Tweeënzeventig dagen woonde Tyto, zoals Viola Barnes door haar vrienden wordt genoemd, in de top van een Tasmaanse myrtle-boom op een klein zelfgetimmerd platform, met een tentje als beschutting. „Mijn buren waren een familie zwarte kaketoes. Het is heel rustgevend.”
Zolang de kettingzagen niet aan staan, zegt ze er meteen bij. Want dat was de reden dat de 58-jarige met een rond brilletje en grijs krulhaar in de boom bivakkeerde. „Je moet het zien om te begrijpen hoe bijzonder dit oerbos is. Het is een sprookjesland. Dat ook maar iemand op de wereld eraan denkt om deze bomen te kappen, is onbegrijpelijk.”
Australië heeft 131,5 miljoen hectare inheems bos dat zich zonder menselijke invloed heeft ontwikkeld. Een van die bossen is de Tarkine, of Takayna zoals het in de inheemse Aboriginal-taal heet. Het gebied van ruim 400.000 hectare in het noorden van Tasmanië (ongeveer even groot als Noord-Holland en Utrecht bij elkaar) is het grootste gematigde regenwoud van Australië. Hier komt een van de oudste en hoogste bomen ter wereld voor, en leven inheemse diersoorten zoals de Tasmaanse duivel en de Australische maskeruil.
In het Tasmaanse bos komen de oudste en hoogste bomen ter wereld voor.
Foto Rob Blakers
Toch is dit unieke natuurgebied niet beschermd. De bossen worden gekapt door de houtindustrie of om plaats te maken voor mijnbouw. Om die reden zat Tyto al die tijd in de boom. „Ik zou het zó weer doen”, zegt ze terwijl ze zich verschuilt onder een deken op de achterbank van de auto met vierwielaandrijving. Mede-activist Colette Harmsen (48) zit achter het stuur. Het is vijf uur op een koude dinsdagmorgen en ze zijn onderweg naar de zandweg, waar de nu nog lege houtvrachtwagens het bos in rijden. Hier demonstreren ze bijna dagelijks.
Tyto heeft al een paar waarschuwingen gekregen van de politie, die de demonstranten tegenhoudt als ze het bos in willen gaan. Als ze wordt gezien, draait ze vrijwel zeker de gevangenis in, maar dat weerhoudt haar niet. „Ik kan het niet verdragen om thuis te zitten terwijl hier het oerbos wordt gekapt”, zegt ze vanonder de deken.
Toiletpapier
Volgens het Wereld Natuur Fonds is Australië het enige ontwikkelde land op de lijst van landen met de meeste ontbossing, en 40 procent daarvan vindt plaats op dit eiland. Al decennialang is Tasmanië daarom het toneel van een strijd tussen milieuactivisten en de houtindustrie.
De grootschalige bomenkap wordt uitgevoerd door Sustainable Timber Tasmania, dat volledig in handen is van de deelstaatregering. „Het hout wordt verkocht aan buitenlandse partijen, vaak uit Maleisië of China. Vervolgens worden deze bijzondere bomen vermalen tot houtsnippers of toiletpapier”, zegt ecoloog Jennifer Sanger, auteur van een recent rapport waaruit blijkt dat de boskap jaarlijks ruim 300.000 inheemse dieren doodt of verdrijft.
Volgens de regering is de houtindustrie van groot belang voor de lokale economie en levert ze meer dan 5.700 banen op. Maar het staatsbosbedrijf maakt al jaren verlies – tussen 1997 en 2017 omgerekend 800 miljoen euro – dat wordt opgevangen door de Tasmaanse belastingbetaler. „De houtindustrie wordt zwaar gesubsidieerd”, zegt Sanger. De regering draait voor alle kosten op, zoals infrastructuur en de toegang tot het bos. „De bedrijven die het hout kopen, krijgen het zo goed als gratis. Zij maken winst, dat geld gaat niet naar de Tasmaanse gemeenschap.”
Ook over de werkgelegenheid bestaat twijfel. In 2021 bleek dat slechts 885 mensen in de Tasmaanse houtindustrie werkten, inclusief plantages, en nog eens 1.430 mensen in verwante bedrijfstakken. Het gaat samen om minder dan 1 procent van alle banen in Tasmanië.
Toch beloofde de deelstaatregering bij haar aantreden begin dit jaar nog eens veertigduizend hectare inheems bos open te stellen voor de houtindustrie. Onbegrijpelijk, zegt Jenny Weber, campagneleider van de Tasmaanse natuurbeschermingsorganisatie Bob Brown Foundation. „Dit is een van de laatste wildernissen ter wereld en het thuis van zestig bedreigde diersoorten.” Ze staat in het vroege ochtendlicht op de zandweg waar Colette Harmsen haar auto parkeert. Tyto blijft onder de deken in de auto liggen, want even verderop staan twee politieagenten bij een kampvuur.
Drie maanden cel
Campagneleider Weber verhuisde twintig jaar geleden naar Tasmanië om „fulltime bossenverdediger” te worden. Ze is niet de enige. De meeste activisten hebben hun levens volledig omgegooid. Tyto verkocht haar huis en vertrok naar Tasmanië nadat ze de Tarkine had ontdekt. Harmsen was dierenarts, maar besloot in 2015 haar baan op te zeggen en zich volledig te richten op haar activisme. Vorig jaar zat ze drie maanden in de gevangenis. „Dat viel me eigenlijk reuze mee, alle andere gedetineerden waren het met me eens.”
