„Hoe kun jij leven? Wij gaan allemaal kapot!”, roept de oudste zus van de verkrachte en vermoorde Gino naar de verdachte Donny M. Zo gaat het vaker tijdens de pro-formazittingen. M. krijgt ook toegebeten dat hij ooit zelf te grazen zal worden genomen.
Zowel binnen als buiten de rechtbank wemelt het bij elke zitting van de politie. Om de gemoederen enigszins bedaard te houden, worden zittingen ook vooraf besproken, zodat de familie niet kan worden verrast door heftige details. „OM en politie hielden goed rekening met de nabestaanden”, vindt Phil Boonen, advocaat van Gino’s meerderjarige zussen. „Capaciteit en budget leken ook nooit een issue. Ze haalden alles uit de kast.”
Nadat afgelopen jaren in totaal tien pro-formazittingen werden gehouden, wordt vanaf maandag de zaak tegen Donny M. inhoudelijk behandeld. Die heeft tijdens de verhoren al schuld bekend, maar soms legde hij afwijkende of tegenstrijdige verklaringen af, waardoor nu wordt gestreefd naar duidelijker maken van wat zich precies heeft afgespeeld in de laatste uren van Gino.
Lees ook
Donny M. lijkt alles te bekennen, maar OM twijfelt of hij alles vertelt
Kaarsen en kaarten
Op de gewelddadige dood van de negenjarige Gino, in juni 2022, werd in de regio gereageerd met woede, onmacht en verbijstering. In Kerkrade, waar het jongetje verdween, en in de Maastrichtse volksbuurt Blauwdorp, waar hij woonde, werden massale herdenkingen gehouden. Zowel op het trapveldje waarvandaan hij verdween als voor de woning van Gino’s moeder, werden talloze knuffels, speeltjes, bloemen, kaarsen, kaarten en tekeningen neergelegd.
Het jongetje verbleef tijdelijk bij zijn oudste zus in Kerkrade, toen hij zoekraakte. Volgens het OM deed M. zich voor als voetbaltrainer en wist hij Gino zo mee te lokken van het voetbalveldje. Naar verluidt is M. met het kind naar zijn woning in Geleen gereden. Daar zou M. hem xtc en een soort Viagra hebben toegediend en het lichaam van het slachtoffer zijn binnengedrongen. Volgens het OM vermoordde hij daarna Gino en verborg het stoffelijk overschot.
Een dag na de ontvoering werd het gedumpte stepje van Gino gevonden op de parkeerplaats van een zwembad in Landgraaf. Dat leverde een dna-spoor op dat de politie leidde naar M., die op 3 juni werd gearresteerd. Nog dezelfde dag wees hij de politie aan waar het lichaam van Gino verborgen lag, vlak bij M.’s eigen woning.
Veertien instanties
Uit onderzoek van zorginstanties, datgene wat de zittingen al prijsgaven en een portret van de regionale krant De Limburger blijkt dat het leven van de 24-jarige verdachte M. nooit zonder problemen was. Als kind van een drugsverslaafde moeder kwam hij verslaafd ter wereld en belandde hij al op jonge leeftijd in een pleeggezin.
Volgens het OM deed M. zich voor als voetbaltrainer en wist hij Gino zo mee te lokken van het voetbalveldje
In 2015 gooide M. vanaf een viaduct in Sittard een stoeptegel naar een automobilist. Die miste de auto op een haar na. Voor die poging tot doodslag kreeg M. van de jeugdrechter een taakstraf van 180 uur, waarvan 100 uur voorwaardelijk. De rechter woog mee dat M. spijt had betuigd, nog geen strafblad had en verminderd toerekeningsvatbaar werd geacht vanwege onder meer autisme en een gebrekkige impulscontrole.
In 2017 gebruikte M. in Sittard geweld tegen een zevenjarige en liet hij diens tienjarige vriendje seksuele handelingen bij hemzelf verrichten. Dit keer bleef hij vastzitten: de rechter veroordeelde hem tot vijf maanden jeugddetentie en verplichte behandeling.
Ook daarna leek er aan zorg en toezicht geen gebrek. Veertien instanties speelden een rol in het begeleiden van M., zo bleek vorig jaar uit een onderzoek van Toezicht Sociaal Domein (TSD), waarin vier rijksinspecties samenwerken. Maar alle partijen concentreerden zich vooral op hun eigen werk. Informatie werd onderling niet goed gedeeld.
