeente.
Op uitgelekte videobeelden was te zien hoe dat paranormale onderzoek in de praktijk verliep: „Met wie hebben we contact?”, luidde een vraag gericht aan een overledene, terwijl een lichtbolletje bij een graf opvlamde. (…) „Vind je het een beetje eng dat iedereen komt kijken?”, was de vervolgvraag. „Kun je het lampje nog één keer laten branden? Dan weten we dat je er bent. (…) Goed zo jongen. Hield jij ook van voetbal?” Of bij een ander graf: „Bent u een oudere dame? Is uw overlijden heel snel gegaan?”
Gekraakte telefoon
Het Openbaar Ministerie heeft er lang over gedaan om te achterhalen of er daadwerkelijk sprake was geweest van grafschennis en wie de mogelijke daders waren. In oktober 2023 werd één deelnemer aan de ‘paranormale sessies’ vervolgd voor grafschennis. Het was volgens het OM voor het eerst dat een dergelijke vorm van grafschennis voor de rechter zou worden gebracht. In dat onderzoek wist de politie uiteindelijk ook de andere deelnemers op te sporen. Dat lukte door de telefoon van de eerste verdachte te ‘kraken’, waardoor een groot aantal gegevens beschikbaar kwam, waaronder de personalia van de andere verdachten.
Vier van de zes worden daadwerkelijk vervolgd, zo maakte het OM woensdag bekend. Van de overige twee kon niet worden vastgesteld of zij zich ook daadwerkelijk schuldig hadden gemaakt aan grafschennis. Dat geldt ook voor de twee ambtenaren van de gemeente Amersfoort: zij waren verantwoordelijk voor de toestemming en de gang van zaken op die avond, maar hadden zich volgens het OM niet schuldig gemaakt aan grafschennis. De twee ambtenaren werken inmiddels niet meer bij de gemeente. Naar de directeur van de begraafplaats is indertijd een integriteitsonderzoek gedaan, maar een woordvoerder van de gemeente wil niets kwijt over de uitkomsten daarvan.
Unieke strafzaak
De verdachten die zich wel voor de rechter moeten verantwoorden zijn een 46-jarige vrouw uit Nieuwkoop, de eerste verdachte die werd aangehouden, en drie vrouwen van 36, 41 en 79 jaar, afkomstig uit Rotterdam, Waalwijk en Hoevelaken. Het OM wil dat een meervoudige strafkamer van drie rechters zich over de zaak buigt, in plaats van de politierechter, omdat het in Nederland nauwelijks voorkomt dat een zaak wegens grafschennis voor de rechter komt. Ook moet het ruimte bieden aan de vijftig nabestaanden, die bij de meervoudige strafkamer meer tijd hebben om verhaal te halen.
Lees ook
Woede en ongeloof bij nabestaanden na spirituele seances op Amersfoorts kerkhof
In het onderzoek naar de kunstroof uit het Drents Museum in Assen zijn woensdag twee mannen uit Heerhugowaard gearresteerd. Het gaat om verdachten van twintig en achttien jaar. De gestolen museumstukken zijn niet aangetroffen. Dat meldt de politie donderdagochtend. Inmiddels zijn zeven mensen aangemerkt als verdachten. In mei is de eerste zitting.
In januari ontvreemdden daders met geweld vier museumstukken, die deel uitmaakten van de tentoonstelling Dacia. Rijk van goud en zilver. De de zuiver gouden helm van Cotofenesti, een Roemeens icoon, uit de vijfde eeuw voor Christus en drie Dacische koninklijke armbanden werden buitgemaakt. Het Drents Museum leende de stukken van het Nationaal Historisch Museum van Roemenië.
Voorhamer
Een van de twee verdachten kocht een dag voor de roof vermoedelijk een voorhamer in bouwmarkt Praxis in Assen. Na de aanhouding deed de politie een huiszoeking in Heerhugowaard, zonder resultaat.
Bij een politie-inval, eerder op dag, in een woning in Opmeer en een bedrijfspand in Heerhugowaard namen agenten onder meer ‘digitale gegevensdragers’ in beslag. Bij een andere woning werd administratie ingenomen.
In de voorbije weken arresteerde de politie al vijf andere verdachten die mogelijk betrokken waren bij de kunstroof. Eén arrestant is inmiddels vrijgelaten.
Lees ook
Na diefstal van iconische Dacische helm en armbanden in Assen: hoe zit het met de beveiliging in Nederlandse musea?