Financiën krijgt problemen bij de hersteloperatie Toeslagen niet opgelost

Gedupeerden in het Toeslagenschandaal vochten jarenlang tegen politieke desinteresse – tot hun lot in media en Tweede Kamer eindelijk aandacht kreeg, het kabinet-Rutte III erover viel en Pieter Omtzigt, een van hun grootste voorvechters, een eigen partij oprichtte.

Nu lijkt de politieke karavaan verder getrokken. Omtzigt zit ziek thuis, zijn partij NSC kwakkelt in de peilingen en de regeringscoalitie is voornamelijk bezig met zichzelf. Een technische briefing over de hersteloperatie voor gedupeerde ouders werd twee weken geleden afgeblazen wegens een gebrek aan interesse bij Kamerleden.

Alle deuren die na jaren strijd eindelijk op een kiertje gingen, vallen weer dicht

Kristel de Waal
gedupeerde en lid van de oudercommissie die de overheid adviseert

Toch is het schandaal bepaald niet opgelost. Duizenden toeslagenouders – bij wie de Belastingdienst tussen 2005 en 2019 onterecht toeslagen stopzette en terugvorderde – moeten nog jaren wachten op definitieve schadevergoeding, doordat de hersteloperatie Toeslagen op fundamentele onderdelen blijft vastlopen. Het kabinetsdoel om alle gedupeerden vóór eind 2027 te helpen, lijkt in het huidige tempo niet haalbaar. „De buitenwereld denkt dat het voorbij is”, zegt Kristel de Waal, zelf gedupeerde en lid van de oudercommissie die de overheid over de hersteloperatie adviseert. „Maar alle deuren die na jaren strijd eindelijk op een kiertje gingen, vallen weer dicht. De schaderoutes liggen stil, veel gemeenten zijn hun interesse in het helpen van ouders weer kwijt.”

De Tweede Kamer debatteert komende donderdag over de hersteloperatie. Staatssecretaris Nora Achahbar (Toeslagen, NSC) heeft al aangekondigd na dat debat te zullen besluiten over de verdere aanpak. Dat de hersteloperatie misgaat heeft vier aanwijsbare oorzaken.

1Gebrekkige informatie

Wie de laatste Voortgangsrapportage over de hersteloperatie leest, zal opvallen dat er één ding goed loopt: bijna alle 69.000 mensen die zich als gedupeerde hebben aangemeld, hebben inmiddels een zogeheten ‘eerste toets’ doorlopen. Dat betekent dat de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT, onderdeel van het ministerie van Financiën) heeft beoordeeld of iemands kinderopvangtoeslag onterecht is gestopt of teruggevorderd. Wie dat overkwam, krijgt via de zogeheten Catshuisregeling direct 30.000 euro schadevergoeding uitgekeerd.

De meeste gedupeerden hebben daarna om een ‘integrale beoordeling’ gevraagd, omdat ze meer dan 30.000 euro schade denken te hebben. UHT had eind augustus ruim 50.000 van zulke beoordelingen uitgevoerd, naar verwachting zijn die komend jaar allemaal afgerond. De integrale beoordeling stelt grofweg vast hoeveel kinderopvangtoeslag ten onrechte bij ouders is ingevorderd, welke toeslag ze hebben misgelopen, telt daar immateriële (500 euro per schadejaar) en materiële schade (25 procent van de onterechte invordering) bij op, en komt dan tot een schadebedrag.

Maar het probleem is: ouders ervaren dat niet als goede afronding van hun herstel. Gedupeerden willen weten op welke informatie UHT dat schadebedrag baseert, maar krijgen het onderliggende dossier niet – of heel traag. Dit „zorgt voor veel frustratie bij gedupeerden”, schreef de Werkgroep Toeslagenadvocaten – die vele duizenden gedupeerden bijstaat – vorige week aan de staatssecretaris in een brief die door NRC is ingezien.