Lees ook
Onderzoek: begeleiding moordverdachte Donny M. had beter gekund
Vuurwerkincident
M. werd aangemerkt als iemand met een laag recidiverisico. Die inschatting dateerde uit 2017, een nieuwe analyse bleef uit. Na leugens tegen begeleiders, brandstichting en een diefstal lieten betrokken instanties volgens TSD kansen liggen om patronen in M.’s gedrag te herkennen. Na een aanhouding vanwege een vuurwerkincident in januari 2021, vond de politie kinderporno op zijn telefoon. Die bijvangst werd door een menselijke fout niet geregistreerd. Daardoor deed justitie niets met de kinderpornoverdenking.
M. verklaarde wisselend over de dood van Gino. Mede daardoor duurde het onderzoek lang. Ook wilde justitie zeker weten dat M. alleen had gehandeld, zowel tijdens het misbruiken en doden van het kind als het verpakken en verbergen van de stoffelijke resten. Verder zou volgens De Limburger het Pieter Baan Centrum hebben vastgesteld dat M. verminderd toerekeningsvatbaar is.
In 2015 gooide M. vanaf een viaduct in Sittard een stoeptegel naar een automobilist. Die miste de auto op een haar na
Afgelopen jaren bleef de familie volop bezig met de dood van Gino. Zijn oudste zus brak twee weken na de aanhouding van M. in in diens woning, op dat moment nog een verzegelde plaats delict. Het OM besloot vorig jaar – vanwege begrip voor de emoties en omstandigheden – haar zaak voorwaardelijk te seponeren.
Vanaf maandag trekt de rechtbank vier zittingsdagen uit voor de inhoudelijke behandeling van de zaak tegen Donny M. Zijn advocaat Sjanneke de Crom wil niet praten over het proces. Eerder ontving ze dreigmails vanwege het bijstaan van haar cliënt en ze moest bij sommige pro-formazittingen via een zijingang de rechtbank betreden.
Lees ook
Kinderporno op telefoon van Donny M. niet onderzocht door een menselijke fout
Jos Remmen weet het nog goed. Israëlische tanks waren in de zomer van 1982 Libanon binnengevallen, en de toenmalige 23-jarige sergeant werd geacht de invasie tegen te hoFhermanuden, samen met duizenden andere soldaten van de toenmalige VN-vredesmacht. „Dat kon natuurlijk helemaal niet”, zegt Remmen. „Tegen die tanks viel niks te beginnen.”
Toen de Merkava-tanks een Zuid-Libanees dorp bereikten, sommeerde de Israëlische commandant via een megafoon alle bewoners om alle wapens die ze binnen hadden liggen, voor hun huizen te leggen. En wel binnen twee uur, anders zou hun huis aan puin worden geschoten. Een gezin voldeed niet aan het bevel en zocht snel een goed heenkomen. Een Israëlische tank rolde naar voren, terwijl Remmen en de andere VN-militairen alleen maar konden toekijken: „En boem, daar ging het huis.”
Remmen vertelt het verhaal alsof het allemaal gisteren is gebeurd. Vier andere Libanon-veteranen luisteren ademloos. Alleen het gerinkel van de glazen en gelach van andere bezoekers van het café in Amersfoort dringen door. NRC heeft de vijf mannen – allen zestigers – gevraagd hierheen te komen om hun verhaal te doen over Libanon toen en nu. Hoe kijken zij naar de huidige gebeurtenissen? Zijn er good guys en bad guys?
Na een bloedige burgeroorlog in Libanon en een invasie van Israëlische troepen, stuurden de VN in 1978 militairen naar het gebied. De United Nations Interim Force in Lebanon (Unifil) moest orde en rust bewaken, het gezag van de Libanese regering herstellen en Israël buiten de deur houden. Hoewel bedoeld als interim-vredesmacht, zijn de blauwe baretten – genoemd naar de kleuren van de VN-vlag – 46 jaar later nog steeds bezig met die taak. Eind vorige week nog werd bekend dat twee ‘Unifillers’ gewond raakten in Nakura nadat het Israëlische leger een wachttoren van het VN-hoofdkwartier daar had beschoten. Zondagochtend drongen twee Israëlische tanks een VN-basis binnen bij Ramia, om na drie kwartier weer te vertrekken.
