Deze week moet ik het eens even met jullie hebben over mansplainers. Van die mannen die de hele dag ongevraagd dingen aan vrouwen uitleggen. Ik maak me zorgen om ze. Want vroeger werd hen geen strobreed in de weg gelegd, maar tegenwoordig is de mansplainende man nergens meer welkom.
Niet meer in het gezin, waar volgzame kleuters zijn veranderd in kritische pubers die het met Google en YouTube allemaal veel beter weten. Niet meer op het werk, waar vrouwen in weerbaarheidscursussen leren hen uit te lachen. En niet meer in het onderwijs.
Ja, vroeger, toen kon je als man nog hele klassen vol dociele kinderen mansplainen. Tegenwoordig zijn die verwende krengen allemaal ‘owner van hun eigen educational journey’ en praten ze terug. Ik sprak laatst een man die me na afloop van een lezing vroeg hoe hij nog tips aan vrouwen kon geven zonder van mansplaining beschuldigd te worden. Dat was het moment waarop ik dacht: nu moet ik ingrijpen.
En dus geef ik de mansplainende man deze week tips waar, en hoe je nog wél je goddelijke verhaal kan afsteken. Maak je geen zorgen, ik heb ze uitsluitend van mannen gehoord. Je kunt ze dus gerust ter harte nemen. Komen ze!
1 Begin je mansplaining met: ‘sorry dat ik het zeg, maar…’. Daarmee toon je je niet alleen nederig, maar maak je ook automatisch contact met het vrouwelijke brein, dat geleerd heeft zich overal voor te verontschuldigen.
2 Citeer een vrouw! Zeg: „Zoals Gloria Steinem al schreef”, „Zoals m’n moeder altijd zegt”, of: „Was het niet Japke-d. Bouma die zei dat de categorische imperatief ook zijn minpunten had?” Iets dat van een vrouw komt, kan immers nooit mansplaining zijn, ha!
3 Zeg op het eind van je mansplaining: „Ik doe ook maar wat. Jij weet het vast zelf een stuk beter.” Zo ben je niet alleen feitelijk juist, maar kan je ook nooit voor mansplainer uitgemaakt worden.
4 Ga naar LinkedIn! Daar leggen elke dag duizenden mannen aan vrouwen uit hoe het wél zit, en mansplainen ze zich suf over hun baan, hun expertise, en wat ze allemaal zo fantastisch hebben ‘mogen’ doen. Het zijn er zoveel, dat je als individuele mansplainer niet opvalt!
5 Huur een zaal, en ga daar mansplainen. Dan komen mensen vrijwillig en is het geen mansplaining. Youp van ’t Hek had daar zelfs ooit z’n vak van gemaakt. Of Arjen Lubach! Of wacht, die leest de teksten van Janine Abbring voor. Doet-ie slim. Zie punt 2.
6 Ga voor de tweede leg. Als je kinderen te oud worden voor je mansplaining, ga dan voor de nieuwe generatie! Dan kun je weer 12 jaar vooruit!
7 Ga in een talkshow zitten! Daar kun je nog heerlijk mansplainen. Of wat dacht je van debatten, symposia of andere uitlegevenementen? Grijp de microfoon en geef ‘je eigen inbreng’.
8 Of boek zendtijd bij Harry Mens! Daar kun je betalen om te mansplainen. Brievenrubrieken zijn er gelukkig ook nog voor je. Maar je kunt ook voor de spiegel gaan staan man-splainen als niemand je verhaal meer wil horen, of een Jehovagetuige mansplainen. Of een verkoper op het station. Die zeggen nooit nee!
9 Maar het slimst is het, denk ik, om je doelgroep als mansplainer te verleggen van vrouwen naar mannen. Dan word je wel voortdurend onderbroken, maar heb je ook meer voldoening van je mansplaining. Organiseer anders een kampioenschap mansplainen en meet je met de besten. Kom op hoor!
Het zou ontzettend jammer zijn als dit laatste bastion van mannelijkheid nu óók al teloor zou gaan.