De afgelopen weken verliep de politieke strijd over het asielbeleid tussen de coalitiepartijen PVV en NSC langs de lijnen van procedures en terminologie. Ideologische verschillen verdwenen in een ruzie over een ‘asielcrisis’, de bijbehorende ‘noodwet’ en of de vraag of die ‘dragend gemotiveerd’ kan worden. Na dagen onderhandelen tussen NSC en PVV, en later ook met VVD en BBB, kwam het kabinet vrijdag dan met de uitkomst: een ‘asielnoodmaatregelenwet’.
De procedure is veranderd, van noodwet naar spoedwet. Al houdt dat laatste vooral in dat het reguliere traject sneller wordt doorlopen. Qua inhoud hebben al die weken overleg weinig nieuws opgeleverd: de meeste anti-asielmaatregelen die NSC en PVV hebben opgetekend, zijn inmiddels voor de derde keer afgesproken – eerst al in het hoofdlijnenakkoord en daarna in het regeerakkoord.
Belangrijker dan de inhoud, lijkt te zijn dat de term ‘asielnoodmaatregelenwet’ urgentie uitstraalt. Is het kabinet gered door een woordenspel?
Lees ook
De belangrijkste ‘asielnoodmaatregelen’ op een rij. Hoe nieuw én hoe haalbaar zijn ze?
Politieke stijlverschillen
De oorsprong van de botsing tussen PVV en NSC ligt niet alleen in inhoudelijke verschillen; ook in politiek taalgebruik zijn de partijen elkaars tegenpolen.
Toen Pieter Omtzigt in juni 2023 NSC oprichtte zei hij: „Voor mij moeten partijen voldoen aan de basisvoorwaarden van rechtsstatelijkheid. Daarom zie ik samenwerking met PVV niet gebeuren.” Maar na de Tweede Kamerverkiezingen van november 2023 bleek PVV, VVD, NSC en BBB een onvermijdelijke combinatie. De vier rechtse partijen hadden samen een ruime meerderheid in de Kamer en wilden migratie inperken.
Buiten dat gedeelde belang waren er grote verschillen. Bijvoorbeeld in politieke stijl. NSC tilt zwaar aan de rechtsstaat en aan goed bestuur, zo benadrukte oprichter Pieter Omtzigt keer op keer tijdens de campagne. Daar hoort een technocratische en legalistische stijl bij. Zelfs de partijnaam, Nieuw Sociaal Contract, is een referentie aan een theorie van de 17de-eeuwse Engelse filosoof John Locke.
Aan de andere kant van het spectrum van politieke communicatie bevindt zich de PVV. De partij heeft jarenlang onrechtstatelijke standpunten verdedigd, zoals het sluiten van moskeeën en het verbieden van korans. De huisstijl van de partij is populistisch, waarbij zowel Wilders als de andere PVV’ers grof uit de hoek kunnen komen.
Kim Putters muntte de term ‘extraparlementair programkabinet’, waarvan niemand wist wat het precies betekende
Drie etappes
Omtzigts weerstand tegen samenwerking met de PVV werd in de informatiefase in drie etappes afgebroken, niet door ideologische verschillen te overbruggen maar door het behendig gebruik van termen.
Wetenschapper en Telegraaf-columnist Ronald Plasterk, de eerste informateur die Wilders voordroeg, liet de vier partijen een ‘rechtsstaatverklaring’ opstellen. Daarin zeiden de partijen toe zich „in hun plannen en activiteiten [te] zullen bewegen binnen de grenzen van de democratische rechtsstaat”.
De volgende informateur, de ervaren bestuurder Kim Putters (voorzitter van de SER), muntte een nieuwe term: het ‘extraparlementair programkabinet’. Niemand wist wat het precies betekende, maar Omtzigt noemde het „een doorbraak waar we echt trots op zijn”.
