Twee dagen na zijn onverwachte aftreden als staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst (NSC) heeft Folkert Idsinga zondag alsnog zijn financiële belangen openbaar gemaakt. Niet omdat een Kamermeerderheid of PVV-leider Geert Wilders erop aandrongen, maar omdat Idsinga iedere twijfel over zijn persoon wil wegnemen.
Het gaat om aandelen in 65 beursgenoteerde bedrijven, die als pakket door een vermogensbeheerder worden beheerd: van American Express en Chevron, tot Microsoft en Pepsico. Zijn belang in de enige twee Nederlandse bedrijven die ertussen zitten, ASML en ING, is minder dan 25.000 euro, zegt Idsinga.
Verder: een vakantiehuis in Zeeland en leningen aan en obligaties in mkb-bedrijven via externe beheerders. Ook heeft Idsinga bijvoorbeeld minderheidsbelangen in winkels- en woningen via een vastgoedinvesteerder, en in bedrijven in voedselverkoopmachines en algen.
Om hoeveel geld het gaat, staat er niet bij, maar RTL Nieuws meldde eerder deze week dat het ging om een beleggingsportefeuille ter waarde van ruim 6 miljoen euro, geld dat Idsinga onder meer verdiende als fiscaal adviseur aan de Zuidas.
Moreel besluit
Met het openbaar maken van zijn beleggingen onderstreept Idsinga nog eens dat zijn aftreden een persoonlijk, moreel besluit was.
Na het bericht van RTL Nieuws wilde een Kamermeerderheid van oppositiepartijen GL-PvdA, D66 en SP én coalitiepartij PVV, dat hij uiterlijk maandag transparantie zou geven wegens mogelijke belangenverstrengeling. Dat weigerde Idsinga, omdat hij zijn belangen eerder had besproken met formateur Richard van Zwol en de landsadvocaat, én omdat hij zijn beleggingen als privékwestie beschouwt.
PVV-leider Geert Wilders deelde daarop op X een tik uit: „Lijkt me geen goed bestuur en niet dragend gemotiveerd, dus maar beter openbaar maken die miljoenenbelangen.” Een pesterijtje richting coalitiegenoot NSC, die een „dragende motivering” eiste voor Wilders’ asielnoodwet, en campagne voerde met de belofte van „goed bestuur”.
Dat bleek voor Idsinga de grens. Bij zijn aftreden schreef hij vrijdag dat hij is „geraakt door de omgangsvormen en de toon in het politieke debat”. Tijdens een persconferentie wees hij naar Wilders: „Als de grootste regeringspartij mij met het mes op de keel onnodig dwingt om zomaar alles te publiceren […], is dat voor mij een streep in het zand.”
Maar waar Idsinga wijst naar Wilders, kijken zijn coalitiegenoten eerder naar Idsinga zelf. BBB-leider Caroline van der Plas zei vrijdagavond bij de talkshow Café Kockelmann dat ze het „niet netjes” vond wat Wilders had getweet. Maar: „De kunst is juist om je dat niet persoonlijk aan te rekenen”, zei ze ook. „Ik denk dan: we hebben ook een land te besturen.”
VVD-leider Dilan Yesilgöz schreef op haar beurt op X het besluit van Idsinga te respecteren, met een kanttekening erbij: „Jammer dat het zo moet eindigen. Wat mij betreft hadden we hier gewoon als volwassenen onder elkaar in de Kamer over kunnen debatteren.”
Zelfs zijn eigen partij NSC gaat niet mee in het narratief van Idsinga – in elk geval niet naar de buitenwereld. Interim NSC-fractievoorzitter Nicolien van Vroonhoven schreef dat ze het „echt enorm jammer” vond dat Idsinga vertrokken is. Ook vicepremier en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Eddy van Hijum betreurt zijn vertrek zeer. NSC toont medeleven, maar wrijft het Wilders – openlijk – niet aan.
