N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Proces-De Mos In de corruptiezaak tegen de Haagse politicus Richard de Mos suggereert advocaat Plasman een politieke agenda bij het OM.
Een politiek proces wil advocaat Peter Plasman de corruptiezaak tegen zijn cliënt, de Haagse ex-wethouder Richard de Mos, niet noemen, maar veel scheelt het niet. De strafzaak is „sterk politiek gekleurd”.
Het proces-De Mos – het OM eiste vorige week twee jaar cel – is volgens de raadsman niet zomaar een strafproces tegen het boegbeeld van de lokale partij Hart voor Den Haag en zijn zeven medeverdachten. Plasman ziet een proces tegen de „vorm van politiek bedrijven” van De Mos, tegen zijn „ombudspolitiek”.
Op de achtste dag van het proces voor de rechtbank Rotterdam was het dinsdag de beurt aan Plasman en zijn kantoorgenoot Jordi L’Homme, advocaten van De Mos en medeverdachte Rachid Guernaoui, partijgenoot en tevens ex-wethouder. De raadslieden eisten in hun pleidooi vrijspraak. Bewijzen voor de verdenkingen van omkoping en onder meer het schenden van het ambtsgeheim bevat het strafdossier volgens hen niet. En de aanklacht van deelname aan een criminele organisatie moet nietig verklaard worden. „De verdediging tast volledig in het duister wanneer het gaat over dit verwijt.”
Volgens de verdediging horen niet hun cliënten, maar het Openbaar Ministerie in de beklaagdenbank. Dat voert immers „een kruistocht tegen De Mos en zijn politieke partij”. Het OM heeft „stoten onder de gordel” uitgedeeld. „De honden lusten er geen brood van.” En ja „de muis De Mos” zal „de olifant Openbaar Ministerie hebben gekieteld, maar dat mag er niet toe leiden dat het OM in een gevecht met De Mos en anderen verzeild raakt”, sprak Plasman.
Het OM presenteerde vorige week volgens de verdediging een gewone strafzaak, waarin politiek geen rol zou spelen. Plasman: „Maar gaandeweg wordt de wijze van politiek bedrijven door De Mos en Guernaoui op kwalijke wijze gediskwalificeerd.”
De verdediging suggereert een politieke agenda bij het OM. Niet dat daar bewijzen voor werden aangedragen, maar het viel de raadslieden wel op dat het onderzoek was begonnen met een tip van een anonieme informant. Plasman: „Iedereen met een politiek motief kan de bron van de verdenking zijn geweest, controle achteraf daarop is niet mogelijk.” En hoe toevallig was het dat de rijksrecherche invallen deed toen De Mos op het punt stond om als locoburgemeester toenmalig burgemeester Krikke (VVD) tijdelijk te vervangen? „Het staat niet vast maar in redelijkheid kan aangenomen worden dat de invallen vlak voor het zekere vertrek van de burgemeester (…) zijn afgestemd.”
Het strafdossier bevat belastende getapte telefoongesprekken, appjes en mails. Daaruit blijkt onder meer de intentie van ondernemers om de partij van De Mos te sponsoren. Ze hadden de politicus in hun zak, luidde het. De verdediging vroeg de rechtbank dit bewijsmateriaal vooral niet serieus te nemen. Het was „Haagse bluf.” Veel belastende uitlatingen waren bovendien van horecaman Erdinç Akyol, en die heeft „zichzelf geafficheerd als fantast, opschepper en leugenaar”.