Het is even na 15.00 uur als de 15-jarige Ousmane door de historische straten van La Orotava, een stad in het noorden van Tenerife, loopt met zijn knalrode rugzak om. Hij komt van school en is onderweg naar ‘huis’, het migratiecentrum in de calle León.
„Ik ben hier nu net een half jaar”, vertelt Ousmane in zijn beste Spaans. Zijn achternaam is bekend bij NRC, maar niet gepubliceerd omdat hij minderjarig is. Hij vertrok een half jaar geleden in z’n eentje uit zijn woonplaats Touba in Senegal. „Ik kan soms nog steeds niet geloven dat ik hier ben, want de reis hierheen was heel eng.” Hij pakt zijn telefoon erbij en scrollt naar een video die hij midden op zee heeft gemaakt. „Kijk met hoeveel mensen we waren. Ik was echt bang dat we zouden verdrinken. De hele reis dacht ik dat ik doodging en dat mijn familie nooit meer iets van me zou horen.”
Na vier dagen op zee kwam Ousmane aan op Tenerife, waar hij nu wordt opgevangen door de Spaanse autoriteiten en het Rode Kruis. Omdat hij minderjarig is, valt hij direct onder de voogdij van de staat. Behalve onderwijs heeft hij ook psychische hulp nodig voor de trauma’s die hij gedurende de reis opliep. „Ik heb veel nachtmerries”, zegt Ousmane beschaamd terwijl hij naar zijn zwarte slippers kijkt. „Kunnen we het alsjeblieft ergens anders over hebben? Ik vind dit moeilijk”, fluistert hij.
Spreidingswet
Volgens de Spaanse wet hoort de overheid de voogdij van minderjarigen zoals Ousmane op zich te nemen en hen te beschermen en hulp te bieden. Het gaat bijvoorbeeld om onderdak, onderwijs en zorg. Maar dat lukt steeds minder goed, omdat er dit jaar volgens cijfers van het Spaanse ministerie van Binnenlandse Zaken een recordaantal van 30.808 migranten naar de Canarische eilanden is gekomen. Dat is meer dan het dubbele van vorig jaar, waardoor de voorzieningen niet meer toereikend zijn.
De landelijke overheid wil daarom dat regionale overheden de Canarische eilanden ontlasten door een deel van de migranten op te nemen. „We moeten migratie op een humane, veilige en ordelijke manier beheren”, zei de socialistische premier Pedro Sánchez onlangs op een persconferentie.
Vooral de regio’s waar de rechts-conservatieve Partido Popular aan de macht is, zoals Andalusië en Castilla y León, verzetten zich daar fel tegen. „De PP kan geen illegale migranten accepteren die via de maffia naar Spanje komen”, zei PP-leider Alberto Núñez Feijóo in een interview met Europa Press.
Lees ook
Spaanse premier: zonder extra immigranten stort onze economie in
De afgelopen maanden onderhandelde de regering van Sánchez met de Partido Popular over maatregelen. De opvangcentra op de Canarische eilanden zijn overvol, hulpverleners zijn overwerkt. Het belangrijkste onderwerp van de onderhandelingen is daarom de herverdeling: hoeveel migranten moet elke regio opnemen en wie is (financieel) verantwoordelijk voor de minderjarigen?
De onderhandelingen ontaardden in een patstelling. De Partido Popular beschuldigt de socialistische regering van Sánchez ervan hulp van de Europese Unie te weigeren, waar deze week een migratietop plaatsvindt. Volgens een woordvoerder van de partij wil de PP pas weer gaan onderhandelen als Sánchez Brussel om hulp vraagt. Zo wil de partij dat andere lidstaten ook migranten van Spanje overnemen en dat de maritieme grenzen strenger bewaakt worden door migratiedienst Frontex.
Ondertussen kijkt PP-leider Feijóo belangstellend naar andere Europese landen waar rechts-conservatieve partijen veel stemmen trekken streng anti-migratiebeleid. Zo is hij onlangs bij de Italiaanse premier Giorgia Meloni en de Griekse premier Kyriakos Mistotákis geweest, voor „steun” en om zich te laten „inspireren’’.
