BP maakt een u-bocht en komt terug op duurzaamheidsdoelen

Jaarcijfers BP Tijdens de bekendmaking van de jaarcijfers was er vooral aandacht voor de enorme winst die BP heeft gemaakt. Opvallender is het dat BP op duurzaamheidsbeloften terugkomt.

De BP-raffinaderij in Gelsenkirchen, Duitsland. BP gold in de oliewereld als een voorloper in het verduurzamen. Foto Martin Meissner / AP Photo
De BP-raffinaderij in Gelsenkirchen, Duitsland. BP gold in de oliewereld als een voorloper in het verduurzamen.

Foto Martin Meissner / AP Photo


Toen BP dinsdag zijn jaarcijfers presenteerde ging de aandacht van politici en milieubewegingen, net als bij Shell, Exxon en Chevron eerder, onmiddellijk uit naar de enorme winst die het Britse olie- en gasbedrijf heeft gemaakt. Waar klanten van het bedrijf vooral zuchten onder de hoge energieprijzen, bezorgen die de onderneming (en haar aandeelhouders) juist recordopbrengsten. BP verdiende in 2022 bijna 28 miljard dollar (ruim 26 miljard euro): meer dan twee keer zo veel als het jaar daarvoor en de hoogste winst ooit in 114 jaar. In het Verenigd Koninkrijk klonk opnieuw de roep om deze „schandalige” winsten zwaarder te belasten. Precies hetzelfde gebeurde ook toen Shell vorige week recordcijfers bekendmaakte.

Maar er was een andere aankondiging die nog veel pikanter was. Topman Bernard Looney maakte tevens bekend dat BP op de rem trapt als het gaat om vergroenen: het gaat veel minder snel zijn olie- en gasactiviteiten afbouwen en vervangen door de productie van duurzamere energie dan eerder gezegd. Concreet kondigde Looney aan dat BP zijn olie- en gasproductie in 2030 nog maar met een kwart wil hebben gereduceerd (ten opzichte van 2019). Voorheen was het streven nog 40 procent – bijna twee keer zo hoog.

Dat kan gezien worden als een u-bocht. Binnen de wereld van de fossiele energiebedrijven gold BP juist als een voorloper in het verduurzamen (samen met het eveneens Europese Shell). Het bedrijf is een van de weinige fossiele energiereuzen die überhaupt zo’n officiële doelstelling heeft – het Amerikaanse Exxon en Chevron hebben dat niet. Het was Looney zelf die de oliewereld drie jaar geleden bij zijn aantreden opschudde met dat doel. Hij kondigde het aan midden in de coronapandemie, toen BP nog een recordverlies leed. Nu keert Looney dus deels op zijn schreden terug.


Lees ook: Shell gaat de energietransitie niet leiden, wijst naar consument

Olie en gas voorlopig onmisbaar

De reden die hij aanvoert, is vanuit klimaatperspectief pijnlijk: olie en gas blijven voorlopig onmisbaar, want er is grote schaarste aan energie en hernieuwbare bronnen zijn volgens hem niet ver genoeg ontwikkeld om alle fossiele energie te vervangen – laat staan dat ze alle extra vraag naar energie de komende jaren voor hun rekening kunnen nemen. Te snel afbouwen zou dus vragen om problemen zijn, aldus Looney. Hij verwees hierbij expliciet naar de energiecrisis die Europa nu in een houdgreep heeft. De topman gaf dinsdag weliswaar aan nog eens de komend jaren 8 miljard extra te gaan investeren in hernieuwbare energie (bovenop de reeds geplande investeringen). Maar dat alleen is niet genoeg: er moet ook veel meer geld naar de olie- en gaswinning.

De aandeelhouders vinden dat de nadruk op verduurzaming de resultaten teveel drukt

Tegelijk is ook een feit dat BP al zo’n beetje sinds die aankondiging van Looney onder druk staat van verschillende aandeelhouders, die vinden dat de nadruk op verduurzaming te veel drukt op de resultaten. De marges op hernieuwbare energie zijn vaak kleiner (al zijn ze doorgaans ook zekerder). Deze aandeelhouders wijzen naar concurrenten in de VS, zoals Exxon en Chevron, waar de publieke en politieke druk om te ‘vergroenen’ aanzienlijk minder is dan in Europa, en de rendementen beter zouden zijn. Dat sentiment lijkt weerspiegeld in de beurskoers van BP: die is sinds 2020 met zo’n 7 procent gestegen, terwijl die van Exxon, dat veel meer vasthoudt aan gas en (schalie)olie, in diezelfde periode bijna verdubbeld is in waarde.

In oktober vorig jaar deed BP nog een megaovername (4,1 miljard dollar) van een grote Amerikaanse biogasproducent, Archaea Energy, maar daarna klonken kritische vragen van analisten en beleggers, of BP niet beter in Amerikaanse schalieolie kon investeren. Daar zat immers meer rendement op. Die kritiek wuifde Looney toen nog weg, maar inmiddels lijkt hij de aandeelhouders toch meer tegemoet te willen komen. De Wall Street Journal, die vorige week al lucht kreeg van de koerswijziging, meldde dat Looney intern heeft aangegeven dat hij minder nadruk wil leggen op de duurzaamheidsdoelen om beleggers duidelijk te maken dat die „niet afleiden van de winst”.

Shell in hetzelfde schuitje

Concurrent Shell lijkt deels in hetzelfde schuitje te zitten. Topman Wael Sawan werd bij de presentatie van de jaarcijfers vorige week ook gevraagd naar achterblijvende beursprestaties van het bedrijf. Sawan zei dat hij vooral vindt dat beleggers Shell niet de waardering geven die het verdient, en dat de beurskoers vanzelf weer gaat stijgen als beleggers zien dat de huidige strategie de juiste is. Maar ook hij lijkt niet immuun voor kritische aandeelhouders. Sawan benadrukte meerdere keren dat Shell ook een „goede investering” moest zijn en dat de energietransitie van het concern dus „gebalanceerd” moet verlopen.

Shell heeft tegelijkertijd ook aandeelhouders die vinden dat de verduurzaming niet snel genoeg gaat. Pensioenfonds ABP heeft zich om die reden teruggetrokken. Het toont de spagaat waarin de Europese oliegiganten zitten. BP’s aandeelhouders leken de aankondiging dinsdag niettemin wel te zien zitten. De beurskoers stond aan het einde van de handelsdag bijna 6 procent hoger.