Goedemorgen! In China is de week begonnen met een verse renteverlaging: de Chinese overheid heeft de rente op eenjarige staatsobligaties verlaagd van 3,35 naar 3,1 procent. De rente op vijfjarige obligaties ging omlaag van 3,85 naar 3,6 procent. De verlagingen zijn bedoeld om de kwakkelende Chinese economie te stimuleren – als geld lenen goedkoper wordt, gaat de economie harder draaien.
Beleggers in Azië reageren maandagochtend nog voorzichtig op de renteverlaging. Zowel de belangrijkste Chinese beursindex Hang Seng als indices in andere Aziatische markten – zoals Japan en Singapore – schommelden in de eerste uren van de handelsdag rond het slot van afgelopen vrijdag.
Wat we verder deze ochtend lazen:
Gedupeerde klanten van onlinebank Bunq hebben bij de rechter al in zeker vijf zaken ongelijk gekregen toen ze probeerden financiële schade op de bank te verhalen, schrijft Het Financieele Dagblad. Tientallen klanten werden slachtoffer van oplichting, volgens de klanten doordat de bank zijn veiligheidssystemen niet op orde had. De rechter gaat daar voorlopig dus niet in mee.
Accountantskantoor BDO is een proefproces tegen de Belastingdienstbegonnen, in de hoop dat eigenaren van woningen boven de 1,3 miljoen euro minder eigenwoningforfait hoeven te betalen. Dat schrijft het AD. Nu betalen bezitters van dure woningen een relatief hogere huizenbelasting en deze ‘villataks’ is oneerlijk, vinden ze bij BDO.
De koers van bitcoin bereikte maandagochtend het hoogste punt in drie maanden. Beleggers in de cryptomunt speculeren op een verkiezingsoverwinning van Donald Trump in de VS, die tot hogere rentes en dus waardedaling van andere valuta zou kunnen leiden, schrijft CNBC.
En ook de AI-hype is voorlopig niet voorbij: start-up Perplexity, een zoekmachine, is volgens de Financial Times in een nieuwe investeringsronde op 8 miljard dollar gewaardeerd, het dubbele van de vorige ronde eerder dit jaar.
Goedemorgen! In China is de week begonnen met een verse renteverlaging: de Chinese overheid heeft de rente op eenjarige staatsobligaties verlaagd van 3,35 naar 3,1 procent. De rente op vijfjarige obligaties ging omlaag van 3,85 naar 3,6 procent. De verlagingen zijn bedoeld om de kwakkelende Chinese economie te stimuleren – als geld lenen goedkoper wordt, gaat de economie harder draaien.
Beleggers in Azië reageren maandagochtend nog voorzichtig op de renteverlaging. Zowel de belangrijkste Chinese beursindex Hang Seng als indices in andere Aziatische markten – zoals Japan en Singapore – schommelden in de eerste uren van de handelsdag rond het slot van afgelopen vrijdag.
Wat we verder deze ochtend lazen:
Gedupeerde klanten van onlinebank Bunq hebben bij de rechter al in zeker vijf zaken ongelijk gekregen toen ze probeerden financiële schade op de bank te verhalen, schrijft Het Financieele Dagblad. Tientallen klanten werden slachtoffer van oplichting, volgens de klanten doordat de bank zijn veiligheidssystemen niet op orde had. De rechter gaat daar voorlopig dus niet in mee.
Accountantskantoor BDO is een proefproces tegen de Belastingdienstbegonnen, in de hoop dat eigenaren van woningen boven de 1,3 miljoen euro minder eigenwoningforfait hoeven te betalen. Dat schrijft het AD. Nu betalen bezitters van dure woningen een relatief hogere huizenbelasting en deze ‘villataks’ is oneerlijk, vinden ze bij BDO.
De koers van bitcoin bereikte maandagochtend het hoogste punt in drie maanden. Beleggers in de cryptomunt speculeren op een verkiezingsoverwinning van Donald Trump in de VS, die tot hogere rentes en dus waardedaling van andere valuta zou kunnen leiden, schrijft CNBC.
