In de plattelandsgemeente Buñol domineren doorgaans rijen olijfbomen, citrusvruchten en wijngaarden. Nu zie je een moddervlakte, grote plassen water en boompjes die daarin drijven. Zijn voornaamste bekendheid ontleent Buñol aan de jaarlijkse Tomatina, een festival waarbij duizenden bezoekers elkaar bekogelen met tomaten. Die vrolijkheid kan nu niet verder weg zijn.
Besmeurd met modder rent een boer, zichtbaar aangedaan, van zijn boerderij naar een jeep. Hij heeft nauwelijks tijd om te praten, zegt boer Jorge. „Ik moet hulp halen, want dit is ons hele bestaan. En nog geen enkele hulpdienst is hier langs geweest”, wijst hij om zich heen. Op deze boerderij kweekt zijn familie al generaties onder meer tomaten. In de verte lopen andere boeren over hun velden om de schade op te nemen.
In acht uur tijd kreeg Buñol meer regen dan de stad Valencia normaal gesproken in een jaar ontvangt. Volgens het Staatsmeteorologisch Agentschap (Aemet) viel er meer dan vierhonderd liter per vierkante meter in de plattelandsgebieden rond Buñol, Turís en Chiva.
Een duidelijk gevolg van klimaatverandering, zegt milieuwetenschapper Javier Andaluz aan de telefoon. Hij is verbonden aan de universiteit van Salamanca en doet al jaren onderzoek naar klimaatverandering. „Wat we in Valencia en Catalonië zien, komt doordat de temperaturen in de Middellandse Zee steeds hoger worden. In combinatie met de koude lucht van het vasteland leidt dat tot meer en zwaardere stormen.”
Inwoners van de regio Valencia zijn nu nog vooral bezig met zoeken naar vermisten en huizen en straten ontdoen van de dikke laag modder. Klimaatdeskundigen opperen intussen nu al na te denken over aanpassingen om nog verwoestender overstromingen in de toekomst te voorkomen.
Landbouw
De Spaanse landbouwgebieden hebben steeds meer te lijden van extreem weer als gevolg van klimaatverandering, zoals vorige zomer nog met de droogte. Experts bepleiten andere landbouwmethodes. Door aanhoudende droogte en monocultuur – waarbij op hetzelfde stuk grond altijd hetzelfde gewas wordt verbouwd – is de bodem uitgeput geraakt.
Ook neemt die bodem minder water op. Ecoloog Carlos Arribas, verbonden aan de milieugroep Ecologistas en Acción, wijst op het veelvuldige gebruik van plastic door kwekers, waardoor minder water de grond in dringt. Vooral in de regio Valencia is landbouw nogal industrieel. Er staan gigantische velden jonge boompjes, maar bijna nergens volwassen bomen. En juist grote bomen houden grond en regenwater beter vast.
Door de hevigheid van de overstromingen in Valencia, Andalusië en Catalonië is het maar de vraag of de bodem er over een half jaar weer geschikt is voor zaaien. Een tegenvallende oogst zal in ieder geval direct leiden tot prijsstijgingen in de supermarkt.
„Daarom is het noodzakelijk dat Spanje overstapt naar een veel traditionelere vorm van landbouw, gebaseerd op agro-ecologie”, legt milieuwetenschapper Andaluz uit. Hij doelt op duurzaam boeren, zonder gebruik van pesticiden en zwaar materieel, met veel aandacht voor irrigatiekanaaltjes en gewassen die minder water vragen. Maar de meeste boeren willen daar niet aan, omdat de oogsten daardoor lager uitvallen. Dat maakt de productie ook duurder, waardoor het risico dreigt dat goedkopere landen de Spaanse boeren wegconcurreren. En land- en tuinbouw is belangrijk voor Spanje; ook al had de oogst vorig jaar zo te lijden van de droogte, de productie had toch nog een waarde van ruim 32 miljard euro.
Volgens Andaluz en Arribas moet de regering strenger klimaatbeleid afdwingen en boeren verandering opleggen om meer natuurrampen te voorkomen. Daarnaast pleiten klimaatexperts voor aanleg van bos. „Herbebossing helpt voorkomen dat de bodem verder erodeert en zorgt er bij noodweer voor dat water geleidelijker naar rivieren vloeit, waardoor overstromingen minder heftig zijn”, legt ecoloog Arribas uit.
