Het is de laatste dag van Menno de Bruyne als fractiemedewerker van de SGP in de Tweede Kamer, vorige week donderdag. En net als elke ochtend bukt hij diep om samen met zijn fiets onder het toegangspoortje de fietsenkelder in te gaan. Dat is niet de bedoeling, je moet je fiets eronderdoor duwen en zelf de draaideur nemen. „Maar dit is sneller.” Net als elke ochtend haalt hij daarna een kan koffie in de keuken van de Kamerbodes. In de lift zegt iemand: „Jij was toch weg?”
In de grote debatzaal, dinsdagmiddag, hadden de Tweede Kamerleden al afscheid van hem genomen, hard roffelend op hun bankjes. Kamervoorzitter Martin Bosma noemde hem „de encyclopedie van de Kamer”, in Den Haag weet niemand zoveel van de Nederlandse politieke geschiedenis als hij. Zijn rondleidingen, zei Bosma, waren „legendarisch”.
Bij de koffie in zijn werkkamer zegt Menno de Bruyne dat het hem „droef te moede” is. Hij werkte veertig jaar en vier maanden in de Tweede Kamer, als naaste medewerker van vier SGP-leiders: Henk van Rossum, Bas van der Vlies, Kees van der Staaij, Chris Stoffer. Niet één andere SGP’er hield het zo lang vol in Den Haag als hij. Alleen „dominee Zandt”, zegt hij, komt in de buurt: Pieter Zandt, een strenge Groninger die altijd een zwart pak droeg en niets moest hebben van het katholicisme, was Kamerlid van 1925 tot 1961. Menno de Bruyne draagt geruite tweedjasjes, een geruite pet en bruine of oranje ribbroeken. Hij probeert, zegt hij, goed om te gaan met iedereen die anders denkt dan hij.
Menno de Bruyne leidde zo’n 95.000 mensen rond in de Tweede Kamer en heel vaak, zegt hij, vragen ze: hoe kan het dat politici in debatten hard zijn tegen elkaar, maar daarbuiten vriendelijk tegen elkaar lijken te doen? Dan zegt hij dat dat „het wezen van de democratie” is. „Dat je met elkaar praat en met elkaar blijft praten, al overtuig je elkaar niet. En hoe anders je ook denkt, je moet elkaar blijven zien als mens.”
Dan schiet hem iets te binnen. In de jaren tachtig en negentig was er in Den Haag niemand die Hans Janmaat groette: Kamerlid en leider van de Centrum Partij, later de Centrumdemocraten. Hij uitte zich racistisch en antisemitisch en werd twee keer veroordeeld. Menno de Bruyne vindt het moeilijk, zegt hij, om „normaal om te gaan” met iemand die zulke opvattingen heeft. „Maar moet je de meest elementaire regels van fatsoen ook loslaten?” Hij denkt: nee. „In de hoop of illusie dat iemand zich door zulk contact kan bekeren.” ‘Bekeren’, zegt hij, met aanhalingstekens. „Maar in die tijd had ik de moed niet om het anders te doen dan de anderen. Je werd geacht hem te negeren.”
Janmaat was later bij hem in de buurt komen wonen, hij leek te verlangen naar een praatje. „Maar hij had zo’n hond… Die heette Wolf. Dat hielp niet.”
In een uitgebreid interview blikte Christien Brinkgreve onlangs in de Volkskrant terug op haar veelbesproken boek Beladen huis over haar huwelijk met Arend Jan Heerma van Voss. Dertigduizend exemplaren zijn ervan verkocht, ze had zelf op niet meer dan drieduizend gerekend, vertelde ze interviewer Sara Berkeljon.
Mij verbaasde het succes niet helemaal omdat ik vooral bij lezeressen merkte dat ze een zenuw had geraakt met haar beschrijving van een huwelijk waarin de vrouw zich ondergeschikt maakt aan de man. En dat nota bene in een als progressief bekendstaand milieu waarin media (de VPRO) en universiteit een hoofdrol speelden.
Tegelijk werd duidelijk dat het boek de nodige weerstand zou oproepen. Nadat ik er in februari een lovende column over had geschreven, kreeg ik meteen kritische opmerkingen en vragen van lezers. Een vrouw die haar echtgenoot na zijn dood zó ontluistert – kon dat wel? Was dat netjes tegenover iemand die zich niet meer kon verdedigen? Kon ze dat verantwoorden tegenover haar kinderen?
Deze lezers hadden het boek als een afrekening opgevat. Zo had ik het niet gelezen, ik zag het meer als een uiting van introspectie: waarom had ze niet ingegrepen toen ze merkte dat haar huwelijk uit balans raakte? Om dat te doorgronden, kon ze een beschrijving van haar gemengde gevoelens voor haar man niet vermijden: liefde die aangetast werd door de verbittering van een man die zich uitgerangeerd voelde. „Het gaat over allerlei vormen van onvermogen die heel weinig met klasse te maken hebben”, zegt Brinkgreve in de Volkskrant. „Ik vind het zelf vooral een verdrietig boek. Ik vind het eerder tragisch dan hoopvol.”
