Regering van Biden belooft Oekraïne voor de machtwisseling zoveel mogelijk wapens te leveren

De Amerikaanse regering zal er in de laatste maanden van het presidentschap van Joe Biden alles aan doen om Oekraïne extra militaire steun te geven. Daarmee moet het land ook na de terugkeer van Donald Trump in het Witte Huis, op 20 januari, sterk genoeg zijn om zich in 2025 te kunnen verweren tegen Rusland.

Dat heeft de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Antony Blinken, woensdag gezegd tegen journalisten in Brussel. Tijdens zijn bliksembezoek sprak Blinken onder anderen met de secretaris-generaal van de NAVO, Mark Rutte. „President Biden zal ervoor zorgen dat elke dollar die we kunnen uitgeven tussen nu en 20 januari de deur uitgaat”, zei Blinken. De NAVO-landen moeten er volgens hem voor zorgen dat Oekraïne „verzekerd is van het geld, de munitie en de gemobiliseerde strijdkrachten om in 2025 effectief te blijven vechten, of in staat is om over vrede te kunnen onderhandelen vanuit een positie van kracht”.

Miljardensteun VS

In Kyiv en onder de Europese NAVO-bondgenoten bestaat de vrees dat de Verenigde Staten hun militaire steun aan Oekraïne zullen verminderen of zelfs stoppen, zodra Trump terugkeert als president. In Republikeinse kringen bestaat veel weerstand tegen de steunpakketten ter waarde van tientallen miljarden dollars die Washington aan Kyiv heeft gegeven sinds de grootscheepse Russische invasie.

Trump heeft tijdens de verkiezingscampagne regelmatig gezegd dat hij de oorlog in Oekraïne snel zal beëindigen als hij president wordt, maar details over de manier waarop hij dat zou willen doen, gaf hij nooit.

Blinken zei dat hij met Rutte had gesproken over de oorlog in Oekraïne en over de opdracht die de NAVO-landen hebben om hun defensie-industrie te versterken. Blinkens Oekraïense ambtgenoot Andri Sybiha waarschuwde Blinken in Brussel dat de oorlog in Oekraïne een kritiek moment heeft bereikt. „De verdediging van Oekraïne kan niet in de wacht worden gezet”, zei Sybiha naf afloop. „We moeten alle doorslaggevende beslissingen versneld nemen.”


Lees ook

Russische opmars in Oost-Oekraïne: burgers vertrekken, sommigen blijven

Politieagent Vasil Pipa in een schuilkelder in de belegerde stad Koerachove.

De Russische strijdkrachten zijn al het hele jaar bezig met een opmars in het oosten van Oekraïne, vooral in de regio Donetsk. Die opmars verloopt traag en gaat gepaard met enorme verliezen aan materieel en manschappen onder de aanvallers. Maar de laatste maanden neemt het tempo van de Russische veroveringen in de Donbas toe, vooral ten oosten en ten zuiden van Pokrovsk, dat voor de Oekraïense krijgsmacht een logistiek belangrijk knooppunt was. Het spoorwegstadje is nog wel in Oekraïense handen.

Noord-Koreaanse troepen

Internationaal baart ook de Noord-Koreaanse intrede in de oorlog in Oekraïne veel zorgen. Meer dan tienduizend Noord-Koreaanse soldaten zouden inmiddels aan de zijde van Moskou vechten in de Russische regio Koersk, die sinds augustus voor een deel wordt gecontroleerd door het Oekraïense leger.

Blinken noemde de Noord-Koreaanse deelname aan de oorlog een „ingrijpende en buitengewoon gevaarlijke ontwikkeling”. In de eerste plaats „omdat het olie op het vuurt gooit voor de Russische agressie tegen Oekraïne, en dat is een grote zorg bij iedereen binnen de NAVO”. Daarnaast wees hij ook op het feit dat hier sprake is van „tweerichtingsverkeer”. Er bestaat volgens Blinken grote zorg over de Russische hulp aan Noord-Korea als tegenprestatie, bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van raketten en het nucleaire programma.


Lees ook

In de bossen van Soemy voelt de strijd tegen Rusland steeds meer als een wereldoorlog

Oekraïense soldaten bewaken Russische krijgsgevangenen die onlangs zijn gevangengenomen tijdens gevechten in de regio Koersk, nabij de Russische grens in de regio Soemy, Oekraïne.