De berichtgeving is nauwelijks te missen. Aan universiteiten herstructureert of sluit men talenopleidingen door de combinatie van geringe studentenaantallen, onderfinanciering en opgelegde bezuinigingen. In Leiden barstte de bom onlangs en in Utrecht afgelopen maandag. Het is een bestuurlijke noodgreep, een vernieuwingsslag wellicht ook, maar gooit men met het badwater het kind weg? Kunnen disciplines overleven als de opleidingen verdwijnen? En wat is het grotere verband?
Het immense lerarentekort is een onderdeel van een algehele onderwijscrisis die de overheid in dit rijke land zelf mede creëert. Terwijl alle universitaire lerarenopleidingen een campagne zijn gestart (‘doe iets wat ertoe doet’) worden universiteiten door regeringsbezuinigingen dermate gekortwiekt dat vakgebieden worden bedreigd. Het zwaarst getroffen worden de faculteiten in de geesteswetenschappen, van oudsher de grootste en meest heterogene faculteiten die ook kleinere opleidingen hebben.
De faculteiten geesteswetenschappen hebben het grootste aandeel in schoolvakken (alle talen, geschiedenis, maatschappijleer, levensbeschouwing, muziek, kunst). Het is altijd al moeilijk gebleken om de geesteswetenschappen financieel gezond te houden, vooral als het beleid voorbijgaat aan de pluriformiteit van al die disciplines. Want juist die kleinere studierichtingen zijn een belangrijke voedingsbodem voor de universiteiten als geheel, omdat ze nuances aanbrengen, interculturele diepte en internationale oriëntatie in heden en verleden mogelijk maken.
Dodo
Er is behalve maatschappelijk ook beleidsmatig nog steeds te weinig besef dat talenstudies kansen op de arbeidsmarkt vergroten, op allerlei terreinen. Een studie Duits gedaan te hebben blijft een onderscheidend kenmerk op een arbeidsmarkt waar generalisten de boventoon voeren. Duits is al jarenlang na Engels de belangrijkste handelstaal voor Nederlanders. En daarna komt Frans. Studenten Duits en Frans komen zeer goed terecht (onder andere communicatie, diplomatie, educatie) en de tekorten zijn nog steeds hoog, niet alleen in het onderwijs.
Het is een gemeenschappelijk universitair belang dat de veelvormigheid blijft bestaan.
Als germanist ben ik de overlevende dodo. De survival of the fittest-analogie is dat het aantal studierichtingen in de afgelopen decennia alleen maar is toegenomen, waardoor mijn vakgebied als het ware wordt opgevreten en paradoxaal genoeg aan diversiteit verloren dreigt te gaan. Daar valt wel wat aan te doen. Indachtig de dichtregel Wo aber Gefahr ist, wächst das Rettende auch (Friedrich Hölderlin) moeten we aan de slag.
De overheid dwingt schoolverlaters niet, zoals indertijd in de DDR, een studierichting te volgen waar beroepsmatig momenteel tekorten zijn. Als dat zo zou zijn, zouden meer jongeren wiskunde, Nederlands, Duits en Frans moeten studeren. Behalve de overheid kunnen ook universitaire bestuurders strategische keuzes maken. Het is een gemeenschappelijk universitair belang dat de veelvormigheid blijft bestaan. Tekorten in kleine opleidingen zouden idealiter door een systeem van communicerende vaten moeten kunnen worden gedekt. Universitaire solidariteit is de ethische basis om met een onderwijscrisis om te gaan. En is het niet de maatschappelijke opdracht van universiteiten om eerst te zorgen voor een goede infrastructuur voor de schoolvakken voordat er modieuze richtingen worden gestart?
In de etalage
Talenstudies vergen tijd, omdat behalve aan allerlei complexe inhoud ook aan het taalniveau gewerkt moet worden. Het is lastig daarop te beknibbelen zonder kwaliteitsverlies. En als de kwaliteit van opleidingen daalt, heeft dat impact op het niveau van het voortgezet onderwijs. De talenstudies moet je niet decimeren maar juist in de etalage zetten. We zijn in de uitverkoop: laatste kans! Start nog in september 2025 met je studie Islam & Arabisch, Religiewetenschappen, Duitse taal en cultuur, Franse taal en cultuur, Italiaanse taal en cultuur of Keltische talen en cultuur!
