Schrijver Griet Op de Beeck: ‘Ik heb lang geleefd met het gevoel dat er een rat in mijn strot hing te bijten’

Een smal huis achter een hoge muur in de binnenstad van Gent. Griet Op de Beeck, de schrijver van megabestsellers als Vele hemels boven de zevende en Kom hier dat ik u kus, verwelkomt ons met hond Uma aan haar zijde. Ja, zegt ze, dit is de Uma waarover ze in haar nieuwe boek vertelt. Vier jaar geleden heeft de chocoladebruine labrador, een puppy toen nog, haar ervan weerhouden om uit het leven te stappen.

Wij stappen nu, via de patio en de schuifpui, haar keuken binnen en gaan zitten op de met kussens bedekte houten bank tegen de wand. Zij neemt plaats op haar „therapeutenstoel” tegenover ons, en nee, dat is geen grap. Vanaf dinsdag 29 oktober, de dag waarop haar nieuwe boek verschijnt, gaat Griet Op de Beeck hier therapie geven aan mensen die, net als zijzelf voorheen, lijden onder trauma’s en „wonden” uit hun kindertijd. Haar eigen trauma, haar gróótste trauma – daar kwam ze een jaar of tien geleden achter door hervonden herinneringen – is het seksueel misbruik door haar vader toen ze een klein meisje was. Ze vertelde er in december 2017 over in een uitzending van De Wereld Draait Door, waarna ze de hoon van geheugenspecialisten en columnisten over zich heen kreeg. Hervonden herinneringen? Wat een onzin. Maar ook waren daar toen de „letterlijk duizenden” e-mails van psychologen en psychiaters die haar steunden, van mensen die in hun jeugd vergelijkbare dingen hadden meegemaakt. Eindelijk had iemand op televisie woorden gegeven aan wat voor hen niet in taal te vangen was. Dankjewel, lieve Griet.

In haar nieuwe boek, Het wordt (nooit) beter, hoe je vrij en voluit kunt leven, geeft Griet Op de Beeck 384 pagina’s lang woorden aan hoe ze haar trauma in de afgelopen vier jaar overwonnen heeft met de hulp van haar „vrienden aan de wereldtop in therapieland”: de in de VS wonende psychiater en traumaspecialist Bessel van der Kolk, de eveneens in de VS wonende Belgische psycholoog en relatietherapeut Esther Perel en de Amerikaanse psycholoog en hoogleraar Richard Schwartz. Schwartz is de bedenker van de methode waarmee Griet Op de Beeck zich, zegt ze, heeft bevrijd: Internal Family Systems. Daar komen we nog op terug. Ze gaat die methode nu zelf toepassen op de mensen die zich, hoopt ze, bij haar aandienen zodra ze haar praktijk geopend heeft. Sessies via Zoom zijn ook mogelijk. Ze gunt het iedereen, zegt ze, om zich net zo te voelen als zij.

Hoe gaat het nu met je?

„Ja, hoe gaat het nu met me.” Ze lacht. „Ik word elke ochtend wakker en denk: yep, weer een dag waar ik ongelooflijk veel zin in heb. Vroeger werd ik elke ochtend wakker in angst en dan had ik trucjes om die angst weg te krijgen. Nu is er een basis in mij van grote innerlijke vrede. Ik ben eindelijk in staat om mezelf leuk te vinden. Vroeger dacht ik: om te mogen bestaan moet er iemand zijn die me graag ziet en bij voorkeur ook nog eens elke avond met mij onder hetzelfde dak gaat slapen. Nu zou ik niet weten hoe ik nog tijd voor zo iemand zou hebben. The love of my life is Uma. Ik durf nu ruimte in te nemen en ik kan mijn grenzen bewaken. Ik kan uitreiken naar mensen en met hen in verbinding gaan. En ik heb de gretige wens om anderen kennis te laten maken met hetgeen ik heb mogen ervaren vanuit een zeer bevoorrechte positie, waar ik me ongelooflijk bewust van ben.”

Je bent in je boek pijnlijk eerlijk over jezelf.

„Ja, ik heb ervoor gekozen om totaal in mijn onderbroek te staan. Als we dat allemaal eens zouden doen, als we allemaal onze kwetsbaarheden zouden durven tonen, dan zou er meer verbondenheid zijn en hoefden we ons niet zo alleen te voelen met de donkere dingen in ons hoofd. De wereld zou een betere plaats zijn. Voor veel mensen ben ik misschien de schrijver die het goed doet, die met een glimlach in tv-studio’s zit en energie staat uit te stralen als ze voor een zaal spreekt. Wat ze niet weten, of wisten, is dat ik ondertussen kampte met mijn eetstoornis en dat daar zoveel schaamte omheen zat dat ik dat nooit hardop wou uitspreken. In dit hele boek ben ik bloot eerlijk. Ik gebruik mezelf als één langgerekte casestudy en vertel over alle therapievormen waarvan ik denk dat ze de moeite waard zijn. Ik ken geen therapeuten die hebben gedaan wat ik nu heb gedaan: een verhaal schrijven dat hopelijk zo meeslepend is dat de informatie die ik geef vanzelf mee naar binnen glijdt.”