En ook de AI-hype is voorlopig niet voorbij: start-up Perplexity, een zoekmachine, is volgens de Financial Times in een nieuwe investeringsronde op 8 miljard dollar gewaardeerd, het dubbele van de vorige ronde eerder dit jaar.
Bij Shell moesten ze kort geleden nog toegeven dat hun nieuwe fabriek voor duurzamere kerosine in de haven van Rotterdam financieel voorlopig gewoon niet uit kan. Om die reden werd de bouw „tijdelijk” stilgelegd. Een ander groot olie- en gasbedrijf, BP, zag zich recentelijk eveneens genoodzaakt om zijn ambities voor de productie van duurzamere kerosine flink af te zwakken. Ook omdat het financieel toch wat ingewikkeld bleek.
Het waren twee pijnlijke boodschappen voor de luchtvaartsector, die verantwoordelijk is voor een flink deel van de wereldwijde uitstoot en die zijn zinnen heeft gezet op deze zogeheten sustainable aviation fuels (SAF’s) om te verduurzamen. De ‘bio-kerosine’ die BP en Shell in dit geval willen produceren, gemaakt van onder andere oud frituurvet en slachtafval, is schoner dan op fossiele energie gebaseerde, ‘normale’ kerosine.
En andere, nog schonere opties zijn er simpelweg niet, aldus de sector. Vliegen op waterstof is vooralsnog een illusie, en vliegen op stroom gaat ook nog jaren duren – al wordt daar wel mee geëxperimenteerd. Voor langere afstanden zou het hoe ook dan voorlopig onmogelijk zijn, meent de branche.
Maar heel lekker ging het de laatste tijd dus niet met de opkomst van deze nieuwe biobrandstoffenbedrijfstak, waarop de luchtvaartsector zijn hoop heeft gevestigd. Alsof de klad nog niet genoeg in de verduurzaming van de Nederlandse industrie lijkt gekomen, zou je trouwens ook denken. Want overal klinken de laatste tijd alarmsignalen.
Voor de verandering lijkt er nu echter weer eens positief nieuws te zijn voor de luchtvaartbranche. Twee Nederlandse ondernemingen, het Amsterdamse Power2X en het Rotterdamse Advario, kondigden woensdag de bouw aan van een nieuwe fabriek voor duurzamere kerosine, inclusief een opslag- en logistiekterminal. Zij zien kennelijk wél mogelijkheden. De fabriek moet eveneens in de Rotterdamse haven komen te staan – die daarmee trouwens óók zijn eigen vergroeningsambities dichterbij denkt te zien komen.
‘Groene’ methanol
De twee bedrijven willen zelfs een nog schonere variant van kerosine maken, zogeheten e-SAF, die gemaakt wordt van ‘groene’ methanol. Dat is een synthetische brandstof die weer wordt gemaakt van groene waterstof en CO2. Kort en goed: daar komen nog weer minder koolstofmoleculen aan te pas, en deze kerosine geldt dan ook als de schoonste in zijn soort. De methanol willen Power2X en Advario grotendeels importeren, onder meer uit de VS.
Het gaat om een groot industrieel complex, dat vanaf 2030 operationeel moet zijn op het 26 hectare grote terrein van de voormalige anodenfabriek van Aluchemie in het Botlek-gebied. Volgens de bedrijven is er een investering mee gemoeid van zo’n 1,5 miljard euro. Jaarlijks moet er vanaf 2030 ongeveer 250.000 ton e-SAF worden geproduceerd, wat voldoende brandstof zou zijn voor 7.000 lijnvluchten van Amsterdam naar New York. Volgens de bedrijven is het daarmee de grootste e-SAF fabriek ter wereld die nu aangekondigd is.