De documenten zijn volgens de groep advocaten „voor alle partijen noodzakelijk en onmisbaar.” Uit wantrouwen over het uitblijven van de informatie waarmee de overheid schadecompensatie vaststelt, gaan gedupeerden massaal in bezwaar tegen UHT-besluiten én vragen duizenden ouders om nog een extra beoordeling van hun situatie via de aanwezige routes voor ‘aanvullende schadevergoeding’. Het ministerie erkent in de laatste Voortgangsrapportage dat het verstrekken van dossiers sneller en efficiënter moet.

De trage afhandeling kost het ministerie van Financiën miljoenen aan dwangsommen

2De stapel bezwaren

Gedupeerde ouders hebben inmiddels 12.500 bezwaren ingediend tegen de besluiten van UHT. De afdeling die deze bezwaren dient af te handelen – die anderhalf jaar geleden al in crisis verkeerde – krijgt de stapel niet weggewerkt. Tussen mei en augustus kwamen er circa 1.500 bezwaren bij en werden er 1.250 afgehandeld. Veruit de meeste bezwaren (ruim 8.500) zijn ingediend tegen de integrale beoordeling. UHT streeft ernaar deze uiterlijk eind 2026 allemaal te hebben behandeld, maar dat streven staat volgens de laatste Voortgangsrapportage „onder druk”.

De trage afhandeling kost intussen miljoenen. Tot nu toe betaalde Financiën 45 miljoen euro aan dwangsommen uit wegens te langzame afhandeling van bezwaren, het ministerie verwacht dat die rekening nog oploopt tot 157 miljoen euro.

UHT nam de afgelopen maanden wel maatregelen om het aantal bezwaren terug te dringen. Zo biedt het ministerie gedupeerden die in bezwaar zijn gegaan sinds september een schikkingsvoorstel van 5.000 euro aan, in ruil voor het intrekken van hun bezwaar. Volgens de Werkgroep Toeslagenadvocaten is dat paniekvoetbal: de advocaten spreken in de brief van vorige week aan de staatssecretaris van „een konijn uit de hoge hoed dat weer de nodige onrust teweeg heeft gebracht. Gedupeerden weten niet goed wat ze ermee moeten.”

3Vastlopend alternatief (1)

Voor gedupeerden zijn er twee onafhankelijke routes om na de integrale beoordeling nog „aanvullende” schade te laten vaststellen. De oudste van deze twee routes, de Commissie Werkelijke Schade (CWS), is bedoeld om voor de meest ernstig gedupeerden uit te zoeken welke schade iemand ‘werkelijk’ heeft geleden, bijvoorbeeld door gedwongen verhuizing, of omdat mensen hun bedrijf kwijtraakten door schulden. Daarnaast probeert CWS ook de emotionele schade die mensen ondervonden te kwantificeren, bijvoorbeeld vanwege stress over schulden, scheiding of uithuisplaatsing van kinderen.

Gemiddeld wachten ouders na hun aanmelding twee jaar op een beoordeling door CWS

Maar CWS functioneert voor geen meter, concludeerde adviesbureau Berenschot afgelopen voorjaar in een vernietigend rapport, waarover Follow the Money vorige week als eerste berichtte. CWS geeft maar vier tot vijf adviezen over schadevergoeding per week, terwijl zich eind vorig jaar al 3.000 ouders bij de commissie hadden gemeld. Gemiddeld wachten ouders na hun aanmelding twee jaar op een beoordeling door CWS, volgens Berenschot „vanuit het perspectief van de ouders en maatschappelijk onaanvaardbaar”.

Berenschot omschrijft CWS als een organisatie zonder duidelijke structuur of gedragsregels, waar onduidelijk is wat de leiding doet met signalen over dingen die fout gaan. Onder medewerkers is sprake van „wantrouwen naar ouders” en zelfs „cynisme naar de hele hersteloperatie”. Volgens Berenschot moet de hele organisatie van CWS op de schop.

