Barstensvol actie, met elke tentakel dichter bij waanzin – lachen!

Spanning opbouwen, waarom zou je? In coöperatief bordspel Cthulhu: Death May Die breekt de hel los vanaf beurt één. De plot is elk potje hetzelfde: jij en je medespelers hebben net de deur ingetrapt van een catacombe (of museum, landhuis, laboratorium). Binnen probeert een snode sekte een duister opperwezen op te roepen. Dáár is de occulte hogepriester zijn ritueel aan het voorbereiden, dáár ligt een monster op de loer en hier zijn je dobbelstenen. Succes!

Cthulhu: Death May Die speelt zich af in het occulte universum dat de Amerikaanse horrorschrijver H.P. Lovecraft in de jaren 20 van de vorige eeuw heeft geschapen. In Lovecrafts esoterische (en racistische) horrorverhalen wemelt het van de onbeschrijfelijke oergoden met onuitspreekbare namen als Cthulhu, Yog-Sothoth en Nyarlathotep. Een terugkerend thema is hoe onbeduidend miezerig mensen zijn tegenover de immensiteit van de kosmos. Lovecrafts personages draaien vaak door omdat ze het ondoorgrondelijke toch proberen te doorgronden.

Cthulhu: Death May Die neemt zichzelf gelukkig niet zo serieus. Het neemt ‘jaren 20’ en ‘monsters’ als thema’s en knalt ze op elkaar als een wild kind dat met auto’s speelt. Neem de personages. Er is een sergeant met één arm (‘pain sharpens his aim’), een non die kan knokken (‘an expert on the occult’) en een Britse lord met een jachtgeweer (‘quite mad’).

Het is raar om te zeggen van een spel, maar Cthulhu: Death May Die is genereus. De hoeveelheid actie in een beurt is immens. In een gemiddelde beurt kun je gerust naar de andere kant van het gebouw rennen, twee sekteleden een pak rammel geven, vuur laten uitbreken doordat je een pyromane neiging hebt en tot slot een magisch diadeem in de hoek van de kamer vinden. Tijd om uit te puffen is er niet: er verschijnt een monster bovenaan de trap! „Jij bent!”

De handenvol dobbelstenen die over tafel rollen voelen al even scheutig. Bij elke worp kunnen er tentakels gerold worden, met elke tentakel kom je een stapje dichter bij waanzin en daarmee bij uitschakeling. Maar! De keerzijde is dat je aan de rand van de mentale afgrond ook sterker wordt, met extra dobbelstenen tot je beschikking en opgewaardeerde vaardigheden. Tot het punt dat er acht dobbelstenen in je knuist kletteren. Genereus!

En dan is er die copieuze hoeveelheid plastic, in de vorm van sekteleden, monsters en vergeten goden. Lovecrafts monsters mogen dan niet te beschrijven zijn, de plasticgieters van uitgever CMON hebben hun best gedaan er wat akeligs van te maken. De tentakels, tanden, vleugels en andere, onaanduidbare uitstulpsels maken de creaturen bíjna huiveringwekkend. Bijna, want zoveel ledematen, dat wordt toch ook weer lachen.