Je hebt signaal nodig dat iemand bereid is zijn nek uit te steken, want anders gebeurt er niets
Door enkele luchtvaartbedrijven werd het bericht inderdaad positief onthaald. Zita Schellekens, bestuurslid bij KLM en verantwoordelijk voor de verduurzaming, sprak op LinkedIn van „goed nieuws”. „Helaas zijn er de afgelopen tijd wat goede initiatieven op dit gebied gesneuveld, dus daarom ben ik extra blij met dit mooie project.” KLM is een potentiële klant voor Power2X en Advario. Maar voor KLM telt natuurlijk wel dat de nieuwe brandstof ook betaalbaar moet zijn, en dan helpt het als er veel aanbod komt.
Ook anderen reageerden positief. Vervoerseconoom Rico Luman van ING schreef op hetzelfde netwerkplatform dat Europa’s „duurzamere luchtvaartbrandstoffen-reis”, na een aantal eerdere recente tegenslagen, nu „weer tractie” krijgt. Daarbij wees hij ook op enkele andere recente lichtpuntjes, eveneens in Rotterdam, van andere bedrijven.
Europese regels helpen
Directeur en oprichter Occo Roelofsen van Power2X zegt in een video-toelichting, samen met zijn partner Advario-directeur Bas Verkooijen, dat het mede dankzij nieuwe Europese spelregels is dat hij juist optimistisch is over de kansen van slagen van zijn project, en daarmee voor de verduurzaming van de luchtvaartsector. In Europa moeten luchtvaartmaatschappijen vanaf 2030 minimaal 1,2 procent van hun vliegtuigtanks vullen met e-SAF. Op die manier wordt er in feite vraag naar zijn product afgedwongen.
Óók als daarvoor een „premium” zal moeten worden betaald door luchtvaartmaatschappijen ten opzichte van ‘ouderwetse’ kerosine, zegt Roelofsen. Dat is een fijne afnamegarantie om te hebben. Alhoewel hij natuurlijk zegt te hopen dat die premium „zo klein mogelijk” blijft.
Luchtvaartbedrijven zijn niet altijd even blij geweest met die bijmengverplichtingen, en er is ook gelobbyd om ze niet te snel te hoog te laten worden. Maar Roelofsen meent: „Het is heel belangrijk dat dit soort mandaten er zijn. Zo vormt de markt zich vanzelf. Anders blijft iedereen gewoon op elkaar wachten. Klanten willen dan geen afnameverplichtingen aangaan, want de nieuwe brandstoffen zijn voorlopig te duur. En leveranciers willen dan weer niet investeren, want er is geen zekerheid van afname. Het kip-ei-probleem.”
Opmerkelijk genoeg is er trouwens ook zo’n afnameverplichting voor vliegmaatschappijen voor de bio-kerosine die Shell en BP willen gaan produceren. In 2025 moeten vliegmaatschappijen 2 procent van hun tanks vullen met SAF. Maar deze bedrijven zien desondanks toch nog beren op de weg.
Europa’s duurzamere luchtvaart-brandstoffenreis krijgt nu weer tractie
Bij Power2x denken ze dat het verschil hem er vooral in zit dat zij zich vooralsnog als een van de weinigen (en op industriële schaal) op de markt voor e-SAF storten. En daar is (nu) nog weinig concurrentie. Shell en BP lijken juist veel last te ondervinden van Chinese producenten die de Europese markt met goedkopere biobrandstoffen zouden overspoelen. De EU is onlangs een dumping-onderzoek gestart.
Geldschieters nodig
Vervoerseconoom Rico Luman van ING wijst er in een telefonische toelichting op dat er ook voor Power2X en Advario nog wel onzekerheden zijn, en daarmee weer voor de luchtvaartsector. Van de mandaten die de e-SAF producenten moeten helpen, is om te beginnen nog afwachten hoe ‘hard’ die precies zijn, legt hij uit.