De activisten zien er vermoeid uit, want normale nachtrust is er niet bij. „Meestal ga ik tussen zes en zeven ’s avonds naar bed, om om elf uur ’s avonds weer op te staan”, zegt Harmsen. Ze staat zo’n vijf meter van de politieagenten en drie anderen die de toegang tot het bos blokkeren en niet met NRC willen praten. Harmsen herkent ze inmiddels. „Ze worden ingehuurd door het staatsbosbedrijf om de hele nacht in hun auto de wacht te houden, zodat wij er niet langs kunnen.”
Klimaatverandering
Natuurlijke bossen zijn niet alleen belangrijk voor de biodiversiteit, maar ook voor het afremmen van klimaatverandering. Uit onderzoek blijkt dat oerbossen veel meer CO2 vasthouden dan jongere bossen. „Als we klimaatverandering willen beperken, zijn dit soort bossen enorm belangrijk”, zegt Scott Jordan (51). Ook hij is al ruim twee decennia betrokken bij de strijd om de Tarkine. Opnieuw aanplanten heeft geen zin, zegt hij. „Het duurt zeker duizend jaar voordat een gekapt regenwoud is hersteld.”
Dit argument wordt door de regering juist gebruikt vóór de houtkap. Felix Ellis is woordvoerder voor de houtindustrie. „Het uitdunnen van de inheemse bossen is nodig om bosbranden te voorkomen, waarbij anders veel CO2 zou vrijkomen”, zei hij tegen de Australische publieke omroep ABC. Bovendien stelt hij dat de CO2 die een boom tijdens zijn levensduur uit de atmosfeer haalt, opgeslagen blijft in het houten product. „Mensen die tegen de houtindustrie zijn, snappen niet dat het juist de beste manier is om klimaatverandering tegen te gaan.”
In 2012 leek er een einde te komen aan de bossenoorlog, toen de toenmalige Labor-regering besloot 500.000 hectare bos te beschermen, en milieugroepen beloofden te stoppen met demonstreren. Maar nadat de conservatieve Liberals in 2014 aan de macht kwamen, veranderden ze de status van dit beschermde bos in ‘toekomstig productiebos’, door de regering een ‘houtbank’ genoemd.
Een klimmer in een van de oude Tasmaanse bomen.
Foto Steven Pearce
Bij de deelstaatverkiezingen van afgelopen maart beloofden de Liberals meer oerbos voor de houtindustrie beschikbaar te stellen. De partij kreeg wel de meeste stemmen, maar geen meerderheid, en vormt sindsdien een minderheidsregering. Volgens een peiling van de progressieve denktank Australia Institute is slechts 37 procent van Tasmaniërs het eens met het plan, tegenover 57 procent tegen. Toch zet de regering door. „Wij laten ons niet chanteren door milieuactivisten”, aldus Ellis.
Als de eerste vrachtwagen vol boomstammen het bos uitrijdt, houden de activisten het voor gezien. Ze rijden naar een ander deel van het bos dat ze eerder met succes hebben beschermd. „Voel hoe zacht de grond is”, zegt Jordan terwijl hij voorzichtig door het bos stapt. „Dat komt door de vele lagen humus, die heel veel CO2 opslaan.” Hij kijkt omhoog naar de gigantische bomen. „Dat is een eucalyptus, ik vermoed zo’n vierhonderd jaar oud.” De bast bladdert als papier, op de grond liggen ovale eucalyptusbladeren. Jordan wijst naar het natte mos dat de bosgrond bedekt. „Hier groeien ook spookpaddestoelen, die ’s nachts oplichten”, zegt hij met ogen die glimmen van enthousiasme.
Gepolariseerd
De bescherming van de bossen is een gepolariseerd onderwerp onder de Tasmaanse bevolking. „Daarom durft geen enkele partij het aan om de kap van ons oerbos te stoppen, terwijl het bijna niets oplevert voor onze economie. Het is puur een ideologisch spel geworden.”
De strijd is sinds de verkiezingen weer opgelaaid. „Mensen haten ons greenies”, beaamt Harmsen, die het contact verloor met een groot deel van haar familie. „Ze geven mij en milieuactivisten de schuld van alles wat er mis is in de wereld, want wij zouden banen en groei tegenhouden.”
Hoewel ze meestal moeten afdruipen zonder de houtkap te hebben tegengehouden, denkt ze niet aan stoppen. „Het is gemakkelijk om je soms teneergeslagen en wanhopig te voelen”, zucht Harmsen, terwijl ze gaat zitten op een boomstronk. Ze legt een hand op de verweerde bast. „Toch zal ik nooit opgeven, ik ga nog liever dood.”
Na krap een uur spelen balt Noa Lang ingetogen juichend zijn vuist. Door zijn assist op aanvoerder Luuk de Jong lijkt PSV met twee snelle goals de wedstrijd tegen FC Twente te hebben beslist. Het staat 3-1 voor de bezoekers uit Eindhoven. Toch zal Lang weten dat hij schatplichtig is aan degene die een paar tellen eerder met een voorzet de hele Twentse verdediging uiteen deed splijten: Guus Til.
Met een doelpunt en een assist is Til ook al bij de eerste twee goals van PSV betrokken. Zijn waarde is donderdagavond groot – en dat terwijl hij pas kort voor de wedstrijd tegen FC Twente hoorde dat hij in de basis zou starten. Malik Tilman, het creatieve brein van PSV, kwam donderdagmiddag te laat bij de wedstrijdbespreking en werd door trainer Peter Bosz voor straf op de bank gezet.
Het is niet voor het eerst dit seizoen dat een speler van PSV te laat is. Ismael Saibari werd om die reden zelfs kortstondig buiten de selectie gezet, en nu was het Tilman die op de bank moest plaatsnemen. Net als toen werd hij vervangen door Til.