Waarom moest daarvoor de openbaarheid van een boek worden gezocht, vroegen sommige lezers. Kennelijk verwijten enkele van de kinderen haar dat ook. „Twee vinden het niet leuk”, zegt ze in het interview, „maar begrijpen hoe belangrijk het voor mij is en kunnen ermee leven. Bij de andere twee ligt het moeilijker.”
Ook in een schrijversgezin – Brinkgreve in haar tweede huwelijk met haar man en hun twee schrijvende zoons – kan openbaarheid een gevoelige kwestie zijn. Ik herinner me het ongemak dat in het gezin van de Amerikaanse schrijver John Cheever (1912-1982) ontstond over de autobiografische inslag van zijn werk. Dochter Susan, evenals haar broer Ben schrijver, schreef erover in haar memoir Treetops. Ze constateert met haar twee broers dat hun vader zijn vrouwelijke hoofdpersonen in zijn boeken steeds weer baseerde op het gedrag van hun moeder in zijn moeizame huwelijk.
„Er is absoluut geen excuus voor wat hij met ma deed”, zegt broer Fred, advocaat. „Hij deed het met opzet. Wraakzucht was een van zijn karaktertrekken die hij in zijn werk toonde.” Hij begrijpt niet waarom zijn moeder bij zijn vader bleef – zie de parallel met Beladen Huis. „Maar zijn verhalen zijn geweldig, maakt dat geen verschil?”, werpt Susan tegen. „Kunst is geen vrijbrief”, reageert Fred. Broer Ben is het met hem eens.
Ik weet nog dat ik een boze lezer adviseerde: „Lees Beladen huis vooral ook als een literaire prestatie.” Kennelijk sta ik meer aan de kant van Susan dan aan die van haar broers, ook omdat ik bij Brinkgreve niet zozeer wraakzucht proef als wel gefrustreerde liefde.
De chaos was maandag compleet toen Spanje, Portugal en een deel van Frankrijk getroffen werden door een voor Europa ongekend grote stroomstoring. Was het nu wel of geen cyberaanval van de Russen? Een bijzonder weerfenomeen? Of toch een omvallende boom die op een ongelukkige manier terechtkwam, een kabel beschadigde en vervolgens een gigantische kettingreactie teweegbracht? Een overschot aan zonne-energie, dat zou ook nog kunnen. Of toch iets heel anders?
Dinsdagochtend was het stroomnet in veel gebieden hersteld. Media, experts, politici en netbeheerders zochten ondertussen naar de mogelijke oorzaak. Theorieën kwamen bovendrijven en werden enkele uren later weer ontkracht. Waar en waardoor viel het vermogen opeens weg? Niemand die het weet.
Lees ook
Kan dat ook in Nederland gebeuren, zo’n grootschalige stroomuitval als in Spanje en Portugal? De lessen die hieruit zijn te trekken
Het kan zomaar maanden duren voordat duidelijk is wat de echte oorzaak was; na de grote Nederlandse stroomstoring in juni 1977 duurde het twee maanden voor een eerste rapport verscheen. De Spaanse premier Pedro Sánchez heeft een speciale commissie opgetuigd om de oorzaak te achterhalen. Aan die commissie zullen technici van netbeheerders uit verschillende lidstaten meewerken, want de stroomnetten van Europese landen zijn met elkaar verbonden. Wat is er tot nu toe wel bekend?
Cyberaanval uitgesloten
De Spaanse netwerkbeheerder Red Eléctrica sloot een cyberaanval dinsdag in elk geval uit. Er zijn aanwijzingen dat vlak voor de storing op sommige plekken overbelastingen zijn geweest op het net: plekken waar te veel stroom het net op stroomde. Dat is volgens Jan Vorrink, manager van het controlecentrum van Tennet – de beheerder van de Nederlandse hoogspanningsnetten en betrokken bij het onderzoek naar de storing – niet een typisch gevolg van een cyberaanval. Maar volgens hem kunnen we überhaupt nog niets uitsluiten tot er meer bekend is. Premier Sánchez laat de cyberbeveiligingsautoriteiten voor de zekerheid een onderzoek uitvoeren.
Wat vrijwel zeker wél gebeurde maandag: een ongelukkige kettingreactie waarbij delen van het Spaanse en Portugese net een voor een uitvielen. Vorrink: „Het lijkt erop dat er ergens lokaal kortsluiting of overbelasting is geweest. Het net heeft beveiligingssystemen die de infrastructuur lokaal uitzetten, zodat het niet te heet wordt.” Normaal krijgt de regio waar de kortsluiting plaatsvond dan energie via bijvoorbeeld een reservekabel. Als dat niet lukt, dan sluit het net zich lokaal af en blijft de rest het nog gewoon doen. „Maar hier verspreidde het probleem zich als een olievlek. Ook in omringende gebieden zette de beveiligingssystemen de lokale netten uit.” Daarom zat zo’n enorm gebied maandag in de middag en nacht zonder stroom.