Nederland leverde als een van de meer dan veertig landen in 1979 militairen aan Unifil, zoals deze vijf mannen. In 1985 werd deze bijdrage grotendeels beëindigd. Toen waren er negenduizend Nederlandse militairen in het gebied geweest. Negen militairen overleden, twintig raakten gewond. Honderden veteranen kampten nadien met PTSS-klachten, depressies en slapeloosheid.
Onrechtvaardig
Diverse keren tijdens het groepsgesprek in Amersfoort valt het woord onmacht: niets kunnen doen als zich recht voor je neus iets schokkends en onrechtvaardigs afspeelt, zoals bij Jos Remmen. Onmacht voelen omdat je weet dat de huidige lichting Unifil-soldaten van achter de muren van hun veilige compounds moeten toekijken. „Meer nog dan toen voel ik me machteloos bij het zien van de beelden nu”, zegt veteraan Bert Kleine Schaars, terwijl hij in zijn koffie roert.
Tegelijkertijd heerst er aan tafel een gevoel van trots. De mannen vinden allemaal dat ze er iets van hebben gemaakt, ondanks alle beperkingen die ‘de politiek’ destijds aan de missie stelde, zoals relatief lichte bewapening en pas mogen schieten als er op hen geschoten werd. „Het was prachtig om het gebied te zien opbloeien als het even rustig was”, zegt Fred van der Ploeg, in 1979 als technisch specialist verantwoordelijk voor het wegslepen van kapotte voertuigen. Dat er nu, na het opnieuw binnentrekken van Israël in het gebied, zoveel mensen uit het zuiden wegtrekken, komt volgens hem mede „omdat er in onze tijd juist zoveel mensen naartoe waren getrokken vanwege de betrekkelijke rust daar”.
Ik zag toen veel verdrietige mensen en angstige mensen, en ik zie ze nu weer
Als NRC constateert dat Nederland tegenwoordig nauwelijks nog meedoet aan vredesmissies en zich concentreert op verdediging van het eigen grondgebied, reageert Van der Ploeg emotioneel. „We mogen die arme mensen daar toch niet aan hun lot overlaten?”
Dat de vijf op de uitnodiging van NRC zijn ingegaan voor een gesprek, is geen vanzelfsprekendheid. Twee andere veteranen bedankten voor de eer; ‘het’ zou allemaal toch weer te dichtbij komen. Ook bij degenen die wel op de uitnodiging ingaan, is de stress merkbaar. Bij de een wellen een paar keer de tranen op. Een ander moet „vaker dan anders” tussendoor „buiten even iets roken”. Een vierde veteraan, Herman Oorlog („Inderdaad, over mijn naam zijn veel grappen gemaakt”), vertelt hoe de huidige televisiebeelden hard bij hem binnenkomen: „Ik zag toen veel verdrietige mensen en angstige mensen, en ik zie ze nu weer. Doodsangst in de ogen, doordat ze niet weten waar de bommen gaan vallen.”
Maar alle vijf vinden ze het „fijn”, zegt Kleine Schaars, om de gelegenheid te krijgen over hun vroegere – en huidige – activiteiten in Libanon te praten. „Het was intensief”, appt hij na afloop van het gesprek.
Charles Borst, op de archieffoto tijdens de missie in Libanon, veertig jaar geleden.
Fotografie: Annabel Oosteweeghel / Veteranen voor Libanon
Wereldvrede
„Iets voor de wereldvrede doen.” Dat wilde Kleine Schaars toen hij zich als negentienjarige dienstplichtige uit het Overijsselse Wijhe in 1980 aanmeldde om mee te doen aan de VN-vredesmissie in Libanon. Wist hij veel. „Ik was Nederland nooit uit geweest. Maar ik dacht: als ik dan toch in dienst moet, laat ik er dan maar iets moois van maken.” Bovendien: zo’n term als ‘vredesmissie’, waarmee de VN en Nederlandse politici steeds schermden, dat had wel wat. Daar kon je bij je vrienden mee aankomen. „Het was in die tijd verdacht als je het leger inging, ook als dienstplichtige. Het was de tijd van de massademonstraties tegen kernwapens.”