Het is opmerkelijk dat spelers van PSV te laat komen. Van trainer Peter Bosz dient iedereen bij PSV scherp te zijn. Niet langer vanwege de strijd om de landstitel, die ondanks het verlies van Ajax afgelopen weekend niet meer spannend lijkt te worden. Weinigen in Eindhoven zullen geloven dat Ajax van de vier resterende wedstrijden er twee gaat verliezen.
Een verliespartij of gelijkspel in Enschede zou voor PSV de spanning volop terugbrengen – maar dan om behoud van de waardevolle tweede plek op de ranglijst, die directe plaatsing voor de Champions League garandeert. PSV staat vijf punten voor op Feyenoord; bij verlies zouden de Rotterdammers tot op twee punten kunnen naderen, om het volgende week in de eigen Kuip in een rechtstreeks duel af te kunnen maken.
Voor FC Twente stond er bij de aftrap donderdag een stuk minder op het spel. Na een goede Europese campagne overheerst chagrijn in Enschede. In de competitie haalde Twente in de afgelopen elf wedstrijden slechts zestien punten. De strijd met FC Utrecht om plek vier is daardoor zo goed als beslist. De ploeg van trainer Joseph Oosting lijkt op voorhand vrijwel zeker af te koersen op de play-offs voor Europees Voetbal.
Flitsende openingsfase
Toch is het donderdag FC Twente dat in de eerst minuut meteen de aanval kiest. En met succes: nog voor het grote spandoek van de sfeeractie op het fanatieke Vak P in zijn geheel de grond heeft bereikt, staat het al 1-0. Na gestuntel achterin bij PSV, waar rechtsback Richard Ledezma een bal volledig verkeer inschat, kan aanvoerder Ricky van Wolfswinkel tussen vier PSV-verdedigers in het strafschopgebied vrij aannemen en binnentikken. Ook Armando Obispo, centraal achterin in plaats van de geblesseerde Olivier Boscagli, kan niet voorkomen dat de bal al binnen de minuut weer richting middenstip kan voor de aftrap. De Grolsch Veste ontploft, PSV moet aan de bak.
Het felle begin van de thuisploeg krijgt alleen geen vervolg. PSV, dat speelt zonder Serginho Dest, Malik Tillman en Jerdy Schouten, is desondanks heer en meester in de Grolsch Veste. Door snelle combinaties weet Ryan Flaming in de opbouw telkens de vrije man te vinden. Dat zorgt al snel voor de eerste kansen voor de Eindhovenaren. Na vijf minuten wordt een schot van Ivan Perisic door Twente-keeper Unnerstall gepakt. Niet veel later zet Guus Til voor, waarop de bal halfhoog voor de rechtervoet van Ivan Perisic komt. De Kroaat haalt ineens uit en laat Twente-keeper Unnerstall kansloos: 1-1.
Ook na de gelijkmaker kan PSV eenvoudig druk zetten en kansen creëren – waar het ook alle gelegenheid toe krijgt. Twente geeft veel ruimte weg en laat wegspringende ballen na luchtduels, de zogenaamde ‘tweede bal’, veel te vaak aan de bezoekers. Twente-keeper Unnerstall, de Twentse lat en de paal voorkomen dat het voor rust al 4-1 voor de PSV staat.
Ook in de tweede helft maakt een snel combinerend PSV dankbaar gebruik van de grote ruimtes die het krijgt. De twee goals na rust, een kopbal van Til en een intikker van De Jong, zorgen dat de laatste hoop bij de thuisploeg de kop in wordt gedrukt. Van de tribunes klinkt gefluit en gemopper als Saibari namens opnieuw een grote kans mist. FC Twente is onmachtig om er iets aan te doen.
Ook Sem Steijn, naar wie deze week volgens diverse media nadrukkelijk is geïnformeerd door Feyenoord, kan donderdag het verschil niet maken. Als hij daadwerkelijk de overstap maakt, had Steijn zijn toekomstige club en zichzelf een groot plezier kunnen doen door te scoren. Maar de topscorer van de Eredivisie komt niet in het stuk voor.
Na de wedstrijd gaat het vooral over het incident met laatkomer Tilman, die in de tweede helft alsnog binnen de lijnen kwam. Volgens Joey Veerman werd in de kleedkamer gelachen dat Til vaker mazzel heeft door de laatkomers. “Hij heeft al vijf bonuswedstrijden gespeeld.”
Trainer Peter Bosz beaamt dat het te laat komen een terugkerend probleem is in zijn selectie. “In het begin doe je het af met boetes, maar als het vaker gebeurt moet je ingrijpen.” Al wil hij niet zover gaan om de terugval van zijn ploeg in de competitie toe te schrijven aan het laatkomen. “Dat is speculeren.” Over de wedstrijd is Bosz kort en tevreden. “We hebben gewonnen en we hebben dat met goed voetbal gedaan. Daar is geen discussie over.”
Bewoners van sociale huurwoningen kregen voor de uitkomst van de Voorjaarsnota nog een brief op de deurmat met een aankondiging van toekomstige huurstijgingen. Dat moet elk jaar vóór 1 mei. Maar die verhogingen gaan nu niet meer door, omdat de coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB tijdens de onderhandelingen van de Voorjaarsnota besloten de sociale huren voor dit en komend jaar te bevriezen.
Het kabinet kan huurders en corporaties nog geen duidelijkheid geven over de precieze uitwerking van dit plan, bleek woensdagavond uit een woondebat over de huurbevriezing. Zo is er nog niet besloten voor welke huurders de bevriezing precies gaat gelden. De coalitie kon niet zeggen of dit alleen voor huurders van woningcorporaties gaat gelden, of ook voor de 400.000 mensen in een sociale huurwoning van particuliere verhuurders.
