Energietransitie leidt tot forse daling CO2-uitstoot in EU

De uitstoot van broeikasgassen in de Europese Unie is vorig jaar met 8 procent gedaald. Dat is de grootste daling in tientallen jaren – op 2021 na, tijdens de economische terugval door de coronacrisis. Volgens het Europese Milieuagentschap (EEA) is de reductie het gevolg van een verschuiving van het gebruik van steenkool naar duurzame energie (vooral uit zon en wind) en van het dalende energiegebruik in het algemeen.

Het EEA heeft in het rapport Trends and projections in Europe 2024 becijferd dat de totale uitstoot van broeikasgassen in Europa in 2023 ongeveer 37 procent lager ligt dan in ijkjaar 1990. Wettelijk is vastgelegd dat de EU in 2030 zijn uitstoot met 55 procent moet hebben gereduceerd – om in 2050 op ‘netto-nul’ uit te komen. Daarvoor zijn nog forse stappen nodig, waarschuwt het EEA.

Vorig jaar viel de CO2-reductie tegen en in 2021 was zelfs sprake van een stijging van de uitstoot. Maar beide werden vooral veroorzaakt door de aantrekkende economie na de coronacrisis. Met de huidige trend heeft de EU de daling van voor corona weer opgepakt.

Op basis van het beleid in de lidstaten zou de EU in 2030 uitkomen op een reductie van ongeveer 43 procent. Als alle onuitgewerkte plannen in veel landen worden meegerekend verwacht het milieuagentschap in 2030 een daling van ongeveer 49 procent. Dat is nog steeds 6 procentpunten te weinig.

Maatregelen geschrapt

Daar komt bij dat er sommige landen, waaronder Nederland, hun doelen niet lijken te halen. Het Planbureau voor de Leefomgeving noemde het voor Nederland „erg onwaarschijnlijk”, zeker omdat de regering maatregelen van het vorige kabinet die het klimaat ten goede zouden komen, heeft geschrapt.

Wat betreft de sector energievoorziening komt de sterke reductie vooral dankzij groei van duurzame energie. In 2005 werd ongeveer 10 procent van de energie duurzaam opgewekt. In 2023 is dat bijna een kwart. Toch moet die groei (gemiddeld 0,8 procent per jaar sinds 2005) volgens het EEA verdrievoudigen om het doel voor 2030 te halen.

In de industrie is de uitstoot de afgelopen twee decennia met bijna een derde gedaald, vooral door verbeteringen in de manier waarop er wordt geproduceerd en door maatregelen die hebben geleid tot een efficiënter energiegebruik. Net als de energievoorziening gaat het om een sector die valt onder het ETS, het Europese emissiehandelssysteem, waarbij bedrijven moeten betalen voor hun CO2-uitstoot, en er steeds minder CO2-rechten op de markt komen.

Anders ligt dat bij sectoren die minder gemakkelijk Europees geregeld kunnen worden, en dus hoofdzakelijk steunen op nationaal beleid, zoals gebouwde omgeving, landbouw, transport en afvalverwerking. Het gevolg is dat de transportsector in de EU inmiddels de grootste uitstoter is en dat ook in de landbouw meer klimaatmaatregelen nodig zijn. De EU is bezig om voor deze sectoren een eigen emissiehandelssysteem op te zetten.