En Wilders zelf? Die houdt zich vooralsnog stil over het vertrek van de eerste bewindspersoon uit het eerste PVV-kabinet.
Hoog opspelen
Geen van de vier coalitiepartijen wil het plotselinge vertrek van Idsinga hoog opspelen. In tegenstelling tot sommige oppositiepartijen: SP-leider Jimmy Dijk heeft schriftelijke vragen ingediend om ook andere bewindspersonen met beleggingen om transparantie te vragen.
Saillant is dat die vragen onder meer zijn gericht aan drie PVV’ers: minister Marjolein Faber, plus staatssecretarissen Zsolt Szabó en Vicky Maeijer. Er zit ook een andere NSC’er tussen: staatssecretaris Teun Struycken, plus minister Mona Keijzer (BBB) en staatssecretaris Vincent Karremans (VVD).
Zo verbreedt SP’er Dijk de discussie over transparantie behendig naar het gehele kabinet.
Acuut probleem
Ondertussen is Idsinga’s aftreden niet alleen politiek pijnlijk, maar zorgt het ook voor een acuut probleem. Idsinga zou maandag namelijk de belastingplannen van het kabinet voor 2025 voorleggen aan de Tweede Kamer. En zonder Idsinga lukt dat niet, schreef minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) zondag in een brief, minder dan een etmaal voordat de Kamercommissie Financiën bij elkaar zou komen.
Heinen vraagt de Kamercommissie Financiën, die over de agenda gaat, om uitstel, en „begrip en flexibliteit”. Zelf kan hij niet invallen vanwege een vergadering van de Eurogroep. Hij hoopt op een „zorgvuldige en spoedige behandeling” van de belastingplannen, maar wanneer is nog niet duidelijk. Het voorstel is dat de rest van het overleg maandag wel doorgaat; dat is met andere ministers en gaat onder meer over de koopkrachtontwikkeling, de huurtoeslag en het klimaatbeleid.
De belastingplannen moeten snel worden behandeld, want nog voor het politieke kerstreces moeten de Tweede én de Eerste Kamer hierover hebben gestemd.
Vanaf 1 januari gelden namelijk nieuwe belastingtarieven, en bedrijven en burgers moeten daarvan tijdig op de hoogte zijn. Bovendien liggen de plannen gevoelig, met name de omstreden verhoging van de btw op sport, cultuur, media en boeken van 9 naar 21 procent. D66-Kamerlid Hans Vijlbrief, oud-staatssecretaris van Financiën, heeft de afgelopen maanden gewerkt aan een tegenvoorstel om deze btw-verhoging te voorkomen, maar hij kon de coalitie niet overtuigen.
Lees ook
Staatssecretaris Idsinga treedt af om toon Wilders en laat de coalitie iets wankeler achter
Op afstand
Of de discussie over Idsinga’s financiële belangen hiermee ten einde is, is afwachten. Idsinga had zijn beleggingen tijdens zijn ambtstermijn al „op afstand” gezet: hij had er zelf geen toegang toe of zeggenschap over, anderen kregen er een volmacht en stemrecht over.
Zo hoort het ook: bewindslieden die meer dan 25.000 euro aan belangen in bedrijven hebben, moeten bijvoorbeeld tijdelijk afstand nemen om mogelijke belangenverstrengeling te voorkomen.
De NOS berichtte vrijdag wel hoe Idsinga in 2019, vóór hij politiek actief werd, een meerderheidsbelang nam in algenbedrijf Algaerator 906 BV. Idsinga zou zichzelf toen hebben aangemerkt als ondernemer en niet als belegger, om zo belastingvoordelen te krijgen. Experts omschreven dat tegenover de NOS als ‘agressieve belastingontwijking’.
Zelf schrijft Idsinga nu dat hierover in 2019 al „afspraken” zijn gemaakt met de belastingdienst, die nadien zouden zijn gecontroleerd met „positieve uitkomst”.