Tijdens de bloedige burgeroorlog die Libanon vanaf 1975 in haar greep had gehouden, werd in 1978 Unifil opgericht. Die VN-vredesmacht moest voorkomen dat Palestijnse strijders van de PLO (Palestijnse Bevrijdingsorganisatie) en andere militanten het gat zouden vullen nadat Israël zich terugtrok uit het zuiden van het land. In een soms moeilijk toegankelijk gebied voerden Kleine Schaars en andere ‘blauwe baretten’ hun patrouilles uit. Overdag waren er ‘sociale patrouilles’, zoals dat heette. „Zichtbaar zijn voor de bevolking. Praten met de dorpelingen zodat ze je gingen waarschuwen voor hinderlagen van de PLO”, vertelt Jos Remmen.
Ik was Nederland nooit uit geweest. Maar ik dacht: als ik dan toch in dienst moet, laat ik er dan maar iets moois van maken
’s Nachts waren er militaire patrouilles, die waren riskanter dan overdag. Tunnelstelsels werden niet aangetroffen, zoals nu bij Hezbollah. Wel verscholen PLO-militanten zich in diepe grotgewelven in het rotsachtig landschap. „In die grotten gooiden we soms traangasgranaten om er zeker van te zijn dat er niemand in zat”, zegt Kleine Schaars.
Regelmatig stuitten hij en andere VN-militairen op groepjes Palestijnen. „Wij pakten de armed elements op, ontwapenden die en brachten ze naar de dichtstbijzijnde Unifil-post.” Niet dat het veel zin had: al de volgende dag kwamen hoge vertegenwoordigers van Unifil en de PLO naar datzelfde hoofdkwartier, om de in beslag genomen wapens én de aangehouden mannen weer mee te nemen. Kleine Schaars: „Die opgepakte Palestijnen kwam je even later gewoon weer tegen bij je patrouilles.”
Herman Oorlog, linksboven op de archieffoto tijdens de missie in Libanon, veertig jaar geleden.
Fotografie: Annabel Oosteweeghel / Veteranen voor Libanon
Wat doen we hier?
Wat een half jaartje redelijk ontspannen inzet voor de wereldvrede had moeten worden, veranderde in een verblijf waarvan de Unifillers zich steeds vaker afvroegen: wat doen we hier eigenlijk? Maar dan was er toch altijd weer de vraag om hulp van de lokale bevolking – het verbinden van een gewonde neef van een dorpeling, het repareren van een kapotte schuur – die alsnog betekenis gaf aan het werk. „Onze belangrijkste bijdrage was humanitair, niet militair”, zegt Fred van der Ploeg.
Bestaande oordelen over goed en fout kantelden. „Ik had destijds van huis uit een positief beeld meegekregen van Israël”, vertelt Kleine Schaar. „Het was een land waar je na de Holocaust solidair mee moest zijn. Dat beeld werd in Libanon danig op de proef gesteld.” Niet alleen was het Israëlische leger de bovenliggende partij die, op z’n zachtst gezegd, ruw kon optreden tegen de lokale bevolking. Er bleken ook veel Israëliërs te zijn die Nederlands verstonden en spraken. Dat bezorgde de Nederlandse Unifillers een ongemakkelijk, soms zelfs onveilig gevoel.
Onze belangrijkste bijdrage was humanitair, niet militair
„Ze konden meeluisteren met ons radioverkeer”, vertelt Kleine Schaars. „Onze commandanten waarschuwden ons daarvoor. Als wij in ons gebied achter de armed elements aan zaten en gedonder kregen, dan had je binnen de kortste keren nog meer gedonder omdat de Israëliërs wisten wat er bij ons gebeurde. Die begonnen dan ook te schieten.” Ook sergeant Jos Remmen moest zijn beeld bijstellen. Direct na het aan puin schieten van het huis door de Merkava-tank „heb ik iets heel erg fouts over Israël gezegd tegen mijn soldaten”.
Bert Kleine Schaars, rechts op de archieffoto tijdens de missie in Libanon.
Fotografie: Veteranen voor Libanon / Annabel Oosteweeghel
Good guys en bad guys
Het wordt stil aan tafel. En het blijft stil als NRC een uitspraak van overste Thom Karremans ter sprake brengt. De luitenant-kolonel was commandant van het Dutchbat-bataljon dat in 1995 de ‘veilige’ Bosnische moslimenclave in en rond Srebrenica moest bewaken, maar zich in de zomer terugtrok onder zware Servische druk. Kort daarna vermoordden de Serviërs meer dan achtduizend moslimmannen. Karremans zei na de veilige aankomst van Dutchbat in Zagreb dat er „geen good guys of bad guys waren” in het Bosnisch-Servisch conflict. Dat had nogal wat stof doen opwaaien.