Uiteindelijk was het de ervaren topambtenaar Richard van Zwol (met oud-SGP-Kamerlid Elbert Dijkgraaf) die de vier partijen hun handtekening liet zetten onder een ‘hoofdlijnenakkoord’, waarbij de invulling later in het te vormen kabinet zou plaatsvinden. Ook zouden de partijen geen coalitie vormen maar een ‘samenwerking’.
Er ontstond een papieren werkelijkheid, waarbij al gauw bleek dat de afspraken die Plasterk, Putters en Van Zwol in elkaar hebben gezet niet voldoende waren om de verschillen tussen de PVV en NSC glad te strijken. Het ‘hoofdlijnenakkoord’ werd op veel punten toch tot in detail uitgewerkt. Het kabinet bleek na vorming allesbehalve extraparlementair – de partijleiders overleggen ten minste wekelijks – en het woord programkabinet gebruikt niemand meer.
Van de door NSC zwaar bevochten rechtsstaatverklaring trekt PVV-leider Wilders zich nauwelijks iets aan. Zo stelde hij twee weken terug voor om de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema te verbannen nadat zij een pro-Palestijnse demonstratie liet doorgaan.
Wat is ‘dragend gemotiveerd?’
Ook in het migratiedossier draait al vanaf het begin alles om woordgebruik. PVV-minister van Asiel en Migratie Marjolein Faber kondigde in augustus aan dat ze een asielcrisis wilde uitroepen, waardoor ze de Tweede en Eerste Kamer buitenspel kan zetten. „Alles zit bomvol. Nederland, we hebben een asielcrisis”, zei Faber. Dat woord bleven zij en Wilders keer op keer herhalen.
Juridisch experts kraakten het plan: noodwetgeving is bedoeld voor acute noodomstandigheden, zeiden zij, zoals overstromingen en oorlogen. De PVV negeerde hen. De term asielcrisis straalt urgentie uit, dat bleek belangrijker dan de juridische definitie.
Het voornemen om een asielcrisis uit te roepen stond al in het hoofdlijnenakkoord. Maar NSC kreeg het voor elkaar om in het regeerakkoord in een tussenzin toe te voegen dat zo’n crisis „dragend gemotiveerd” zou moeten worden. Het is een juridische term, doorgaans gebezigd door rechters. Zij bedoelen daarmee dat een uitspraak zo onderbouwd is dat uit een beroepszaak waarschijnlijk geen ander oordeel zal komen.
Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen bleek hoe sterk plaatsvervangend NSC-fractievoorzitter Nicolien van Vroonhoven leunde op die bijzin. „Ik sta hier comfortabel”, zei ze tegen de oppositie, omdat de „rode lijnen” van de rechtsstaat niet overschreden zullen worden. Van Vroonhoven waande zich beschermd, doordat juridisch experts er zeker van waren dat een asielcrisis en de daaruit voortvloeiende noodwet nooit goed onderbouwd zou kunnen worden.
Het kabinet bleek allesbehalve extraparlementair, het woord programkabinet gebruikt niemand meer
Dat comfort bleek onterecht. Wilders wilde geen centimeter wijken en dreigde meermaals met een kabinetsval. Minister Faber bleef volhouden dat zij een dragende motivering klaar had liggen, al werd behandeling daarvan in de ministerraad steeds uitgesteld.
Of die dragende motivering er was gekomen, wordt misschien nooit bekend. Afgelopen week bleek dat premier Schoof in gesprek was gegaan met PVV en NSC om tot een alternatief voor de noodwet te komen. Ook VVD en BBB, die later bij de onderhandelingen werden betrokken, konden zich vinden in de uitkomst van wat nu de asielnoodmaatregelenwet moet worden.
En dus is er nu een nieuwe woordenwolk ontstaan. In hoeverre de coalitiepartijen daar dezelfde betekenis aan geven, zal blijken bij de behandeling in de Tweede en Eerste Kamer. Tot nu toe heeft de partij van Omtzigt zich vaak te snel rijk gerekend met gemaakte afspraken. De realiteit is: als het Wilders beter uitkomt om een bijzin of verklaring te negeren, dan doet hij dat zonder gêne.