Vorige week verraste premier Sánchez het parlement met een opmerkelijk plan. Hij wil het voor migranten juist makkelijker maken om legaal naar Spanje te komen om zo de economie vooruit te helpen. Door de vergrijzing heeft Spanje migranten nodig voor de economische groei en om de pensioenen te kunnen betalen. Daarnaast hoopt Sánchez dat soepelere regels illegale migratie naar de Canarische eilanden beperkt.
Afkeer
De houding van Spanjaarden ten aanzien van migranten verhardt. In een recent onderzoek van overheidsinstituut CIS (Centro de Investigaciones Sociológicas) kregen Spanjaarden de vraag wat zij momenteel het grootste probleem in Spanje vinden. Bijna één op de drie antwoordde ‘immigratie’. Deze zorg steeg van de negende naar de eerste plaats op de lijst en overtreft daarmee zorgen over werkloosheid, huisvesting en de economie. Immigratie vormde voor het laatst zo’n probleem voor Spanjaarden in 2007, tijdens de laatste migratiecrisis op de Canarische eilanden.
Lees ook
Op dit Canarisch eiland heerst begrip voor bootmigranten: ‘Onze voorouders vertrokken ook, we moeten allemaal eten’
Ook op de eilanden verandert de sfeer. Waar de lokale bewoners vorig jaar nog goeddeels begripvol waren, is de toon inmiddels heel anders. „Mijn oma van vijfennegentig komt niet meer buiten”, vertelt Deriman Ramos Rodriguez. Hij runt een restaurant op het eiland, net buiten de gemeente La Laguna. Het staat vlak bij opvangcentrum Las Raíces, waar tweeduizend migranten wonen, midden in een woonwijk met driehonderd bewoners. Het centrum is bedoeld voor volwassenen, maar door ruimtegebrek zijn er ook minderjarigen ondergebracht.
„Niemand voelt zich hier nog echt veilig”, zegt Ramos Rodriguez. „Er lopen hier de hele tijd groepen migranten rond en wij, de lokale bewoners, zijn nu in de minderheid. Tweeduizend tegenover driehonderd is te gek voor woorden”, zegt hij terwijl hij plaatsneemt op een barkruk. „Ik heb er geen moeite mee dat migranten hierheen komen. Begrijp me niet verkeerd. We zijn allemaal migranten, hoe je het wendt of keert”, legt hij uit. „Maar de overheid moet dit beter faciliteren en ook rekening houden met de lokale bevolking.”
De zesendertigjarige Ramos Rodriguez zit in het bestuur van de buurtvereniging en heeft de afgelopen maanden vaak geklaagd bij lokale bestuurders. „Ze zeiden ons dat deze opvanglocatie tijdelijk zou zijn, maar zoals het er nu uitziet, gaan de migranten de komende maanden hier niet weg.”
Lees ook
‘Alleen een sterk Europa kan de wereld beïnvloeden’
Een enorme betonnen muur schermt een groot deel van het migratiecentrum af. Maar door de hekken zie je migranten in de weer met hun dagelijkse activiteiten. Een deel hangt de was op, terwijl een andere groep zich in gele hesjes hijst en onder begeleiding aan een warming-up begint. De groep rent daarna naar de uitgang, op weg naar een aangrenzende bos.
De 35-jarige Abdulaziz Diouf uit Dakar zit buiten de hekken van het centrum op een rioleringsbuis die dwars door het veld loopt. Hij kijkt naar de hardlopers en steekt een vuist in de lucht om ze aan te moedigen. Diouf is net drie dagen op Tenerife, na een reis van acht dagen op zee, en moet nog wennen aan het idee dat hij in Spanje is.
„Het is emotioneel zwaar om je thuis te moeten achterlaten. Maar nu ik hier ben, wil ik alles op alles zetten voor een betere kwaliteit van leven. Voor mij en voor mijn gezin”, zegt Diouf. „Ik bid elke dag tot Allah dat ik een betere toekomst krijg. Hij heeft mij ook door die enge reis heen gesleept. Elke keer als ik dacht dat dit het einde was, deed ik een gebedje.”
In restaurant Juanito krijgt Deriman Ramos Rodriguez vaak migranten aan de deur. „Ik heb hier zo vaak jongens aan de deur die vragen of ze voor me mogen werken, maar zonder papieren kan dat niet. En door de bureaucratie duurt het lang voor ze papieren krijgen, waardoor ze eigenlijk de straat op gedwongen worden”, zegt de ondernemer. Het duurt voor migranten gemiddeld 7,5 jaar om een verblijfsvergunning te krijgen in Spanje.