Niemand in het café in Amersfoort zegt Karremans zijn uitspraak na. „Er waren daar in Libanon alleen maar bad guys, die elkaars vijanden waren”, zegt Fred van der Ploeg over de strijdende partijen. „De good guys”, vult Charles Borst aan, destijds als negentienjarige dienstplichtige sergeant in Libanon, „dat waren alleen de onschuldige burgers die steeds weer het slachtoffer worden van oorlogen”.
Ik heb alles inmiddels een goed plekje kunnen geven bij mezelf
In het gesprek over goed en fout komt ook enkele malen ‘de politiek’ ter sprake die de kaders en voorwaarden voor de missies vaststelt. De vijf mannen zien daarin geen vooruitgang. „Politici begrijpen nog steeds niet wat je militairen aandoet met een slecht mandaat”, zegt Bert Kleine Schaars. „Kijk bijvoorbeeld wat Macron onlangs zei, nota bene de Franse president. Die riep op tot een staakt-het-vuren, op basis van VN-resolutie 1701. Weet hij dan niet dat die resolutie al sinds 2006 bestaat en nooit serieus is genomen?”
Bijna automatisch komt het gesprek op Unifil anno 2024. Wat kan die nog uitrichten? Nog minder dan destijds, is het algemeen oordeel. Kleine Schaars: „Het grote verschil met toen: wij kwamen nog buiten de deur en waren tenminste nog met patrouilles bezig, dingen in de gaten aan het houden. Nu zitten de 1.200 Chinezen die meedoen voornamelijk in hun compound.” Jos Remmen knikt: „Het is een soort kazerne waar ze nauwelijks uitkomen.”
Uit het laatste VN-evaluatierapport van februari bleek dat de legermacht geen van de pakweg drieduizend wapendepots van Hezbollah had kunnen inspecteren. Niettemin kregen met name de Chinezen van de VN lof toegezwaaid. In juni van dit jaar won het bataljon een prijs van de VN vanwege zijn uitstekende bijdrage aan het promoten van lokale milieu-inspanningen, volgens „de natuurbeschermingsprincipes van de VN”.
Evacueren
De vijf mannen uit Amersfoort volgen de gebeurtenissen in Libanon en de verrichtingen van Unifil dagelijks. Herman Oorlog, actief op social media, krijgt „vaak filmpjes doorgestuurd van families die we daar toen hebben leren kennen. Daarop herken ik veel van de plekken die nu worden aangevallen.” Charles Borst kan er betrekkelijk rustig naar kijken. „Ik heb alles inmiddels een goed plekje kunnen geven bij mezelf.”
Zij hebben mazzel gehad, realiseren ze zich alle vijf. Echt ingrijpende gebeurtenissen die hun lijf of leven blijvend uit balans brachten, hebben ze in Libanon niet meegemaakt – of ze hebben die redelijk kunnen verwerken. Dat moest wel op eigen kracht. Veteranenzorg bestond toen nog niet bij Defensie. Ongeveer vijftien jaar na hun Libanon-tijd, ergens in de jaren negentig, ontvingen de vijf mannen een formulier van Defensie met vragen over hun welbevinden. Jos Remmen kan er nog boos over worden. „Bij vraag 4 heb ik toen op het formulier gekrast: dit is allemaal gelogen, want jullie doen hier toch geen ene reet mee.”
Potje janken
Sommigen uit de groep, zoals Charles Borst en Herman Oorlog, zijn elkaar blijven zien via werk. Anderen, zoals Bert Kleine Schaars, nu onder meer actief in de Deventer gemeentepolitiek, haakten aan na de eerste Veteranendagen die Defensie vanaf 2005 ging organiseren. Er kwamen borrels, reünies. Kleine Schaars nam een paar jaar geleden het initiatief tot de Stichting Veteranen voor Libanon. Die stichting bracht hulpgoederen naar Beiroet en omgeving na de gigantische explosie in de haven van de Libanese hoofdstad, in augustus 2020.
Ook kwamen er ‘terugkeerreizen’ naar het gebied. Menig veteraan kwam gelouterd terug. Herman Oorlog vertelt: „Bij de mijne in 2018 werd onze bus door de politie van de weg gehaald. Wat bleek: we moesten mee naar een gezin in de buurt. Er kwamen mensen en kinderen naar ons toe met foto’s van ons destijds. Die hadden ze al die tijd bewaard. Een oud vrouwtje van in de negentig vertelde dat we destijds haar leven hadden gered en dat van haar kinderen. Nou, toen hebben we met z’n allen wel even een potje zitten janken.”