„Het is wel duidelijk hoeveel duurzamere kerosine, zowel SAF als e-SAF, luchtvaartmaatschappijen straks moeten afnemen. Maar het is nog onduidelijk wat de sancties zijn als niet aan de eisen wordt voldaan. Dat kan per land verschillen kennelijk. Sommige landen overwegen boetes, hoe hoog die worden is echter weer niet duidelijk. Alles valt of staat bij naleving.” Wel zal de toelevering zeker na 2030 voor een steeds groter deel uit e-SAF gaan komen, vult Luman daarbij aan.
Luman benadrukt verder dat veel luchtvaartmaatschappijen momenteel in financieel zwaar zitten, en dus ook „niet heel veel ruimte” hebben om extra geld uit te geven, voor schonere brandstoffen – ook als de regels voorschrijven dat ze die schonere kerosine moeten kopen. Bij KLM hebben ze net aangegeven dat er gereorganiseerd moet worden, en een aantal andere vliegmaatschappijen is recent met winstwaarschuwingen gekomen. Dat kan het sluiten van contracten met dit soort partijen komende tijd bemoeilijken, zegt hij.
Als toch het volle pond zal moeten worden betaald, omdat de luchtvaartmaatschappijen geen andere keus hebben, zullen die extra kosten trouwens vermoedelijk worden doorberekend aan de klanten, denkt Luman. „De sector gaat die niet zomaar voor eigen rekening nemen.”
Power2X en Advario beseffen ook dat ze nog een lange weg te gaan hebben, en dat er nog veel onzekerheden weggenomen moeten worden. Momenteel hebben de bedrijven nog geen definitieve contracten gesloten met potentiële klanten, noch met potentiële leveranciers van de grondstoffen. Al worden er momenteel „serieuze gesprekken” gevoerd met verschillende partijen, aldus Roelofsen.
Geldschieters voor de benodigde investering zijn er ook nog nodig. Power2X heeft een groot Canadees pensioenfonds achter zich staan, en Advario kan zijn deel van de investering uit eigen middelen doen, zegt directeur Bas Verkooijen. Maar daarmee zijn ze er mogelijk nog niet, er zijn misschien nog additionele investeerders nodig.
Power2X en Advario hebben de definitieve investeringsbeslissing dan ook nog niet genomen. De bedrijven werken nu aan het gedetailleerde ontwerp, waarmee een investering van tientallen miljoenen is gemoeid. Maar toch is het een belangrijk moment, meent Verkooijen. „Je hebt een signaal nodig dat iemand bereid is zijn nek uit te steken. Want anders gebeurt er niets. Je kunt niet eindeloos blijven praten.”
Lees ook
Hoeksteen van Shells vergroeningsbeleid loopt forse vertraging op
Over hoe je iets leert kun je heel verschillend denken. Emily Jacometti en Tim Murck zijn ervan overtuigd dat gamen een effectieve methode is. Hun game HackShield wordt inmiddels in tweehonderd Nederlandse gemeenten en op steeds meer basisscholen gebruikt.
Kinderen worden overstelpt met doem, leggen de ondernemers uit op hun kantoor in Utrecht. Van klimaatcrisis tot oorlog en dan ook nog potentiële kinderlokkers en andere criminelen online. Dan helpt het als ze het gevoel hebben dat ze iets kunnen doén. Murck: „Je moet kinderen niet als slachtoffer of dader zien. Maar als held die impact kan maken.” Als je gamet ben jij de bestuurder en hoofdrolspeler. Je leert door zelf te handelen.
HackShield is een online puzzel-avonturenspel. De speler kiest een avatar en kan die zelf een haarstijl, huidskleur, sieraden en bijvoorbeeld een hoofddoek geven. Vervolgens krijgt hij in een soort doolhof steeds nieuwe puzzels die opgelost moeten worden om de DarkHacker (een soort zwarte schaaktoren) te verslaan. Gaandeweg leert hij over onder meer het aangeven van grenzen, het geheimhouden van je pincode, dat mensen misschien niet zijn wie ze zeggen te zijn. Dagelijkse kost in de virtuele wereld waarin een steeds groter deel van het leven van zowel kinderen als volwassenen zich afspeelt.