Het kabinet deelde dit rapport aanvankelijk niet met de Tweede Kamer – ook staatssecretaris Achahbar van NSC, een partij die is opgericht met de belofte van transparant besturen, maakte het bij de laatste voortgangsrapportage niet openbaar. Volgens haar woordvoerder omdat het om een „intern rapport” gaat, en de conclusies zijn meegenomen in een verbeterplan dat CWS in april opstelde – en dat wél openbaar gemaakt werd.

Volgens betrokken advocaten is van de „nieuwe start” die CWS in dat plan beloofde weinig terechtgekomen. Het aantal uitgebrachte adviezen bleef ook de afgelopen maanden steken op gemiddeld 10 per maand.


Lees ook

Hersteloperatie Toeslagen lucratief voor medewerkers stichting Laurentien

Prinses Laurentien van Oranje, mede-oprichter van (Gelijk)waardig Herstel, werkt onbezoldigd voor de stichting.

4Vastlopend alternatief (2)

De ‘methode-Laurentien’ biedt gedupeerden sinds afgelopen zomer een alternatief voor de wachtrij bij CWS. De route via Stichting (Gelijk)waardig Herstel (SGH), opgericht door prinses Laurentien, belooft ouders een sneller en ruimhartiger alternatief, maar komt ook nog nauwelijks van de grond, onthulde NRC vorige maand. Hoewel de SGH-route in september open had moeten gaan, kunnen gedupeerden zich nog steeds niet aanmelden. Uit cijfers van SGH blijkt dat het zelfs eerdere aanmeldingen die het tijdens een proefproject binnenkreeg, nauwelijks verwerkt krijgt.

Volgens SGH is dat de schuld van het ministerie van Financiën, dat „succesblokkades” zou opwerpen. Zo zouden ouders allerlei „bonnetjes” moeten aandragen om hun verhaal te bewijzen. SGH verzet zich daartegen, omdat het verhaal van gedupeerden bepalend zou moeten zijn bij het vaststellen van de schadevergoeding – vragen om onderbouwing ziet SGH als overheidswantrouwen.

Maar uit het contract dat de stichting afgelopen juli met het ministerie van Financiën afsloot, blijkt dat SGH zelf tekende voor afspraken over het aanleveren van enige schriftelijke onderbouwing. Ouders hoeven volgens dat contract géén ondersteunende documenten aan te dragen voor bijvoorbeeld verbroken relaties of vriendschappen, faillissement, misgelopen erfenissen of fysieke klachten.

Bij acht grote schadeposten, zoals gedwongen huisverkoop of de uithuisplaatsing van kinderen, moet SGH ouders volgens de overeenkomst wél om een document vragen. Volgens het ministerie hoeven ouders alleen aannemelijk te maken dát een bepaalde gebeurtenis heeft plaatsgevonden, het aantonen van een directe relatie met het intrekken van toeslagen is niet nodig. Financiën meent dat het om documenten gaat die ouders zonder veel moeite kunnen aanleveren.

Dat SGH een grote overheidsopdracht aannam en tegelijk aan ouders belooft volledig onafhankelijk van de staat te opereren, blijkt een recept voor voortdurende wrijving. Intussen kwam de SGH-route ook afgelopen maand niet van de grond: de stichting had ruim tweehonderd schadeberekeningen van gedupeerden willen opleveren, het werden er drie. Wanneer nieuwe gedupeerden zich kunnen aanmelden is nog altijd onduidelijk.

Gedupeerden zien de aanhoudende problemen bij de hersteloperatie met lede ogen aan. Kristel de Waal: „Niks loopt, opnieuw is het sprankje hoop dat ouders kregen weg. We zijn de wanhoop nabij.”


Lees ook

Ruzies met Financiën, toch kreeg Laurentien een miljoenenklus

Prinses Laurentien bij de start van een campagne die aandacht vraagt voor de 80.000 kinderen in Nederland die zich fundamenteel alleen voelen in hun thuissituatie.