Eerst moet ik mijn oprechte excuses maken aan Donald Trump en de NRC-lezers voor mijn foutieve voorspelling dat Kamala Harris de verkiezingen zou winnen. Tegelijkertijd hoop ik dat ze mij de volgende constatering niet kwalijk zullen nemen: de wereld wordt straks opnieuw geregeerd door drie schoften: Trump, Poetin en Xi Jinping. Drie politieke criminelen van wie ons aller lot afhangt. Geen opwekkend vooruitzicht.
Van die drie is Trump de enige die gekozen werd in volledig vrije verkiezingen. Dat mag het Amerikaanse volk zich aantrekken.
Hoe kon het zover komen? In de vloed van verklaringen die over ons wordt uitgestort, duiken steeds twee begrippen op: de economie (inflatie) en de (illegale) immigratie. Mij valt achteraf op dat dit keer vóór de verkiezingsuitslag betrekkelijk weinig duiders de beroemde frase „It’s the economy, stupid” hanteerden. „Het gaat de kiezer om de centen”, zou je in goed Nederlands kunnen vertalen. Die zin is gemunt door James Carville, strateeg in de geslaagde presidentscampagne van Bill Clinton in 1992. De frase, overal in Clintons hoofdkwartier opgehangen, was bedoeld om de campagnemedewerkers te herinneren aan de kernboodschap die ze op de kiezer moesten overbrengen.
De ironie wil dat dezelfde Carville mij vorige week inspireerde tot mijn column waarin ik de kansen van Harris te optimistisch inschatte. Ik verwees daarbij naar het recente essay van Carville dat in The New York Times was verschenen onder de kop: „Drie redenen waarom ik zeker ben dat Kamala Harris zal winnen.” Een van die redenen was zijn „gevoel” dat hem zei: „Een grote meerderheid van de Amerikanen zijn rationele, redelijke mensen van goede wil. Ik weiger te geloven dat hetzelfde land dat steeds weer zijn fouten te boven is gekomen voor een rechtvaardiger toekomst, dezelfde fout twee keer zal maken.”
Grappig. Nergens verwees Carville naar zijn eigen, relativerende en beroemd geworden slogan van destijds. Harris zou het wel rooien, dacht hij, ook al liet ze de economie als verkiezingsthema aan Trump over – met alle gevolgen van dien. Kortom, zelfs de gewezen politieke strateeg Carville – nu 80 jaar – die destijds zo goed besefte hoe belangrijk de economie kan zijn voor de kiezer, had niet in de gaten dat de door hem bedachte slogan nog steeds zeer geldig was.
Kennelijk heeft Carville als spindoctor bij de Democraten geen alerte opvolgers gekregen. Het lijkt typerend voor een partij die vervreemd is geraakt van haar vroegere achterban. Die opvolgers hadden Kamala Harris bij de les moeten houden die de partij vijftig jaar eerder van Carville kreeg. Haar performance was uitstekend, zeker voor iemand die plotseling voor de leeuwen werd gegooid, maar haar boodschap was te mat voor de Amerikaanse kiezer. Als president Biden meer zelfkritiek had gehad en zich eerder had teruggetrokken, was het misschien anders gelopen. Misschien, want ik twijfel nu ernstig aan de bereidheid van de gemiddelde Amerikaanse man om ooit een vrouw boven zich te dulden, erotische posities uitgezonderd.
En nu?
Nu zijn we dus overgeleverd aan de drie schoften. Misschien gooien ze het op een troebel akkoordje met elkaar, misschien bedelven ze elkaar, en ons, onder enkele vernuftige atoombommen. We zullen het zien en eventueel voelen.