Woningcorporaties waarschuwden dat de bouw van nieuwe huurwoningen stil kan komen te liggen door een verminderde investeringscapaciteit. Het kabinet kondigde daarop een compensatie van 1,1 miljard euro aan, maar ook dat is nog geen voldongen feit. Bovendien zal dat niet genoeg zijn, stellen corporaties.
‘Huurbevriezing is bouwbevriezing’
Vorige week besloten de coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB in de Voorjaarsnota om de sociale huur voor dit en komend jaar niet te laten stijgen. Ook wil de coalitie de Wet betaalbare huur versoepelen. Die wet ging vorig jaar in om een maximum te stellen aan de huurprijzen voor middelhoge huurwoningen in de particuliere huursector. Met de huurbevriezing worden de lasten voor sociale huurders verlicht, is het idee erachter.
Mogelijk is hier sprake van een politieke ruil tussen de VVD en PVV. De PVV wil graag de huren verlagen en de VVD wil de huurmarkt niet begrenzen. Maar verantwoordelijk minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting (BBB) is sceptisch over de huurbevriezing, zei ze woensdag in het debat. De compensatieregeling van 1,1 miljard die door de coalitiepartijen op tafel is gelegd, noemt ze „zeer beperkt” en onvoldoende om de investeringscapaciteit van corporaties te compenseren.
Zelf was Keijzer niet aanwezig bij onderhandelingen over de Voorjaarsnota, daar discussieerden partijleiders van de coalitie, maar als woonminister zal ze de komende weken wél die duidelijkheid moeten bieden. ,,Had ik dit liever anders gezien? Ja natuurlijk, maar dat is niet de vraag die voorligt”, zei Keijzer na de uitkomst van de Voorjaarsnota.
Opvallend is dat Merlien Welzijn, NSC-Kamerlid en woordvoerder van wonen voor haar partij, zich kritisch uitlaat over de huurbevriezing. Zij meldde zich afgelopen week ziek en uitte donderdagochtend in een bericht via Linked haar onvrede over de maatregel. Ze is „met stomheid en verbazing geslagen”, zegt ze daar. „Immers, huurbevriezing is bouwbevriezing.”
Oppositiepartijen vinden de compensatieregeling veel te mager en stellen dat de woningbouw hiermee op slot raakt. Ze wijzen in het debat herhaaldelijk op de eerder gemaakte afspraken van het kabinet tijdens de Woontop in december. Daar is toen afgesproken jaarlijks zeker 100.000 woningen te bouwen tot 2030.
Maar de coalitiepartijen stelden niet te geloven in de „rampscenario’s” die de oppositie schetst. VVD-Kamerlid Peter de Groot zei dat corporaties „misschien nog wel 70 tot 80 miljard” in de kas hebben. „Dus er kan echt nog wel wat.” De Groot verwees naar de overgebleven investeringscapaciteit van de woningbouwcorporaties voor de komende tien jaar, die de vereniging van woningcorporaties Aedes bekendmaakte.
Leencapaciteit
Maar woningcorporaties hebben weinig financiële beweegruimte volgens Johan Conijn, emeritus-hoogleraar woningmarkt aan de Universiteit van Amsterdam en directeur bij financieel adviesbureau Finance Ideas. Er klopt „helemaal niets” van de stelling dat corporaties nog wel 70 tot 80 miljard euro als reserves hebben, zegt hij.
Voor nieuwbouw is er volgens hem überhaupt te weinig geld. Om te bouwen moeten corporaties alles lenen, stelt Conijn. Corporaties gebruiken huurinkomsten voor onderhoud, woningverbetering en om belastingen en rente op leningen te dekken. Maar als die inkomsten te laag zijn, mogen corporaties geen nieuwe leningen afsluiten voor toekomstige projecten, legt hij uit. En dan komt de bouw stil te liggen, is de grote angst van woningcorporaties. Dat terwijl die afgelopen december nog aangaven maximaal te willen lenen om te bouwen om de woningcrisis aan te pakken.
De effecten van de huurbevriezing zullen corporaties vanaf 2027 pas in hun kas gaan merken, maar de huurbevriezing heeft nu wel degelijk consequenties voor hun bouwplannen, zegt Conijn. Door de huurbevriezing komen woningcorporaties vanaf 2027 jaarlijks ruim 1 miljard euro te kort. Met die kennis kunnen corporaties nu al geen toekomstige leningen afsluiten, zegt hij.
Omdat corporaties jaarlijks ruim 1 miljard euro mislopen, daalt hun investeringscapaciteit met 49 miljard euro, maakte Aedes deze week bekend. „Dat is het totale bedrag dat corporaties de komende tien jaar niet meer kunnen lenen”, zegt Conijn. De huurbevriezing heeft dus nu al consequenties, want leningen voor de toekomst mogen niet meer afgesloten worden. Conijn: „De schaduwen worden meteen vooruit geworpen.” Daardoor verwacht Aedes dat zeker 170.000 van de geplande 254.000 woningen de komende tien jaar niet gebouwd kunnen worden.
Volgens branchevereniging Aedes kunnen 170.000 van de geplande 254.000 woningen de komende tien jaar niet gebouwd worden
Bij het uitblijven van duidelijkheid sloegen woningcorporaties deze week zelf aan het rekenen. Zo verwacht overkoepelende woningcorporatie Vereniging Sociaal Verhuurders Haaglanden (SVH) de komende tien jaar nog maar zeven- tot achtduizend huizen te kunnen bouwen onder meer in Den Haag en Delft, in plaats van de geplande vijftienduizend, zegt voorzitter Zakaria El Khetabi. „We zaten financieel al knel, dus het nieuws over de huurbevriezing viel bij ons in als een bom.”