Kinderen zijn online wel handig, maar ze zijn ook naïef over de belangen en gevaren
„Ook als je het moment uitstelt waarop je kinderen een smartphone geeft, dan nog moet je ze voorbereiden en begeleiden als ze online gaan”, zegt Jacometti (41). Ze werkt inmiddels bijna twee decennia in de gamingindustrie. Murck (42) begon als acteur en kreeg gaandeweg uitgesproken ideeën over hoe je ervoor zorgt dat je een publiek betrekt. Beiden hebben kinderen.
Zes jaar geleden begonnen ze de HackShield Future Cyber Heroes BV en een gelijknamige stichting. Het is een publiek-private samenwerking met inmiddels 32 werknemers, die tot doel heeft kinderen spelenderwijs weerbaar te maken in de virtuele wereld. De game is gratis te downloaden en medewerkers van betrokken bedrijven geven met de klassikale variant gastlessen op scholen.
Kinderen kunnen aangeven dat ze binnen hun eigen gemeente ‘Cyber Agent’ willen worden. Dat hebben er inmiddels 75.000 van de meer dan 200.000 spelers gedaan. Als ze dan ook nog bepaalde levels in de game halen kunnen ze worden gehuldigd door de burgemeester of politie. Verspreid over Nederland hebben inmiddels 1.800 kinderen zo’n ceremonie gehad. „Dat zijn de toekomstige CISO-tjes”, zegt Jacometti, een afkorting voor wie binnen een organisatie verantwoordelijk is voor de beveiliging van informatie.
Is promotie via gemeenten geen anti-reclame voor een game? Als je ouders of de gemeente ergens mee komen is het in de regel niet bepaald cool?
Juist niet, zegt Murck stellig. „We hebben als het ware de grootste digitale scouting bedacht. Zo’n huldiging op het stadhuis is daarbij heel belangrijk. Ik zie het als een groot toneelstuk dat erom draait kinderen zelfvertrouwen te geven en een ethisch kompas.”
Jacometti: „Politie en burgemeester spelen ook een rol, zoals bij de intocht van Sinterklaas. Het is een verhaalvorm waarin ze de kinderen echt op een podium zetten, een speldje geven en activeren door te vertellen dat we dat soort superhelden nodig hebben. Dat is ook belangrijk voor de politie en het gemeentebestuur zelf, want je wilt dat kinderen geraakt worden, wauw cybercop worden, om die rollen uiteindelijk over te nemen.”
Waar is dit voor nodig? Of beter: waartegen?
Murck laat in de module voor leerkrachten zien welke thema’s in de game zitten. Het gaat over onder meer over afpersing met naaktbeelden, phishing, desinformatie, het laten misbruiken van je bankrekening en het delen van persoonlijke data.
Jacometti: „In groep zeven of acht krijgen veel kinderen hun eerste mobieltje. Sommigen nog veel eerder. Daarmee geef je ze autonoom toegang tot het internet.” Murck breekt in: „Internettoegang heeft superveel voordelen. Ik ben ook blij als mijn oudste contact met zijn vakantievrienden onderhoudt, zelfstandig informatie opzoekt of als hij mij even laat weten waar hij is. Maar zonder begeleiding is het wel alsof je ze geblinddoekt de snelweg op duwt. Best raar toch?
„Je leert ze wel dat ze niet moeten instappen als een vreemde in een busje een snoepje aanbiedt. Maar niet over hoe ze zich online moeten opstellen. Terwijl on- en offline voor kinderen geen gescheiden werelden zijn.”