Om te overleven is het voor de studierichtingen Duitse taal en cultuur in dit land daarnaast noodzakelijk dat ze ook in andere opleidingen stevig geïntegreerd zijn. Het feit dat vakken op het gebied van Duitstalige literatuur en cultuur in het Duits plaatsvinden, kan ze ook aantrekkelijk maken voor studenten uit andere disciplines, en dat vereist taalvaardig begaafde en nieuwsgierige studenten. Over een paar generaties studenten zullen we weten of dit succesvol is geweest en ook of het tekort aan docenten Duits is bestreden.
Lees ook
De studie taal- en letterkunde is belangrijker dan, zeg, ASML
Een dapper strijdend Oranje in de eerste helft, met enig uitzicht op het wonder waarop vooraf was gehoopt. Maar in de tweede helft ging het net als tegen Engeland in de vorige groepswedstrijd op alle fronten mis. Het Nederlands elftal werd totaal zoek gespeeld door het ijzersterke Frankrijk. Waar Nederland met drie doelpunten verschil had moeten winnen om de kwartfinale te bereiken, was die op voorhand al onwaarschijnlijke score nu precies andersom: 2-5. De ploeg van bondscoach Andries Jonker kan na drie wedstrijden naar huis. Het avontuur op het EK voetbal in Zwitserland heeft nog geen tien dagen geduurd.
Nu dat gedroomde Wonder van Bazel is uitgebleven is niet alleen het toernooi voor Nederland mislukt, maar ook de missie van Jonker. Het was, na 43 wedstrijden in zijn tweede periode als bondscoach, zijn laatste interland. Om meerdere redenen een pijnlijk afscheid.
In de eerste plaats omdat hij al een half jaar geleden van de KNVB te horen had gekregen dat zijn contract na het EK niet zal worden verlengd. Een beslissing van technisch directeur Nigel de Jong die Jonkers gezag zowel binnen als buiten het veld onmiddellijk beschadigde. Niettemin was de 62-jarige coach erop gebrand om sportieve revanche te nemen op zijn bazen in Zeist.
Hij ging in Zwitserland, herhaalde hij na zijn onvrijwillige congé steeds vaker, voor de hoofdprijs. En geloofde daar ook in. In zijn selectie beschikt hij immers over enkele spelers van wereldklasse, die al jaren in de zwaarste competities van Europa meespelen. En hij benadrukte dat zijn team een hechte eenheid vormde, zowel de oudere garde als de jonge talenten die nog maar kort meedraaien.
‘We zijn geen wereldtop’
Na afloop van de uitschakeling was Jonker realistischer en moest hij erkennen dat het er met dit Nederlands elftal gewoon niet in zat. ,,We zijn geen wereldtop.” Als je met 4-0 verliest van Engeland, met 5-2 van Frankrijk en – al ruim een maand vóór het EK – ook al met 4-0 van Duitsland ,,dan hoor je er gewoon niet bij. Punt.”
Was het dan bluf geweest dat de coach het lange tijd maar bleef beweren? Nee, legde hij uit op de persconferentie na de wedstrijd, hij heeft zijn team steeds gewoon willen motiveren door een ,,brandende ambitie” uit te spreken. ,,We zijn niet naar dit mooie Zwitserland gereisd om te recreëren.”
Lees ook
Het Engeland van Sarina Wiegman overklast de Nederlandse ploeg
Dat Nederland het kwalitatief aflegt tegen de wereldtop is in de tweede helft tegen Frankrijk op een veel momenten te zien. Oranje is hoopvol de kleedkamer uitgekomen, met een 2-1 voorsprong – nog twee doelpunten zijn dan nodig om de groepsfase te overleven – maar na een kwartier gaat het goed en herhaaldelijk mis.
Dominique Janssen neemt iets over de middenlijn nonchalant een vrije trap, veel te slap op Victoria Pelova. Die wordt onmiddellijk van de bal gezet door Delphine Cascarino. De razendsnelle Franse aanvaller sprint met grote passen weg, bal aan de voet. Jackie Groenen kan haar niet afstoppen. Ze speelt razendsnel op spits Marie-Antoinette Katoto, die volledig ongedekt het zestienmetergebied kan binnengaan. Centrale verdediger Sherida Spitse is te laat. Binnen tien seconden na het balverlies haalt Katoto uit en staat het 2-2.