Woningcorporatie DeltaWonen schetst een zelfde soort scenario. De corporatie maakt deel uit van een samenwerkingsverband met andere corporaties in dat van de achtduizend woningen die volgens plan gebouwd zouden worden in West-Overijssel de helft niet zal doorgaan.
Onduidelijkheid
Minister Keijzer stelde woensdagavond in het debat „heel gemotiveerd” te zijn om zo snel mogelijk de consequenties van de huurbevriezing in kaart te brengen. Hierbij gaat ze onderzoeken of de beoogde 1,1 miljard aan compensatie wel voldoende is.
De Woonbond meldde donderdag overspoeld te worden door vragen van huurders uit de sociale sector over de plotselinge huurbevriezing. Die onzekerheid herkent Martijn Sweitser, directeur wonen van DeltaWonen: de woningcorporatie had al een groot deel van haar huurders bericht over de aankomende huurstijgingen. „Huurders snappen niet waar ze aan toe zijn”, zegt Sweitser, „en wij kunnen hen ook geen uitsluitsel bieden.”
Je ziet ze niet, je hoort ze niet, je ruikt ze wel. De lucht is strakblauw en de wind waait de haren van Eugenie Dings de lucht in. „Wat ruik je nu eigenlijk?”, vraagt ze hardop. Dings woont haar hele leven al tussen de veehouders en haar ouders hielden ook varkens. De geur doet haar denken aan haar jeugd, de kleren van haar moeder. „Dit ruikt niet naar varken”, zegt ze. „Dit is een rottende geur.”
Tegenover haar huis in Grubbenvorst, aan de overkant van de straat, staat een joekel van een stal, wellicht de grootste varkensstal van Nederland. Verdeeld over twee verdiepingen huisvest deze ‘etagestal’ 19.000 vleesvarkens. De gemiddelde varkensboer houdt er 4.700.
De geur valt vandaag eigenlijk nog wel mee, zegt Marc Vergeldt, de man van Eugenie Dings. „Voor mijn gevoel is dit 20 à 30 procent van wat het kán zijn.” Als de wind in de richting van hun huis waait moeten de deuren en ramen dicht. „Als ik dan in de tuin werk, heb ik binnen de kortste keren een droge mond. Dan proef ik de ammoniak”, vertelt Vergeldt. Ze hebben, net als alle buren, een airco laten inbouwen zodat in de zomer de ramen niet open hoeven.
Aan het eind van dit jaar kunnen Dings en Vergeldt opgelucht ademhalen. Dan zal de gloednieuwe stal, gebouwd in 2019, leegstaan. De varkenshouder krijgt 20 miljoen euro om hem te slopen, blijkt uit onderzoek van NRC en Follow the Money. Zo veel geld is de overheid bereid te betalen voor terugdringing van de stikstofuitstoot van varkens.
Als ik in de tuin werk, krijg ik een droge mond en proef ik de ammoniak
Dit is een verhaal over schaalvergroting, kostenbesparing en het zo efficiënt mogelijk produceren van vlees. Over een leefomgeving die steeds luider piept en kraakt, door stankoverlast, zorgen over dierenwelzijn en stikstofneerslag. En over de tientallen miljoenen die het kost om kleine beetjes stikstof kwijt te raken.
‘Gewoon varkenslucht’
De eigenaar van de megastal in Grubbenvorst is de Houbensteyn Groep, van oorsprong gevestigd in het dorp Ysselsteyn in Venray, dé varkensgemeente van Nederland. In 2018 telde Venray 650.000 varkens – zo’n vijftien stuks per inwoner. Het zijn er nu nog altijd meer dan een half miljoen. Houbensteyn Groep is er de grootste varkenshouder.
Ysselsteyn is vernoemd naar Landbouw-minister Hendrik Albert van IJsselsteyn, die rond 1920 opdracht gaf dit deel van De Peel te ontginnen. In de jaren zestig nam Jan Houben er de boerderij van zijn schoonvader over. Het was een gemengd bedrijf, zoals gebruikelijk in die tijd: met akkerbouw, maar ook vleesvarkens en pluimvee. Houben richtte zich al snel op varkens, en bouwde het bedrijf in rap tempo uit. „Zaken zijn net kruiwagens; ze staan stil als men ze niet voortduwt” viel te lezen op de muur van zijn kantoor.
Jan Houben was de heer van Houbensteyn, dorpelingen keken tegen hem op. Al in de jaren tachtig hield hij op een computer de productiviteit van de zeugen bij. „Een slechte zeug is de dievegge van de portemonnaire van het bedrijf”, zegt Houben in 1983 tegen het Limburgsch Dagblad.
In die tijd wordt de veehouderij geen strobreed in de weg gelegd. Over omwonenden hoeft Houben zich geen zorgen te maken: over de stank klaagt niemand. „Het is gewoon varkenslucht”, zegt een omwonende eind jaren 80 tegen NRC Handelsblad in een reportage vanuit „de aars van Nederland”. Boerenpartij CDA is oppermachtig in de gemeente. Jan Houben zelf zit voor die partij een tijdlang in de Provinciale Staten.
Maar waar het vlees van de varkens van Ysselsteyn te gelde wordt gemaakt op de wereldmarkt, overschrijden de tonnen mest die de mestvarkens produceren de draagkracht van het hele gebied. Het stikstofoverschot uitte zich in jaren tachtig in zure regen, en nu in de bedreiging van kwetsbare plant- en diersoorten in natuurgebieden.