Tijdens de gastlessen, die ze zelf ook geven, valt op dat de meeste kinderen zélf online ook niet helemaal eerlijk zijn. Ze liegen bijvoorbeeld bijna allemaal over hun leeftijd om op sociale media te komen. De grote online platformen zeggen een leeftijdsgrens van dertien te hanteren, maar dat is een wassen neus. Murck: „Daar moet gewoon een check op komen. Punt.” Hem vallen vooral de verhalen van meisjes op. „Die zijn heel persoonlijk. Ze komen via gameservers in contact met kinderen die geen kinderen blijken, maar volwassenen met heel andere bedoelingen. Of er wordt gepest, ook met deepfakes en met AI gemaakte beelden.”
Kinderen zonder begeleiding op internet laten, dat is alsof je ze geblinddoekt de snelweg op duwt
Lees ook
‘Laat ouders in de vakantie maar eens nadenken of ze hun kind überhaupt een smartphone willen geven’
Scholen besteden daar toch ook aandacht aan? Is digitale geletterdheid inmiddels geen onderdeel van de standaard leerdoelen?
Daarover blijkt tijdens het antwoord bij de twee ondernemers ook de nodige verwarring. Het is een thema waarover al sinds midden jaren negentig wordt gediscussieerd. Er zijn concept-kerndoelen geformuleerd. Maar er is geen wettelijke verplichting om aan digitale geletterdheid te doen.
En er is grote druk op het basisonderwijs om ervoor te zorgen dat kinderen in ieder geval leren lezen, schrijven en rekenen. Dat krijgt nu op de meeste plekken voorrang. Belangrijk natuurlijk, beamen Jacometti en Murck. Maar tegelijk worden kinderen volgens hen ‘nog steeds niet voorbereid op de digitale toekomst’.
Veel ouders zeggen dat hun kinderen online al veel handiger zijn dan zijzelf.
Murck: „Dat is een steeds terugkerende misvatting. Doordat kinderen handig zijn in het gebruik van de spullen denken volwassenen vaak dat ze veel verder zijn dan ze zijn. Maar kinderen zijn naïef over de belangen en gevaren. Ze hebben weinig besef van wat er onder de motorkap gebeurt. Zoals de achterliggende verdienmodellen. En of je kunt vertrouwen dat iemand is wie hij zegt dat hij is.”
„Het gaat bovendien nooit over: wie wil jij over vijf jaar zijn in die online wereld. Terwijl kinderen daar heel erg voor openstaan en er een gillend gebrek is aan toekomstig IT- en securitytalent.”
De ondernemers vertellen dat ze het onderwijs de eerste jaren bewust meden. Murck: „We werden door iedereen gewaarschuwd: die mensen hebben geen tijd. Ze vinden technologie spannend. En ze worden al gebombardeerd met pilots van weet ik veel welke stichting.”
HackShield is daarom eerst ontwikkeld als een individueel te spelen game, die via bedrijven en gemeenten bij kinderen onder de aandacht werd gebracht. „Tót we hoorden dat leraren onze game gebruikten op het digiboard. Daarna hebben we een versie ontwikkeld om klassikaal te spelen.”
De gratis lessen worden gegeven door medewerkers van bedrijven die HackShield financieren. Dat zijn IT- en cybersecuritybedrijven, maar ook banken en verzekeraars, somt Jacometti op. „Allemaal partijen die er belang bij hebben dat de digitale wereld veilig is.” Het is voor de bedrijven een manier om aan hun doelstellingen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen te voldoen. Ze betalen HackShield voor het trainen van hun medewerkers om les te geven. „Ze mogen ook soep gaan scheppen”, zegt Jacometti, „maar ze doen vaak liever iets maatschappelijks met de kennis die ze hebben.”
De twee pleiten voor publiek-private samenwerking in dit deel van het onderwijs. Het is wel een bedrijfsmodel dat ze voortdurend moeten uitleggen en verdedigen. Jacometti: „Als mensen horen dat we in de gamingindustrie zitten, krijgen we gelijk allemaal labels en vragen. Maar we zijn een sociaal gamingbedrijf. We willen niet aan kinderen of hun data verdienen. De game is gratis. We willen er zoveel mogelijk kinderen mee bereiken.”