Foto Wouter Van Vooren

In december 2017 bij ‘De Wereld Draait Door’ zei je ook dat het heel goed met je ging.

„Dat klopt. Dat was zo. Als je uit de donkerste krochten komt is elk streepje licht al een verbetering. Mijn therapeute toen, ik noem haar Lotte in mijn boek, bleef ook maar herhalen hoeveel beter het met me ging. Ja, dat was de therapeute die me liet zien dat alle symptomen die ik had alleen goed konden worden verklaard door seksueel misbruik in mijn jeugd, waaraan ik mijn herinneringen dus verdrongen had. En ik had toen natuurlijk al een paar goede keuzes gemaakt. Ik was gedebuteerd als schrijver, een vorm van ruimte innemen. Ik verdiende veel geld met mijn boeken. Ik kon een huis kopen. Lezers gaven me complimenten. Maar geen moment dacht ik dat ik misschien wel iets goeds had gedaan. Ook niet toen ik in 2018 het Boekenweekgeschenk had geschreven en ik als een rockster werd rondgereden en overal lezingen gaf. Ik dacht toen nog dat het leven nou eenmaal donker was voor iemand als ik. Dat het gewoon was om veel angsten te hebben. En een eetstoornis, daar geraak je nou eenmaal heel moeilijk vanaf. Jezelf leuk vinden, dat was niet haalbaar voor iemand als ik. Als ik een avond op een fijne plek was met fijne mensen, ja, dan kon ik daar wel van genieten. Maar thuis sloeg de eenzaamheid me weer als een koude doek in het gezicht.”

In 2020, schrijf je, verbreekt de man met wie je jarenlang was de relatie en wil je zelfmoord plegen.

„En ben ik boos op mezelf omdat ik weer niet meteen de moed vind om het te doen. Ik overdacht allerlei scenario’s, maar wat me uiteindelijk weerhield was dat Uma er was.” Uma, die in de mand naast de therapiestoel op haar rug ligt te slapen, de achterpoten wijd gespreid, doet één oog open en spitst haar oren. „Ze was net twee weken bij me en hing de hele dag aan mijn broekspijpen, bedelend om aandacht. Zonder haar was ik er niet meer geweest.”

Die man, Max in je boek, zag ook andere vrouwen en weigerde voor jou te kiezen.

„Jullie willen niet weten hoe krampachtig ik geprobeerd heb om hem, en andere mannen, te plezieren en me naar hun wensen te schikken, in de hoop dat ze me dan toch eindelijk de leukste en interessantste zouden vinden. Ik heb dingen laten gebeuren waarvan ik achteraf denk: jezus. Ik heb lang geleefd met het gevoel dat er een rat in mijn strot hing te bijten. Het was echt niet te harden.”

Begon de omslag toen je Esther Perel had ontmoet?

„En we heel snel vrienden werden, als bij wonder, ik had dat nooit verwacht. Ze was in Antwerpen voor een lezing en nodigde me via via uit voor het diner na afloop. Huh? Esther Perel nodigt míj uit? Ze kende me van Zomergasten, in 2016, en de VPRO had haar daar net ook voor gevraagd. Ik verwachtte een diner met minstens vijftig man, maar nee, het was een klein clubje en ze zei: ‘You sit next to me.’ Nadien stuurde ik haar een mailtje om haar te bedanken en ik sloot af met de vraag of ik me mocht aansluiten als ze nog eens ergens een workshop gaf. In haar mail terug zei ze: als je nog eens in New York bent, laat maar weten, dan kan je een podcastopname bijwonen.” Esther Perel, beroemd door haar boek Mating in Captivity: Unlocking Erotic Intelligence uit 2006, maakt sinds 2017 podcasts met stellen over hun relatieproblemen. Griet Op de Beeck: „Ik heb meteen een ticket geboekt. Ik verwachtte dat ik alleen die opname zou mogen bijwonen, verder niets. Maar ze heeft me een hele week overal mee naartoe genomen. Ik heb haar man leren kennen, haar kinderen, het was echt fantastisch. Aan het eind zei ze: nu moet je naar Costa Rica komen voor een retreat over trauma. Daar liepen alle grootheden in verzamelde slagorde rond en zo ben ik dan ook als bij wonder bevriend geraakt met Bessel van der Kolk” – hij werd beroemd met zijn boek The body keeps the score – „en zijn vrouw Licia Sky, die onder andere bodyworker is. Ik werd geïntroduceerd bij Gabor Maté” – een in trauma gespecialiseerde Canadese arts – „en bij Richard Schwartz, Dick, en dat is dan echt helemaal de grote doorbraak voor mij geweest.”

Drie jaar verder en die rat in mijn strot is nooit meer teruggekomen

Je vroeg hem om een privésessie Internal Family Systems met je te doen.

