Opinie | Feiten en cijfers in het asieldebat zijn niet immoreel

Dit pleidooi heeft geen begin dat iedereen vrolijk zal stemmen, hopelijk wel een einde dat instemming verkrijgt. Want we moeten de politieke asielcrisis samen oplossen, met cijfers én mededogen met degenen die hun land moeten ontvluchten. Die crisis behelst het spanningsveld tussen de in veel EU-landen democratisch uitgesproken wens  voor minder (asiel)immigratie versus de moeilijkheid om die wens tot uitvoering te brengen.

Solidariteit begrenzen we met economische normen. De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving hing in 2006 een prijskaartje aan de maximale medicijnkosten per ‘gewonnen levensjaar’: 80.000 euro. Verkeer eiste in Nederland sinds 1950 ruim 110.000 sterfgevallen, toch passen we verkeersveiligheidsmaatregelen alleen toe als ze voldoende mensenlevens redden. Het zijn barre, soms abject ogende rekensommen, die voortkomen uit een besef van schaarste: we kunnen niet de helft van ons bruto nationaal product uitgeven aan zorg of verkeersveiligheid. Wie redden we en tegen welke prijs?

In het asieldebat lijkt er voor dit soort cijfers vaak geen ruimte. Zo maakte de linkse oppositie zich sterk voor een permanent verblijf van de Armeense Mikael na de afwijzing van het asielverzoek van zijn moeder. Om hier twee cijfers te noemen: er leven in Armenië zeshonderduizend kinderen tot 15 jaar, van wie 35 procent onder de armoedegrens. Maken we ons ooit druk om hun lot?

‘Cherrypickende charlatan’

Al sinds de jaren tachtig slingert het asielbeleid heen en weer tussen mededogen voor zichtbare vluchtelingen (sinds 1985 gemiddeld ongeveer 22.000 eerste asielverzoeken per jaar) tegenover geringe interesse in de inmiddels ruim 120 miljoen overige vluchtelingen wereldwijd.

Dat mag je hypocriet vinden. Maar waarom ontmoet onze nadruk op cijfers en feiten in het asieldebat, over de vraag wie we tot Nederland toe laten en op welke gronden, kwalificaties als „onmenselijk” en „cherrypickende charlatan”? Zelfs vanuit het CBS dat de cijfers levert, maar dit helaas niet altijd neutraal doet.

In een uitstekende column schreef NRC-redacteur Floor Rusman vorige week: „In werkelijkheid zijn de feiten onderdeel van het debat; sterker nog, de discussie komt vaak niet verder dan dat.” Ze stelt voor elk debat een driedeling voor: vaststelling van de feiten; interpretatie van de feiten waarover consensus bestaat; de morele discussie. Daaruit volgen politieke keuzes.

We kunnen veel meer mensen helpen als we dat dichter bij huis doen in plaats van in Europa

Om tot een overeenstemming te komen over het asielbeleid kunnen we niet simpelweg naar fase drie springen. Wetenschap en journalistiek moeten feiten en cijfers eerlijk en ruimhartig aanbieden. Dat is niet immoreel. Integendeel, we moeten alle feiten benoemen en bepalen, en bijvoorbeeld nagaan in hoeverre vluchtelingenverdragen leiden tot een smokkelindustrie.

Van het asielrecht gaat een krachtige aantrekking uit, maar asielzoekers mogen niet komen met vliegtuig of veerboot en wenden zich tot smokkelaars. Daardoor stierven er inmiddels tienduizenden aan de EU-buitengrens. Asielrecht is humaan in zijn intenties, maar inhumaan in zijn uitwerking.

Cijfers kunnen behulpzaam zijn: hoeveel mensen kun je in de regio helpen voor de levensloopkosten van één asielmigrant in Nederland? Voor hetzelfde geld kunnen we veel meer mensen helpen als we dat dichter bij huis doen in plaats van in Europa. De EU en de lidstaten zouden vluchtelingenopvang in de regio met veel meer betrokkenheid kunnen adopteren, in plaats van miljarden over de schutting gooien bij Turkije en Tunesië om maar van het probleem af te zijn.

Morele veroordeling

Het asieldebat heeft er baat bij als deelnemers hun ongelijk durven bekennen, en dat geldt ook voor onszelf. Interpretatie verdraagt geen hakken in het zand, noch het gratuit hanteren van etiketten zoals ‘crisis’. Morele veroordeling helpt evenmin: het wegzetten van degenen die het verlies van Nederlandse cultuur vrezen als „domrechts” is net zo contraproductief als degenen die mededogen bepleiten voor asielzoekers aanduiden als „naïef links”.

 Op X vindt levendige discussie plaats, zeker over asiel. Maar de toon daarvan draagt niet bij aan het vinden van compromissen. Ook politiek en media polariseren te veel. Ronduit ruzie maken en elkaar ethisch de maat nemen helpt nog minder. Dan blijft er geen deelnemer aan het publieke debat meer over. Grote problemen wachten op een oplossing, zoals klimaat, wonen, arbeidsmarkt, inkomensverdeling en zorg. De keuzes daarin bepalen mede de gewenste, mogelijke en door de bevolking geaccepteerde asiel(migratie).

Blijven uitgaan van feiten en cijfers over asiel brengt ons dichter bij oplossingen. Dat is inclusief het feit van de 22 november 2023 uitgesproken kiezerswens: meer grip op (asiel)migratie. Die wens roept de vraag op hoe houdbaar het is dat veel migratie gereguleerd wordt door internationale verdragen. Die ondermijnen hier de facto de democratie. Wat ons betreft moet omvang van (asiel)migratie weer uitkomst zijn van politieke deliberatie.

En in die democratische, morele afwegingen die idealiter aan het maken van beleid voorafgaan moet wel plaats zijn voor subjectieve ervaring en emotie. Zo is het bijvoorbeeld twijfelachtig of Nederland net zo welwillend zou staan tegenover de opvang van honderdduizend Gazanen als tegenover die van de honderdduizend Oekraïners, ondanks dat het leed van beide groepen wordt erkend. En waarschijnlijk is het ook zo dat we meer genegen zijn om reeds in Nederland aanwezige (nabije!) statushouders beter op weg te helpen dan we nu doen, dan nieuwe asielstromen te accepteren.

Feiten en cijfers, en een beetje wijsheid en empathie: dat helpt het asieldebat verder.


Lees ook

Aantal eerste asielverzoeken met kwart gedaald, blijkt nét na kabinetscrisis over asielmaatregelen

Vluchtelingen bij het aanmeldcentrum in Ter Apel.


Klik op het vinkje naast ‘Ik ben geen robot’