Dat doen ze bewust door intensieve samenwerking met bedrijven. „We zien voortdurend kortlevende initiatieven, die weer verdwijnen als de subsidiepot leeg is”, zegt Jacometti. „Het is gezond daar niet van afhankelijk te zijn. Bovendien is de kennis en ervaring uit het bedrijfsleven relevant. Er zit een soort angst rond dat hele private deel. Maar de private sector is veel beter en sneller op de hoogte van wat er met technologie gebeurt.”
Jacometti: „We hebben niet het ontwikkelbudget van games als Fortnite, Roblox of BrawlStars. Maar daarmee concurreer je wel. Het moet léuk zijn voor kinderen. Dat vergt een enorme investering.”
Ik heb de indruk dat jullie gefrustreerd zijn over het tempo waarmee het curriculum wordt gemoderniseerd.
Jacometti: „We zijn niet gefrustreerd. Maar het is wel frustrerend dat het zo lang duurt. Ouders en leraren willen heel graag. En de veranderingen gaan snel. Hoe zorg je ervoor dat het curriculum meegaat in die snelheid en je niet voortdurend met verouderde materialen werkt?”
Murck: „Ik vind het goed dat er zorgvuldig en lang wordt nagedacht. Maar criminelen wachten niet tot het curriculum zestien stempels van goedkeuring heeft gekregen. En daardoor is er een enorme kloof tussen die criminelen en hun potentiële slachtoffers, die wij helden noemen.”
Op 2 oktober liet de Tweede Kamer zich bijpraten over de risico’s die kinderen online lopen en over mogelijke antwoorden daarop. De toon tijdens de ronde tafel was somber. De nadruk lag op gevaren en wetteloosheid. Tim Murck zat als een van de deskundigen aan tafel. „Ik probeerde wat tegengas te geven”, zegt hij. Want het is een debat dat in zijn ogen steeds dreigt over te hellen naar een van de twee extremen. Of technologie is geweldig en de oplossing voor alles. Of innovatie brengt hel en verdoemenis. „Wij denken dat we daar tussenin moeten zitten.”
Ik heb de indruk dat er recent veel meer politieke aandacht is gekomen voor de rechten van kinderen in de virtuele wereld.
Murck: „Dat klopt, maar die is wel vooral reactief. Eerst gaat er iets fout. En dan gaan we iets doen.
„Weet je. Ik denk dat wij veel in gesprek zijn met de generatie die eerst heel erg geloofde in de democratiserende beloften van het internet. Power to the people. En die nu teleurgesteld zijn in wat het internet kapot heeft gemaakt. Die zeggen nu: het is niet wat wij dachten dat het was, dus reguleren! Dichtstoppen! Ook in die reactie schuilen risico’s.”
Probeer dat eens uit te leggen?
Murck: „Het is bijna niet mogelijk om zonder gebruik van techniek hele grote groepen kinderen op maat aandacht te geven en kwalitatief onderwijs te bieden. Gaan we dat doen met producten van eigen bodem, die we op een ethische manier inzetten? Of zeggen we: alle techniek en innovatie is slecht en gevaarlijk en vol privacyproblemen?”
Dat tweede scenario dreigt en zal vervolgens een reactie oproepen, voorspelt hij. „Dan komt er een moment dat ouders tegen scholen zeggen: jullie zijn zó ver achtergebleven. Kijk eens naar het lesprogramma van Google of Microsoft. Dat is beter dan wat jullie bieden.”
Jacometti: „Ik zou het zonde vinden als we straks alleen nog maar producten en diensten uit het buitenland aan het reguleren zijn. In plaats van dat we gewoon goede, alternatieven van eigen bodem maken. In Europa zouden we in staat moeten zijn op basis van onze normen en waarden onderwijsmaterialen te maken.”