„Alsof ik aan een rockster vroeg of hij efkes solo zijn danske voor me kon doen. Wist ik hoe beroemd hij is in de wereld van de traumatherapie.” Ze lacht. „Die sessie was mind blowing, echt. Heel je leven ga je kapot aan je angsten, je hebt geen idee hoe je eraan kunt ontsnappen, en in één sessie is het gewoon weg. We zijn nu drie jaar verder en die rat in mijn strot is nooit meer teruggekomen.”

Het idee achter Internal Family Systems is dat ieder mens uit verschillende delen bestaat, waaronder alle gewonde kinderen van vroeger. Een IFS-therapeut helpt mensen zicht te krijgen op al die delen, zodat ze er niet langer de speelbal van zijn. Er wordt intuïtief contact mee gelegd en dan is er een „niet hertraumatiserende manier”, zegt Griet Op De Beeck, „om naar de „kern van de pijn” te gaan en zo „de wonden te helen”, wonden die zijn opgeslagen in de primitiefste delen van het brein. „Daarna”, zegt ze, „moeten mensen nog dertig dagen lang zelf thuis elke dag even gaan kijken bij het kind dat zo in nood was en nu zo blij en bevrijd is. Hoe is het ermee?”

Het idee daarachter is dat in die dertig dagen een nieuw neurologisch pad in de hersenen wordt aangelegd, over het trauma heen. Onafhankelijk wetenschappelijk bewijs voor IFS is er niet.

Na die sessie met Dick Schwartz, schrijf je, had je toch nog veel werk te doen.

„Ja, want de eetstoornis, het schuldgevoel, de eenzaamheid, de overtuiging dat ik een slecht mens ben, die waren er allemaal nog wel. Ik heb nog veel met Dick gewerkt en met andere IFS-gecertificeerde therapeuten” – ze is nu zelf ook IFS-therapeut – „en uiteindelijk heeft dat bij mij de deur opengezet naar full blown, zij het gefragmenteerde herinneringen aan het seksueel misbruik door mijn vader tussen mijn vijfde en mijn negende jaar, wat de oorzaak van al die symptomen is.”

Er zit, schrijf je, een stem in je die jou „tierend” voor leugenaar uitmaakt. Iets in jou gelooft kennelijk niet dat het seksueel misbruik echt gebeurd is.

„Het gebrul van die stem, een heel legertje stemmen eigenlijk, was hardnekkig. Ze voerden me terug naar de oordelen over mij van sommige familieleden, naar de meningen van opiniemakers in kranten na mijn verhaal bij De Wereld Draait Door, naar de algehele angst van mensen om te erkennen dat vaders zulke dingen doen met hun jonge kinderen, naar de reflexen van het dissociërende kind dat ik was, omdat de realiteit van het seksueel misbruik te groot was om die te erkennen.

„In januari dit jaar had ik het geluk om deel te mogen nemen aan een zeer exclusieve IFS-training door Dick Schwartz zelf op Moloka’i, een van de eilanden van Hawaii, beschermd en totaal niet toeristisch, heel mooi. Dick strooide een pak speelkaarten uit over de vloer: wie de hoogste kaart pakte zou een demonstratiesessie met hem mogen doen voor de hele groep. Ik pakte een hartenaas. Ik stond te trillen op mijn benen. Ik had gewonnen. Dick vroeg waar ik aan wilde werken en ik zei: aan die brullende stemmen. En ik zei: dit wordt een slechte demo, want ik kan zelf amper wijs uit die wirwar aan delen in mij die ingrijpen als ik probeer bij een van de kleine meisjes te komen die in bed ligt met haar vader. Ik suggereerde dat het misschien beter was om te werken aan mijn eetstoornis. Dick grijnsde en zei: ‘People love to see me sweat.’

„En toen vroeg hij door over die stemmen. In IFS noemen we ze protectors: ze beschermen je tegen pijn, soms door de oorzaak van je pijn te ontkennen. Waar waren de protectors in mijn lijf te vinden? Ik voelde een wiebelende onrust ter hoogte van mijn longen. Hij stelde voor dat ik aan ze zou vragen waarom ze zo volhardden in de bewering dat het seksueel misbruik niet gebeurd is. Waar waren ze bang voor als ik wél geloofde dat mijn vader het had gedaan?”

En toen heb je die protectors het zwijgen weten op te leggen?

„Je legt ze niet het zwijgen op. Je ontlast ze van een taak die ze zelf in the first place ook al niet leuk vonden.”

De twijfel is nu echt weg?

„Helemaal.” Ze lacht. „Ik deed een achtdaagse traumatherapie in Arizona, waar ik iets van twintig nieuwe herinneringen kreeg aan seksueel misbruik op verschillende leeftijden. Ik heb ervaren dat het op je vijfde heel wat anders is dan op je negende. Dertig minuten heb ik liggen trillen en schudden en beven op een matrasje, het snot vloog in het rond. Als er toen een cameraploeg was geweest die mij gefilmd had, dan zou niemand nog betwijfelen dat het seksueel misbruik gebeurd is. Je kunt zoiets niet faken. Dick en vele andere grootheden, met dertig of veertig jaar ervaring, hebben me bezworen dat het er echt is geweest. ‘Trust me, Griet’, zei Dick. ‘It really happened.’”