Carnaval
Als Martin Houben eind jaren negentig de Houbensteyn Groep overneemt van zijn vader, beginnen de omstandigheden te veranderen. De druk op de intensieve veehouderij neemt toe. In Ysselsteyn is daar aanvankelijk weinig van te merken – CDA-wethouder Jan Loonen noemt in 2012 iedere stal nog „een zegen”. Maar ook in de gemeente Venray is de partij niet langer oppermachtig. Venray Lokaal, inmiddels de grootste partij, wil de intensieve veehouderij inperken.
Martin Houben kan met iedereen praten. Hij gaat het gesprek aan met buurtbewoners die hem aanspreken op de stank van zijn bedrijven. Ze doen dat voorzichtig, met „gesprekken aan de keukentafel”. Kritiek op overlast van veehouders ligt gevoelig – ook familie en vrienden werken vaak in de veehouderij. Houben snapt hun klachten wel, zegt een van hen. „Hij vindt het niet fijn dat wij er last van hebben, maar wil er pas wat aan doen als hij er ook wat aan heeft.” Met carnaval drinkt een van de buurtbewoners gewoon een pint met Houben.
De etagestal in Grubbenvorst (achter oude stallen) die voor 20 miljoen euro wordt gesloten. Varkensstallen van Houbensteyn in Ysselsteyn, waar je door een raam naar de varkens kunt kijken
Foto’s John van Hamond
Ook politieke tegenstanders kunnen met Houben door één deur. André van Maarschalkerwaard, die in de gemeente Venray GroenLinks oprichtte, komt hem weleens tegen. „Ik kan best goed met hem praten. Als ik hem hoor, denk ik: als ondernemer snap ik jou wel.” De veehouder is een „echte zakenman, een handige rekenaar”, zegt Van Maarschalkerwaard. Hij ziet hem in het dorp rondrijden in een bedrijfswagentje, niet in dure auto’s zoals sommige andere veehouders.
Houben zit in de dorpsraad en stopt het verenigingsleven van Ysselsteyn regelmatig wat geld toe. Houbensteyn is sponsor van sv Ysselsteyn; de naam staat op de shirts van korfbalvereniging De Peelkorf; Houbensteyn geeft geld aan muziekvereniging De Peelklank, aan punkfestival Jera on Air en aan het jaarlijkse wandelevenement. Een burgerinitiatief dat glasvezel in de dorpen rond Venray wil aanleggen, wordt getrokken door Houben.
Insectenhotel
Houben heeft ook een antwoord op de aanzwellende maatschappelijke kritiek op de industriële veehouderij.
‘Vaerkes kieke’, staat op een groot bord aan de kant van de weg bij een van zijn stallen aan de Ysselsteynseweg, en ‘Beleef de varkenshouderij’. Houben vroeg een bedrijf gespecialiseerd in wildlife and environment solutions om de biodiversiteit op het perceel te verbeteren. Een informatiebord vertelt over nestkasten voor vogels, broedkorven, een insectenhotel en een huiszwaluwtil.
Binnen kan iedereen zien hoe Houben zijn varkens houdt. Achter een dikke ruit scharrelen enkele tientallen biggen rond. Er ligt een bezoekersboek, waarin bezoekers hun handtekening hebben gezet. „Ze zijn al slachtrijp”, schreef iemand. „Zielig dat die biggen dag en nacht in de stront moeten leven”, schreef een ander. Op de gevel hangt, boven de vleermuiskasten, een groot bord met een vrolijk roze biggetje. „Het ware verhaal” valt via een QR-code te lezen op thepigstory.nl.
„Het varken is het ultieme kringloopdier omdat het spijsverteringskanaal heel erg lijkt op dat van de mens”, vertelt Houben op de website. Varkens krijgen daarom restproducten uit de levensmiddelenindustrie te eten, zoals bierbostel van brouwerijen of de schillen van frietfabrikanten. „Mijn dieren krijgen elke dag friet, gebak en bier”, zegt Houben. Hij heeft „een kok” in dienst, die de „maaltijden” voor de varkens bereidt. De mest gaat in een mestvergister, dat levert energie op. De kringloop, claimt Houben, is zo gesloten. Milieuvriendelijker kan niet – per kilo vlees komt er op die manier veel minder broeikasgas vrij dan in de gemiddelde varkenshouderij, liet Houben eens berekenen.
De varkens krijgen ook elke dag een flesje yakult, stelt Houben op de Facebookpagina van het bedrijf. Dat is goed voor „de weerstand”, en zou helpen tegen winderigheid.
Weegschaal in de vloer
De etagestal in Grubbenvorst moet de productie van varkensvlees nog grootschaliger én nog milieuvriendelijker maken. Sinds 2004 probeert Martin Houben die droom te verwezenlijken. Het idee: álles verzamelen, niet in dezelfde straat, maar op hetzelfde bedrijventerrein: zeugen, biggen, varkens en mestverwerking. De stal moet vol met technische snufjes komen te zitten: een weegschaal in de vloer die het gewicht van de varkens monitort, sensoren die ammoniak en CO2-uitstoot bijhouden, een koelsysteem dat de lucht in de zomer fris houdt.
Mijn dieren krijgen elke dag friet, gebak en bier
Kippen zijn ook onderdeel van dit ‘Nieuw Gemengd Bedrijf’. Een kippenboer, Marcel Kuijpers, heeft hetzelfde idee als Houben – de 1,1 miljoen kippen die dit pluimveebedrijf van de toekomst zou moeten gaan tellen, worden op dezelfde plek geslacht als waar ze uit het ei zijn gekomen. Het aantal kippen is zo groot, staat in een brochure uit 2016, dat de slachterij dagelijks 32.000 kippen kan verwerken. Luchtwassers moeten de uitstoot van ammoniak en stank reduceren.