Urbanisatie
Andaluz wijst erop dat het niet alleen de ontwikkelingen in de landbouw zijn die nu tot een zo grote schade hebben geleid. In het stroomgebied van rivieren zijn simpelweg te veel woningen en bedrijven gebouwd. „Zelfs vlak naast rivieren zijn woningen gebouwd. Dat leidt tot levensgevaarlijke situaties.”
Als voorbeeld noemt Andaluz het verzorgingshuis in Paiporta, tien kilometer ten westen van Valencia. Beelden uit dit tehuis gingen de wereld over. Een groep bejaarden zat in rolstoelen aan het avondeten toen ze werden overrompeld door water van de naastgelegen rivier Túria dat naar binnen stroomde. Zes bewoners kwamen om. Op een oppervlak van slechts vier vierkante kilometer wonen in Paiporta ruim 25.000 mensen, nabij een smalle bedding. „Smalle rivierbeddingen bieden weinig ruimte voor extra water”, zegt Carlos Arribas. „Als dan opeens veel water toestroomt, stijgt het peil razendsnel en treedt de rivier buiten haar oevers.”
De stad Valencia bleef bij het recente noodweer gespaard, omdat daar na overstromingen in 1957 een breed kanaal is aangelegd. Dat kon het overvloedige water wegleiden.
Andaluz: „De vraag is waarom bouwen naast rivieren in deze regio toch is toegestaan, juist ook omdat het gebied al eerder veel regen heeft gehad. Slecht bestuur en gebrek aan goede beleidsmaatregelen dragen bij aan de catastrofe die we nu zien.”
Lokale economie
Op het industrieterrein van Ribarroja, een kwartier rijden van Valencia-stad, liggen overal omgevallen vrachtwagens, onder meer van expediteur Dachser, GLS en FM Logistic Ribarroja. Betonmolens, gigantische cementzakken en inboedel van cementbedrijf Cementos la Union liggen, als door een reusachtige hand neergesmeten, verspreid over het hele terrein. Personeel van diverse bedrijven is druk bezig met puinruimen.
Volgens de Kamer van Koophandel van Valencia hebben ongeveer 4.500 bedrijven in de provincie schade opgelopen. Daarvan zijn er zo’n 1.800 niet meer te redden.
„Dit is mijn inkomstenbron”, zegt de 46-jarige logistiek medewerker Javier Quílez, terwijl hij verbeten spullen in een kruiwagen gooit. „Mijn woonplaats is ook een ramp, maar ik maak liever eerst dit schoon zodat we weer kunnen werken en geld verdienen. Als ik niet kan werken, heb ik straks sowieso geen huis meer.”
Edymar Capace rent in het getroffen dorp Aldaia op de verslaggever af. „Ik ben mijn baan gewoon kwijt, midden in deze natuurramp”, vertelt ze boos. Ze is afgelopen weekend ontslagen als serveerster in een restaurant in Valencia-stad. „Mijn baas vroeg of ik de dag na de overstroming kon komen werken. Ik zei: wat denk je zelf? De wegen zijn onbegaanbaar, ik ben mijn auto kwijt. Hoe dan? Toen kreeg ik te horen dat ik, als ik niet kwam opdagen, niet meer terug hoefde te komen.” Een collega van haar, die ook in een getroffen gebied woont, kreeg volgens Capace hetzelfde te horen. „Het restaurant moet gewoon open in Valencia, want daar is niets aan de hand.”
Volgens Beatriu Cardona van vakbond Intersindical Valenciana zijn veel mensen overleden, „omdat ze hun baan niet kwijt wilden raken”. Niet alleen op de dag van de heftige overstromingen zelf, ook in de dagen daarop eisten sommige werkgevers dat hun personeel naar het werk kwam – ondanks weeralarmen. Hierdoor zaten bijvoorbeeld in een distributiecentrum van supermarktketen Mercadona tientallen medewerkers dagenlang vast. De vakbonden verzamelen nu bewijs van dit soort wantoestanden en willen een klacht indienen bij de regering.
Minister Yolanda Díaz van Arbeid en Werkgelegenheid heeft inmiddels steunmaatregelen aangekondigd voor bedrijven, zelfstandigen en de 400.000 werknemers die getroffen zijn. Een van die maatregelen is dat werkgevers hun personeel nu niet mogen ontslaan. Mogelijk kan Capace haar ontslag dan aanvechten.
Gevraagd of ze dat gaat doen, zegt ze: „Hoe kan ik mijn baas nu nog in de ogen kijken, nadat ze geld boven menselijkheid heeft verkozen?”