Trauma
Niet alleen de hoge aantallen zitten de Canariërs hoog . Veel migranten zijn, net als Ousmane, getraumatiseerd. Er is voor hen te weinig hulp. En die onbehandelde trauma’s resulteren soms in gedragsproblemen op straat. De lokale overheid sloeg in april alarm; er moeten meer psychologen worden ingezet voor migranten die zichtbaar kampen met posttraumatische stress.
„De trauma’s beginnen al voor ze de boottocht maken”, zegt psycholoog Raquel González. Ze is directeur van de kliniek Acapsil op Tenerife en werkt al jaren met migranten. „Het begint op het moment dat ze besluiten te vertrekken. Vaak gebeurt dat te voet, wat de eerste trauma’s met zich meebrengt.” Denk aan berovingen en (seksueel) geweld. Tijdens de bootreis maken migranten ook vele angsten door, zegt González. „De angst om te overlijden of iemand te verliezen tijdens de reis is constant aanwezig. Daarnaast hebben ze te maken met geweld en gebrek aan eten en drinken, wat leidt tot fysieke en mentale problemen.”
Volgens González komt daarna de onzekerheid. „Zie ik mijn familie ooit nog terug? Wanneer kan ik werken? Waar ga ik wonen? Gónzalez ziet in haar kliniek, waar ze met haar collega’s momenteel honderd migranten behandelt, hierdoor verschillende problemen. „We behandelen jongens die last hebben van agressieaanvallen, angststoornissen en slaapgebrek door nachtmerries. En we hebben ook gevallen van bedplassen en psychotische aanvallen”, legt González uit. „Het is een uitdaging om psychologische hulp te verlenen, vooral omdat het in bepaalde culturen niet vanzelfsprekend is. Ook zijn de jongens zo getraumatiseerd dat ze op het begin wantrouwend zijn. We zien dat ze veel steun halen uit hun geloof, de islam, dus vaak gaan we dan met ze bidden.”
Ieder voor zich
Ousmane gaat op een bankje zitten onder een palmboom en begint voorzichtig te vertellen. „Het engste waren de nachten. Alles was pikdonker en je hebt geen idee waar de boot naar toe vaart. Als ik mijn ogen dicht doe om te slapen, dan voelt het alsof mijn bed alle kanten op schommelt. Net of ik weer op die boot zit”, zegt hij. „Daarom durf ik nu vaak niet te slapen.”
Ousmane beschrijft hoe het gezelschap hem soms ook angst aanjaagde. „Iedereen helpt elkaar zoveel mogelijk, maar wanneer je bang bent, is het op een gegeven moment ieder voor zich. De sterkste wint dan”, vertelt de tengere Ousmane, gekleed in een zwart shirt, terwijl hij ongemakkelijk voor zich uitstaart. „Maar hamdoulilah [godzijdank], ik ben nu oke.”
Samen met maatschappelijk werker Josué Santana Fernández probeert psycholoog González door middel van activiteiten een band te creëren met de migranten. Dit doen ze in groepsverband, zodat de jongeren zich in een vertrouwde omgeving bevinden met lotgenoten. „We maken wandelingen en doen bijvoorbeeld sportactiviteiten met ze. Spelenderwijs proberen we gesprekken met ze aan te knopen”, zegt Santana Fernández. „Op deze manier voelen ze zich meer op hun gemak om verhalen te delen. Het is een heel lang proces, maar uiteindelijk voltooit de meerderheid de therapiesessies.”
Leunend tegen een muurtje waar ‘freedom’ op is geklad, vertelt Diouf dat hij nog steeds dezelfde kleren aanheeft als toen hij begon aan zijn reis: een zwarte muts, een lichtblauwe trui met daarover een dik vest en witte sokken die inmiddels bruin zijn geworden door aarde, zand en slippers. „Je kan de zee nog ruiken”, grapt hij.
Diouf krijgt vanaf deze week elke ochtend taalles. Verder kan hij meesporten of huishoudelijke taken verrichten in het centrum. Praten met een psycholoog ziet hij nog niet zitten, want praten doet hij al met Allah. „Ik ben dankbaar voor alles wat de Spanjaarden doen, maar ik wil het liefst gelijk gaan werken. Daarom ben ik hier. Dat zal de trauma’s verzachten.”