De megastal krijgt de handen op elkaar in Den Haag. Topambtenaren noemen het Nieuw Gemengd Bedrijf als voorbeeld van „innovatieve ideeën” in de landbouwsector, staat in een advies uit 2007 aan het kabinet over megastallen. Het ministerie en de provincie geven ruim twee miljoen euro subsidie. Henk Bleker, destijds staatssecretaris van Landbouw voor het CDA, noemt het in 2012 „een heel interessant concept”, dat „dierenwelzijn, milieu, mestverwerking … allemaal tip-top voor mekaar” had.
Ook de vakpers volgt de ontwikkeling op de voet – onder wie BBB-leider Caroline van der Plas, destijds redacteur voor Pig Business en Nieuwe Oogst. „In totaal zullen er 1,1 miljoen kippen en 30.000 varkens op duurzame en diervriendelijke wijze op verschillende locaties worden gehouden”, schrijft Van der Plas in 2013.
Illustratie Roland Blokhuizen
Met de mest van hun twee veebedrijven kunnen Houben en Kuijpers gezamenlijk een mestvergister draaiende houden. Daarin wordt met de mest biogas en warmte opgewekt voor in de stallen en voor naburige tuinders. Om de mest bij de vergister te krijgen, zouden er leidingen in de grond aangelegd moeten worden. Bleker past er de Meststoffenwet voor aan.
Het Nieuw Gemengd Bedrijf komt nooit helemaal van het papier af. De bouw raakt jaren vertraagd. Er staan veel minder dieren dan de bedoeling was, de tuinders die het gas zouden afnemen trekken zich terug. De vergister is er nooit gekomen.
Remkes-proof
Eugenie Dings heeft wel een vermoeden waarom er tienduizend varkens minder tegenover haar huis staan dan Houben wilde. Een extra stal voor biggen is er nooit gekomen, de vergunning is nog niet rond. „Dat komt door onze rechtszaken.”
Waar in Ysselsteyn doorgaans op zachte toon geklaagd wordt over de stank, stappen Eugenie Dings en Marc Vergeldt snel naar de rechter. Valentijn Wösten, de advocaat van milieuorganisatie MOB, staat hen bij.
Toch kan in 2019 de schop in de grond. Binnen een paar maanden staan er twee gloednieuwe stallen, met 250.000 kippen en 20.000 varkens. Kuijpers en Houben zijn vol zelfvertrouwen als de stallen worden geopend. „Ze komen vanuit het hele buitenland kijken wat we hier aan het doen zijn”, zegt Houben tegen journalisten. Het is een paar maanden na de uitspraak van de Raad van State die de stikstofcrisis ontketende, Johan Remkes heeft net zijn eerste advies naar het ministerie van Landbouw gestuurd. Remkes adviseert in zijn rapport Niet alles kan om in te grijpen in de veestapel. Maar deze stallen, zeggen Kuijpers en Houben tegen het FD, zijn „Remkes-proof”.
Desondanks stapelen de procedures zich op. Houben moet van de rechter geurmetingen laten uitvoeren. De uitbreiding met 5.000 zeugen en 10.000 biggen komt er nooit. Het aantal varkens moet op last van de rechter zelfs met 1.000 worden verlaagd. Houben laat een expert kijken naar de luchtwassers, die minder stank blijken te reduceren dan wordt beweerd. „Je moet Houben nageven: hij probeerde er in elk geval wat aan te doen”, zegt Vergeldt. Onder de streep verandert er weinig. „Houben zegt: ik vind die buren belangrijk. Maar ik heb ook een vergunning. En ik ben niet van plan om meer te doen dan de letter van de wet mij voorschrijft.”
Want er valt heus wel wat te doen aan de geuroverlast, zegt geurexpert Hugo van Belois. De luchtwassers van Houben zijn „vrij doorsnee”, zegt hij. „Er wordt geclaimd dat ze 85 procent van de ammoniak-uitstoot reduceren, maar gemiddeld gaat het maar om 45 procent, blijkt uit onderzoek. In Duitsland worden veel betere luchtwassers gebruikt.” Houben kan ook een hoge schoorsteen op de stal zetten, suggereert Van Belois. „In de industrie is het verplicht om een schoorsteen van tientallen meters te plaatsen. In het geval van Houben zou het zomaar een factor 4, 5 kunnen schelen in de geuroverlast.”
Houben begint zich af te vragen in hoeverre zijn vergunningen straks houdbaar zijn. Het leidt ertoe dat hij een ingrijpende beslissing neemt: hij gaat gebruikmaken van de uitkoopregeling voor piekbelasters en stopt met het houden van varkens. Het bedrag dat hij ervoor kan krijgen, is goed genoeg.
‘Woest aantrekkelijk’
Martin Houben is er open over: hij stopt vanwege het geld – en omdat Nederland volgens hem niet meer zit te wachten op grootschalige veehouderij. Liever was hij gewoon doorgegaan. „Ze zeggen wel eens: je moet je hart volgen. Dat hebben wij niet gedaan. Ik moet nu mijn levenswerk afbreken”, zegt hij in een kort telefoongesprek. Daarna wil hij alleen nog schriftelijk reageren.