Lees ook
‘Deze storing laat zien hoe erg we afhankelijk zijn van internet. We gedragen ons al als kippen zonder kop’
Dat het probleem zich zo kon verspreiden, vindt Vorrink, die de verbindingen goed kent, niet gek. Volgens de Spaanse netbeheerder begon de uitval net ten zuiden van de Pyreneeën. „Dat is een gebied met een relatief zwakke verbinding”, zegt Vorrink. „Als ergens een gebied uitvalt, moet de aangrenzende infrastructuur de schommelingen opvangen die daarbij ontstaan. Als de opties daarvoor beperkt zijn, raken die andere gebieden ook relatief snel overbelast.” Frankrijk had daar eveneens last van. „Maar Frankrijk staat in verbinding met de rest van Europa. Heel Europa heeft geholpen om de Franse schommelingen in het net glad te strijken. Dat ging allemaal automatisch, binnen dertig seconden. Daarom verspreidde het probleem zich niet verder in Frankrijk.” Spanje en Portugal liggen daarentegen geïsoleerd.
‘Speculatie’
Dan rest nog de vraag: wat bracht die kettingreactie op gang? Wat leidde tot de lokale kortsluiting, waarna gebieden een voor een afschakelden? Daarover verschenen verschillende berichten, „maar dat is nog allemaal speculatie”, zegt Vorrink. „Het zou bijvoorbeeld kunnen dat het een boom was die contact maakte met een kabel. Dat was de oorzaak van een grote stroomstoring in 2003. Maar het kan echt van alles zijn.”
Maandag noemde de Portugese netbeheerder nog extreme temperatuurschommelingen als logische verklaring. Maar de Spaanse weerdienst Aemet sloot dinsdag uit dat uitzonderlijk weer de boosdoener was.
De Spaanse netwerkbeheerder Red Eléctrica zei dinsdag dat twee ontkoppelingen van het stroomnet plaatsvonden. Over het algemeen gebeuren dergelijke ontkoppelingen als er risico is op schade. Volgens de Spaanse netbeheerder zou dat een teken kunnen zijn dat er te veel zonne-energie werd opgewekt wat overbelasting van het net dreigde te veroorzaken. Spanje heeft veel zonneparken, „dus het zou kunnen, maar we weten het niet”, zegt Martien Visser, lector energietransitie aan de Hanzehogeschool in Groningen. „Er zitten duizenden componenten in het energiesysteem. Dit blijft speculeren.”
Vorrink van Tennet: „Bij grote stroomstoringen zien we altijd dat meerdere oorzaken tegelijkertijd een rol spelen. Dan denk je dat je het probleem hebt gevonden, en dan doemt er weer een ander probleem op. Dat maakt het complex om te zeggen bij welk probleem het begon, en of het een het ander veroorzaakte en wat elkaar versterkte.” Vorrink en zijn collega’s gaan zich erover buigen. „Daarvoor moeten we vermoedelijk tientallen storingsschrijvers, dat zijn apparaten die bijvoorbeeld bijhouden wat de spanning was op een bepaald moment, uitlezen. „Daar zijn we zo weken of maanden mee bezig.”
Frankrijk beschuldigt de Russische inlichtingendienst GROe achter een jarenlange reeks cyberaanvallen te zitten. Dat meldt de Franse minister van Buitenlandse Zaken Jean-Noël Barrot dinsdag in een bericht op X. De hackersgroep APT28, ook bekend als Fancy Bear, wordt verantwoordelijk gehouden. Het zou onder meer gaan om een aanval op het campagneteam van president Emmanuel Macron in 2017.
Volgens het Franse ministerie van Buitenlandse zaken waren ook organisaties in de defensie-, financiële en economische sector doelwit van de aanvallen. Daarnaast werd een sportorganisatie getroffen die betrokken was bij de organisatie van de Olympische en Paralympische Spelen van 2024.
Het laatste jaar ontdekte de Franse overheidsdienst Viginum, die onderzoek doet naar buitenlandse inmenging, twee grote beïnvloedingsacties. In juni 2023 onthulde de dienst dat er 335 actieve domeinnamen zijn die media nabootsen en nepnieuws verspreiden. In februari dit jaar meldde Viginum het bestaan van nog eens minimaal 193 pro-Russische websites die massaal nepnieuws verspreiden. Ook is bekend dat Rusland influencers benadert om nepnieuws te delen.
Frankrijk is een lievelingsdoelwit voor Russische beïnvloedingscampagnes. Een reden hiervoor is het relatief lage vertrouwen dat Fransen hebben in politici en media, waardoor zij sneller bereid zijn instituties in twijfel te trekken dan in inwoners van landen waar het vertrouwen groter is.
Lees ook
Vervuilde Seine en bedwantsenplaag in Parijs: Frankrijk is een favoriet doelwit voor Russische desinformatie