Dan volgt snel de genadeklap. Nog geen vijf minuten later staat het al 2-4: tweemaal Cascarino. En steeds hetzelfde patroon: slordig balverlies, afgestraft door razendsnel reagerende Fransen, met een snelle counter of vlotte combinaties dwars door de Nederlandse verdediging heen.
Nederland kan het tempo van een topteam niet meer bijbenen. En waar het in de eerste helft, in de woorden van Jonker, de speelsters van Oranje ,,door de muur heen gingen”, ontbreekt de energie daarvoor in de tweede helft.
Ambities voor de titel
Dat Jonker en zijn speelsters vooraf nog vol goede hoop waren om tegen de Fransen te stunten was uit mentaal oogpunt begrijpelijk – ze wílden er nog in geloven – maar historisch gezien was het al erg onwaarschijnlijk. Voor het laatste tien jaar geleden wist Nederland van Frankrijk te winnen, met 2-1 in een oefeninterland in Parijs.
En als Nederland alleen naar zichzelf zou hebben gekeken, dan wist het ook dat het een loodzwaar toernooi zou worden en de ambitie om voor de titel te gaan niet erg realistisch. Daarvoor ging er in aanloop naar het EK te veel mis.
De onverwachte aankondiging van Jonkers vertrek was de eerste grote knauw. De KNVB heeft nooit goed kunnen of willen uitleggen wat daarvan nou de reden was, en waarom men zo’n besluit een half jaar vóór zo’n belangrijk eindtoernooi genomen. Dat Jonker er zelf geïrriteerd over was, bleek bij een persconferentie eind februari. Hij bleef diplomatiek, maar kon de teleurstelling en frustratie niet onderdrukken.
Daarna bleef het een paar maanden rustig – vragen van journalisten over de kwestie werden zorgvuldig genegeerd. Tot het begin van het toernooi. Twee dagen vóór de eerste groepswedstrijd van Nederland – 3-0 winst tegen het zwakke Wales – had nota bene Jonker de kwestie over z’n vertrek zelf weer opgerakeld.
In een interview met de NOS had hij gezegd kort voor het EK alsnog te hebben willen opstappen, na de slechte wedstrijd in de Nations League tegen Duitsland eind mei. Kon hij zijn ploeg nog wel voldoende inspireren voor het toernooi, had hij zich afgevraagd? Jonker bleef aan, maar hij had nu wel zijn zelfvertrouwen beschadigd en mogelijk dus ook dat van zijn selectie.
Lineth Beerensteyn en Esmee Brugts verwerken de uitschakeling van Oranje op het EK Voetbal.
Foto Gerrit van Keulen/ANP
Jonker voelde zich daags voor de wedstrijd tegen Frankrijk gesteund door zijn grote leermeester Louis van Gaal. De voormalig bondscoach van het mannen-Oranje had in een talkshow op RTL gezegd dat de KNVB Jonker ,,in de steek had gelaten” en de goede verstandhouding tussen hem en zijn speelsters ,,had verstoord”.
Zonder er inhoudelijk teveel op in te gaan, reageerde Jonker er veelzeggend op: ,,Louis van Gaal is iemand die dingen uitermate goed doorziet.” Zo beheerste het aanstaande vertrek van Jonker toch een deel van de stemming rond het team.
En ook in tactisch opzicht is er ook het nodige misgegaan in de maanden dat Jonker aan zijn EK-team bouwde. Verzachtende omstandigheid: hij had te maken met veel blessureleed, waardoor hij bij oefenduels en de wedstrijden in de Nations League geregeld topspelers als Vivianne Miedema en Lineth Beerensteyn moest missen.
Geen vast speelsysteem
Maar los van de ziekenboeg en heeft Jonker wel heel veel verschillende speelsters opgesteld en systemen uitgeprobeerd. Juist voor een belangrijk eindtoernooi zul je op tijd een eenheid op het veld moeten zien te smeden, met een voorkeursopstelling en een duidelijke speelwijze. Zoals voormalig international en tegenwoordig tv-analist Leonne Stentler kort voor het toernooi in NRC zei: ,,Zonder een vast systeem en fundament wordt het lastiger automatismen in te passen. Daar heeft Jonker een risico genomen.”
