Kamala Harris die met één hand een ei breekt. Met die gedachte werd ik gisterochtend wakker en ik beschouwde het als een gunstig begin van de dag. Ik weet dat kookkunsten geen vereiste zijn voor het presidentschap, dat zelfs de handen van Donald Trump werden omschreven als surprisingly graceful toen hij frietjes uitdeelde bij McDonald’s in Pennsylvania, en dat het op het moment van schrijven dus onmogelijk te voorspellen is of u en ik straks wakker worden met een topkok of een fastfood-medewerker als nieuwe president van de Verenigde Staten. Maar één ding is zeker: de ei-skills van Harris zijn next level.
Het filmpje Kamala Harris Bakes Monster Cookies In Iowa stamt uit november 2019. Harris – dan nog net geen running mate voor Biden – is op bezoek bij een 17-jarige fan om samen koekjes met M&M’s te bakken. Na ruim een minuut slaat ze uit de losse pols een ei stuk op de beslagkom. Het breken van de schil, het laten vloeien van het eigeel in de kom: alles gebeurt zonder tussenkomst van de linkerhand. Geen schilfertje schil in het beslag. „Wow, you’re a pro”, verzucht de fan.
Op sociale media werd het fragment de afgelopen tijd gretig gedeeld door Democraten én Republikeinen. De laatsten verkondigden dat Harris hooguit thuishoort in de keuken van het Witte Huis, de eersten dat alleen zij in staat is om zoiets fragiels als de Amerikaanse republiek met zorg te behandelen – waar weer de repliek op kwam dat ze die republiek met één hand kon breken. Enzovoort. Het vaasje van Rutte all over again.
The future is in your hands schreef de Israëlische schrijver Yuval Harari vorige week tijdens een bezoek aan Nederland in een van zijn boeken. Het kinderboek had ik aangeschaft voor een bevriende 8-jarige, voor wie ik de handgeschreven opdracht hardop vertaalde. „De toekomst is in jouw handen” – opeens besefte ik hoe die boodschap naast hoopvol ook bang kon stemmen. Ga er maar aanstaan: de toekomst van een persoon, een land, een hele aardbol in je handen houden. Je zou ’m van de zenuwen prompt laten vallen.
Zaterdag liep ik mee in de 11strandentocht, een sponsorloop van de Hartstichting: 25 kilometer van Katwijk naar Zandvoort. Een van onze teamleden was Dave Koolbergen, de hartchirurg die bijna een jaar geleden mijn leven had gered. Mijn aorta was te fragiel, zo bleek uit scans, en dus werd op een zonnige novemberdag mijn borstbeen opengezaagd om ’m veilig te verpakken in een op maat gemaakt kousje.
Halverwege de tocht picknickten we in het zand en toen Koolbergen me een helpende hand toestak om overeind te komen kwam het gesprek op chirurgenhanden. Over hoe die zowel geschikt moeten zijn voor het betere duw- en trekwerk (zo’n ribbenkast opentrekken gaat niet vanzelf) als voor fijne motoriek. Te véél koffie voor een operatie werkt averechts, maar een beetje cafeïne gaat trillende handen tegen. De Zuid-Afrikaanse hartchirurg Christiaan Barnard, die als eerste een harttransplantatie uitvoerde, was zo trots op zijn vaste handen dat hij er een bronzen afgietsel van liet maken.
De kunst van goede handen hebben is, denk ik, weten wanneer je ze moet gebruiken – en wanneer juist niet. Doortastend een ei breken: ja. Iemand by the pussy grabben: nee.
Gemma Venhuizen is biologieredacteur bij NRC en schrijft elke woensdag een column op deze plek.