Het moet een zondagochtend rond half tien geweest zijn, dat we over de parkeerplaats van Opry Drive naar een klein theatertje liepen, waar de plaatselijke afdeling van Cowboy Church een dienst hield – een alternatief voor mensen die zich niet helemaal op hun plek voelen bij gangbare denominaties, vaak met veel countrymuziek. We passeerden een lange rij pick-uptrucks, die stonden te wachten op Egg McMuffins en filterkoffie. Hier waren doorsnee middenklasse-Amerikanen uit de suburbs van Nashville, op hun vrije dag, met de hele familie naar de McDrive gegaan voor het zondagochtendontbijt. Een uitje waarbij ze de auto niet eens uit komen. Only in America.
Ik kom graag en met regelmaat in de VS, vooral het zuiden. Dus ik weet dat de porties groot zijn (pints, gallons, buckets, footlongs) en het eten op z’n zachtst gezegd calorierijk is. Maar hoewel het vaak lastig blijft om íéts van verse groenten te bestellen zonder dat ook daar bacon bits in verstopt zitten, kun je ook echt heel goed en echt heel lekker eten in de States.
Dan heb ik het niet alleen over de wereldberoemde avantgarderestaurants in New York of Chicago, zoals Eleven Madison Park en Alinea. Of over de Californische farm-to-table-beweging of de moderne interpretaties van de heirloom Southern cuisine van Sean Brock en Edward Lee. Ik heb het ook over diners en truck stops met de beste smashburgers en lokaal gebrouwen craft beer. Over fingerlickin’ good soulfood en tacotrucks. Over Valentina’s Tex Mex BBQ even buiten Austin en Lewis in Charleston – eetervaringen van een vetvrij bakpapier op een plastic tray, die fier in mijn top tien staan.
Genoeg lekkers dus in de VS.
Stack’s Diner in Amsterdam biedt volgens de website: ‘Homestyle cooking (…) comforting dishes that draw inspiration from grandmother’s Sunday dinner spread’. It certainly looks the part: geblokte tegelvloer, art-decolampjes, houten lambrisering, vaste krukken aan de tafels en bar, met een aardig assortiment bourbons – de sfeer houdt het midden tussen een classic diner en meer upscale restaurant in Memphis, met een tikkeltje New Yorkse kapsones: ‘Fijn dat u er bent, voor ons, maar ook voor u!’ Ik mag dat wel. My kind of joint, zou je zeggen.
Maar voordat we verdergaan, één ding: de hash browns zijn gefrituurd?! Zover ik weet zijn hash browns geraspte of fijngesneden aardappelsliertjes die in een koekenpan, of liever nog op een plaat, krokant worden gebakken – liefst aan een kant goed plat aangedrukt. Ik ken ze smothered, covered en peppered (lees: met uitjes, kaas of jalapeños). Maar bij mijn weten zijn het alleen de echte fastfoodketens die gefrituurde röstirondjes serveren bij wijze van hash browns.
Schepje foreleitjes
Maar los van of het zo hoort (de chef-eigenaar is per slot van rekening een echte Amerikaan) is het nogal een teleurstellend gerecht, die twee forse gefrituurde klonten geraspte aardappel. De beloofde sour cream with trout roe erbij, is precies dat: een opscheplepelgrote klodder onaangemaakte zure room met een schepje foreleitjes dat moeilijk meer dan garnering genoemd kan worden.
Ook de grilled corn with macha mayo and parmesan is helaas niet zo’n Mexicaanse kolf, ingesmeerd met mayo, zodat er een dikke laag kaas-sneeuw rond blijft plakken. Het is een bak geroosterde maiskorrels (niets mis mee) met een grote schep hele stijve mayonaise met pittige Mexicaanse macha-salsa erdoor (wel iets mis mee: log en vet).
Now we’ve got that out of the way, de tarbot is aan een kant weliswaar net een tikje papperig, aan de andere kant is die perfect sappig. Het geheel is met een klassieke bruinebotersaus met kappers en citroen niet per se heel Amerikaans, maar wel bijzonder bevredigend. Ook de zure chimichurri ramvol verse kruiden verricht goed werk bij de entrecote – een zeer smaakvolle, maar ook stevige, gepensioneerde melkkoe (die voor 56 euro wel even iets meer aandacht had mogen krijgen: wat subtielere, dunnere plakken voor het kauwplezier; en even op z’n kantje om de vetlaag iets meer uit te bakken – die is nu te rauw en te dik om mee te eten. Soit.)
De grilled ceasar is niets minder dan perfect: grote stukken bindsla, licht aangezet, met een tangy, niet te dikke, mooi aanhangende ansjovisdressing, perfect in balans. Goed detail is dat er naast de grove krokante croutons, ook wat broodkruim door de geraspte parmezaan gemengd zijn. Textural delight!
Stack’s serveert veel klassieke Amerikaanse paradepaardjes – dill pickles, cornbread, bacon. Voor- en bijgerechten staan door elkaar. Dus je moet een beetje weten wat wat is (of je goed laten voorlichten). Maar als je ze op de juiste manier bij elkaar puzzelt (en niet over de hash browns struikelt), kun je hier wel echt een leuke Amerikaanse avond beleven.
Daarvoor raad ik de Blue Plate Special aan. De spare ribs zijn boterzacht, de bbq-saus niet té zoet. De cheese grits (een soort natte, grove polenta) is superromig, lekker kazig, opnieuw niet te zout. De biscuit erbij is goed gerezen, bros van structuur maar nog steeds sappig – perfect om grits en saus mee te soppen. De ‘collard greens’ smaken een beetje naar karton, maar dat doen ze in Amerika ook, dus dat is lekker authentiek. Nu zijn we echt terug in Dixieland. Ook door een fijne huisgemaakte sweet tea, friszuur en precies zoet genoeg om ijskoud te drinken. Door een heerlijk rinse classic lime pie, op een fijne koekjesbodem. En vooral door een sundae to die for: een coupe met volromig vanille- en chocolade-ijs met zure kersen, grote rice krispies en pecannoten. Dan rol je de deur uit, full as a tick, but happy as a dead pig in the sunshine.