Bij een hartstilstand is snel reanimeren van levensbelang. Als iemand met een ernstige hartritmestoornis de eerste schok binnen zes minuten krijgt, stopt de stoornis in 93 procent van de gevallen. Elke minuut later betekent een 6 procent kleinere kans op overleving, berekenden onderzoekers van het Amsterdam UMC.
Het belang van snel handelen bij een hartstilstand is bekend. Nieuw is dat onderzoekers met gegevens van 3.723 patiënten dat nog preciezer kunnen uitdrukken in minuten en overlevingspercentages. De studie is maandag gepubliceerd in Circulation.
Een hartstilstand wordt in een derde van de gevallen veroorzaakt door ventrikelfibrilleren, ofwel kamerfibrilleren – niet te verwarren met boezemfibrilleren, dat niet direct levensbedreigend is. Bij ventrikelfibrilleren stoppen de kamers met samenknijpen. Daardoor pompt het hart geen bloed meer rond en stopt de toevoer van zuurstof naar de rest van het lichaam. Hoe langer dat duurt, hoe meer schade in alle organen.
AED’s
Een elektrische schok met een defribrillator kan het hartritme weer normaal krijgen. Mede door het gebruik van defibrillators (AED’s) en de inzet van burgerhulpverleners en hulpdiensten is op die manier sinds de jaren negentig de kans om een hartstilstand te overleven meer dan verdubbeld. Volgens de Hartstichting hangt er een AED binnen 500 meter van ruim 8 miljoen adressen in Nederland.
Al bijna twintig jaar verzamelen onderzoekers met hulpdiensten en ziekenhuizen gegevens over reanimaties in Noord-Holland. Zo konden de Amsterdamse onderzoekers zien hoeveel tijd er zat tussen een 112-melding bij de regionale meldkamer en de eerste schok.
Het bijzondere aan de zogenoemde AmsteRdam REsuscitation STudies (ARREST) is dat onderzoekers gegevens van AED-apparaten downloaden en zo zien in welke mate een snelle eerste schok bijdraagt tot het laten stoppen van het ventrikelfibrilleren. Zo zagen ze ook dat met een snelle schok ook het risico afneemt dat het hart terugschiet in fibrilleren.
De afgelopen jaren is de tijd tussen de melding en de eerste schok in Nederland gedaald van gemiddeld 10 minuten in 2006 naar minder dan 8 minuten nu. Bij een kwart van de reanimaties lukt dat zelfs binnen zes minuten. Maar daar stopt de winst niet. Hans van Schuppen, anesthesioloog en onderzoeksleider: „Drie minuten is nóg beter voor de overlevingskans.”
Nog niet genoeg
Nederland doet het relatief goed, verkondigde Van Schuppen zelf ook lang. „Maar het is nog niet goed genoeg. De overlevingskans is hier hoger dan in bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk of Duitsland. Tegelijk is de harde werkelijkheid dat het in drie van de vier gevallen niet lukt om iemand binnen zes minuten een eerste schok te geven.”
Om hulpverleners sneller met een AED bij een patiënt te krijgen, moeten volgens Van Schuppen meer hulpverleners en apparaten zijn aangemeld bij HartslagNu.nl, het oproepsysteem voor reanimaties. „Ook werken nog niet alle gemeenten samen met HartslagNu, waardoor niet overal voldoende burgerhulpverleners zijn en AED’s hangen in buurten waar de meeste reanimaties zijn.”