Datzelfde risico heeft de bondscoach ook in de slotwedstrijd tegen Frankrijk genomen. Natuurlijk, hij moest ook va banque spelen, maar dat deed hij met een wel heel andere opstelling dan tegen Wales en Engeland. Liefst vier andere namen in de basis en eigenlijk maar drie speelsters op hun vertrouwde plek. De jonge talenten Wieke Kaptein, Esmee Brugts en Veerle Buurman bleven op de bank ten gunste van ervaren krachten.
In de eerste helft blijkt het te werken. De organisatie, met name achterin met de ervaren Spitse en Janssen in het centrum, staat beter en steviger dan voorheen. De speelsters gaan voor elkaar door het vuur, zijn fel in de duels en geven goed rugdekking. Maar in de tweede helft is het pijpje snel leeg. Jonker besluit wel te wisselen, maar veel te laat. Als Brugts en Kaptein in het veld mogen zijn er nog maar 22 minuten te spelen en staat het al 2-4.
Topscorer Vivianne Miedema, die tegen Engeland haar honderdste interland goal scoorde, komt helemaal niet meer in actie. Iedereen uit het Oranjekamp – en de ruim 34.000 toeschouwers in het Sankt Jakob Park – heeft dan wel door: Nederland gaat dit niet meer redden. In de blessuretijd volgt nog een rake penalty die de eindstand van 2-5 bepaalt. Einde toernooi.
Lees ook
Jonge meiden haken af bij voetbal: ‘Dat is toch een jongenssport?’
Een domper voor Jonker – hij gaat naar huis met lege handen. Maar hij over het team is beslist hoopvol voor de toekomst, zei hij zondagavond na de wedstrijd. ,,In de eerste helft tegen Frankrijk hebben we laten zien: dit is wel een goed elftal hoor. De potentie van deze ploeg is enorm groot, maar op moment schieten we te kort.” Spijtig voor hem – hij wilde zo graag door – zal hij aan die ontwikkeling niet zelf meer kunnen werken. Dat is aan zijn opvolger, die de KNVB al heeft benoemd: de 38-jarige Arjan Veurink.
Die kon afgelopen woensdag van heel dichtbij zien hoe Oranje er op dit moment voorstaat. Hij zat als assistent-bondscoach van Engeland op de bank naast Sarina Wiegman. Veurink zal euforisch zijn geweest met de enorme dreun die zijn team Oranje uitdeelde. En hij zal vast ook even hebben gedacht aan zijn nieuwe klus vanaf 1 september in Zeist: veel werk aan de winkel om dit Nederlands elftal terug naar de wereldtop te brengen.
Wandelingetje door de buurt met mijn zoon (12), zijn brugklasjaar zit er bijna op. We passeren het ene naar het andere huis waar scholieren iets te vieren hebben, aan het uiteinde van de vlaggenstokken bungelen hun rugtassen feestelijk naast het roodwitblauw. Bij wéér zo’n huis houdt mijn zoon zijn pas in. „Wat gebeurt er eigenlijk als je zakt?” zegt hij. „Gaat de vlag dan halfstok?”
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
De voetbalsters van het Nederlands elftal zijn na een 5-2-nederlaag tegen Frankrijk al in de groepsfase van het Europees Kampioenschap in Zwitserland uitgeschakeld.
De ploeg van de afscheidnemende bondscoach Andries Jonker had in Basel een zege met drie doelpunten verschil nodig. Na een 2-1-voorsprong bij rust was er nog hoop, maar in de tweede helft bleek Frankrijk te sterk.
Sandie Toletti opende in de 22e minuut de score voor Frankrijk, snel gevolgd door de 1-1 van Victoria Pelova. Vlak voor rust bezorgde de Franse Selma Bacha Oranje de voorsprong met een eigen doelpunt.
In de tweede helft bleken de krachten van Nederland op, waarvan Frankrijk gebruikmaakte via treffers van Marie-Antoinette Katoto, Delphine Cascarino (twee) en Sakina Karchaoui.
De opdracht voor de ploeg van Jonker in Zwitserland was haast onmogelijk geworden na de 4-0-nederlaag tegen Engeland. De ploeg van bondscoach Sarina Wiegman plaatste zich samen met groepswinnaar Frankrijk voor de kwartfinales.