Het stankprobleem was volgens Houben oplosbaar, met betere luchtwassers. Maar die kosten veel geld, en er moeten nieuwe vergunningen voor worden aangevraagd. „Onzekere processen”, noemt hij het. Juist daar heeft hij genoeg van. In zijn schriftelijke reactie aan NRC en Follow The Money verwijst hij naar het steeds veranderende landbouwbeleid, dat hij „een last voor ondernemers” noemt. „We worden als een zware milieubelaster weggezet. Dat heeft mij enorm geraakt.” Maar, zegt hij: „Zakelijk is het gewoon een goed besluit.”
De overheid betaalt ook goed. Voormalig stikstofminister Christianne van der Wal (VVD) noemde het bod „woest aantrekkelijk”: boeren die meedoen, krijgen 120 procent van de bedrijfswaarde. Ook de sloopkosten worden vergoed. In totaal is er 1,8 miljard euro voor uitgetrokken. De regeling is sinds december gesloten.
Bij varkensstal van Houbensteyn in Ysselsteyn.
Foto John van Hamond
Het animo is boven verwachting, vindt het ministerie van Landbouw: 917 boeren wilden aan de uitkoopregeling meedoen. 54 aanvragen werden afgewezen, en 151 boeren trokken zich uiteindelijk tochterug. Enkele tientallen aanvragen zijn nog in behandeling.
Gemiddeld wordt er dus zo’n 2,5 miljoen euro per bedrijf betaald. Maar voor de megastal van Houben heeft de staat een veel groter bedrag over: ongeveer 20 miljoen euro, blijkt uit berekeningen met de rekentool van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, die de uitkoopregeling afhandelt. De stal is gloednieuw én groot – daar betaalt het ministerie het meest voor.
Dat wil niet zeggen dat de stal ook veel stikstofwinst oplevert. Als Houben stopt, landt er zo’n 4.300 mol minder stikstof op kwetsbare natuur binnen een straal van 25 kilometer – zo’n 60 kilogram. Dat betekent dat de overheid bijna 330 euro per gram stikstof betaalt. Dat is meer dan drie keer de goudprijs – die momenteel met zo’n 94 euro per gram al recordhoogtes bereikt.
Houben laat bovendien ál zijn varkenshouderijen uitkopen, want al zijn negen locaties zijn piekbelasters. Hij krijgt daar, bovenop de 20 miljoen voor de stal in Grubbenvorst, nog eens ongeveer 30 miljoen euro voor.
Rentenieren
Houben vindt het terecht dat de overheid flink de portemonnee trekt. „Wij hebben veel grote locaties, en hebben grote vermogensschade. Ik zie het niet als euro’s per gram ammoniak, maar als een schadevergoeding voor het stoppen van mijn bedrijf.”
Waarschijnlijk kan hij stoppen met werken. Maar daarvoor hoefde hij het niet te doen, want hij kón al rentenieren, blijkt uit jaarrekeningen: in 2023 maakte zijn bedrijf 4,3 miljoen euro winst.
De bijna 50 miljoen euro die de staat, als alles goed gaat, betaalt, komt niet linea recta in de portemonnee van Houben terecht. Ongeveer 5 miljoen euro is een vergoeding voor de sloopkosten. Hij heeft ook een schuld van zo’n 20 miljoen aan leningen open staan, onder meer voor de bouw van de stal in Grubbenvorst. Ook komt er een flinke aanslag van de Belastingdienst – in principe moet Houben de helft van wat overblijft na aftrek van de kosten afdragen aan de fiscus, al zijn er constructies waarbij er minder betaald hoeft te worden.
Illustratie Roland Blokhuizen
Wat Houben met de miljoenen die overblijven gaat doen, wil hij niet zeggen. „Ik blijft ondernemen”, zegt hij in het korte telefoongesprek. „We zijn op zoek naar andere projecten. Daarin gaan we het geld investeren.” Hij hoopt, zegt hij, dat zijn besluit de sector lucht geeft. „Ik hoop dat andere varkenshouders met rust gelaten worden.”
Zijn besluit komt onder varkenshouders hard aan. „Ongelofelijk, onwerkelijk”, reageert Linda Verriet, voorzitter van de belangengroep voor varkenshouders, op Facebook. „Ik word hier zo enorm moedeloos van. De mooiste bedrijven, beste ondernemers en meest duurzame locaties stoppen.”
Ammonia Avenue
„Hier links liggen nog wat hopen zand, daar zijn al stallen weg. En de stallen rechts gaan ook weg.” Oud-raadslid André van Maarschalkerwaard rijdt met zijn auto door het buitengebied van Ysselsteyn, langs de ene na de andere stal die verdwijnt.
In de gemeente Venray was de interesse in de uitkoopregelingen het grootst: 72 veehouders deden een aanvraag. Nu rijdt Van Maarschalkerwaard elke dag langs stallen met stapels dakplaten en spanten in het buitengebied van Ysselsteyn. Hij wijst op een stal waar de lichtkoepels uit het dak gesloopt zijn. „Alles wat waarde heeft, wordt nog verkocht, soms zelfs de buitengevels.”
Ik word hier zo enorm moedeloos van. De beste ondernemers en meest duurzame locaties stoppen
„Lange tijd was het buitengebied een no-goarea”, zegt Van Maarschalkerwaard. „Het is hartstikke mooi dat zoveel veehouders stoppen. Maar we moeten niet vergeten dat Venray decennialang koploper is geweest in het aantal varkens per hoofd van de bevolking. Het duurt nog wel even tot de balans hersteld is.”
De rit gaat verder, over de Ysselsteynseweg – soms spottend Ammonia Avenue genoemd. Hier staan de stallen van Houben nog trots overeind. Aan de straatkant staan borden met het logo van Houbensteyn. Binnenkort liggen ook hier hopen zand en dakplaten. Binnen staat de laatste generatie vleesvarkens.