Lees ook
Wereldleiders reageren verbolgen op Israëlische beschietingen op VN-blauwhelmen: ‘schending internationaal recht’
„Hoe kun jij leven? Wij gaan allemaal kapot!”, roept de oudste zus van de verkrachte en vermoorde Gino naar de verdachte Donny M. Zo gaat het vaker tijdens de pro-formazittingen. M. krijgt ook toegebeten dat hij ooit zelf te grazen zal worden genomen.
Zowel binnen als buiten de rechtbank wemelt het bij elke zitting van de politie. Om de gemoederen enigszins bedaard te houden, worden zittingen ook vooraf besproken, zodat de familie niet kan worden verrast door heftige details. „OM en politie hielden goed rekening met de nabestaanden”, vindt Phil Boonen, advocaat van Gino’s meerderjarige zussen. „Capaciteit en budget leken ook nooit een issue. Ze haalden alles uit de kast.”
Nadat afgelopen jaren in totaal tien pro-formazittingen werden gehouden, wordt vanaf maandag de zaak tegen Donny M. inhoudelijk behandeld. Die heeft tijdens de verhoren al schuld bekend, maar soms legde hij afwijkende of tegenstrijdige verklaringen af, waardoor nu wordt gestreefd naar duidelijker maken van wat zich precies heeft afgespeeld in de laatste uren van Gino.
Lees ook
Donny M. lijkt alles te bekennen, maar OM twijfelt of hij alles vertelt
Kaarsen en kaarten
Op de gewelddadige dood van de negenjarige Gino, in juni 2022, werd in de regio gereageerd met woede, onmacht en verbijstering. In Kerkrade, waar het jongetje verdween, en in de Maastrichtse volksbuurt Blauwdorp, waar hij woonde, werden massale herdenkingen gehouden. Zowel op het trapveldje waarvandaan hij verdween als voor de woning van Gino’s moeder, werden talloze knuffels, speeltjes, bloemen, kaarsen, kaarten en tekeningen neergelegd.
Het jongetje verbleef tijdelijk bij zijn oudste zus in Kerkrade, toen hij zoekraakte. Volgens het OM deed M. zich voor als voetbaltrainer en wist hij Gino zo mee te lokken van het voetbalveldje. Naar verluidt is M. met het kind naar zijn woning in Geleen gereden. Daar zou M. hem xtc en een soort Viagra hebben toegediend en het lichaam van het slachtoffer zijn binnengedrongen. Volgens het OM vermoordde hij daarna Gino en verborg het stoffelijk overschot.
Een dag na de ontvoering werd het gedumpte stepje van Gino gevonden op de parkeerplaats van een zwembad in Landgraaf. Dat leverde een dna-spoor op dat de politie leidde naar M., die op 3 juni werd gearresteerd. Nog dezelfde dag wees hij de politie aan waar het lichaam van Gino verborgen lag, vlak bij M.’s eigen woning.
Veertien instanties
Uit onderzoek van zorginstanties, datgene wat de zittingen al prijsgaven en een portret van de regionale krant De Limburger blijkt dat het leven van de 24-jarige verdachte M. nooit zonder problemen was. Als kind van een drugsverslaafde moeder kwam hij verslaafd ter wereld en belandde hij al op jonge leeftijd in een pleeggezin.
Volgens het OM deed M. zich voor als voetbaltrainer en wist hij Gino zo mee te lokken van het voetbalveldje
In 2015 gooide M. vanaf een viaduct in Sittard een stoeptegel naar een automobilist. Die miste de auto op een haar na. Voor die poging tot doodslag kreeg M. van de jeugdrechter een taakstraf van 180 uur, waarvan 100 uur voorwaardelijk. De rechter woog mee dat M. spijt had betuigd, nog geen strafblad had en verminderd toerekeningsvatbaar werd geacht vanwege onder meer autisme en een gebrekkige impulscontrole.
In 2017 gebruikte M. in Sittard geweld tegen een zevenjarige en liet hij diens tienjarige vriendje seksuele handelingen bij hemzelf verrichten. Dit keer bleef hij vastzitten: de rechter veroordeelde hem tot vijf maanden jeugddetentie en verplichte behandeling.
Ook daarna leek er aan zorg en toezicht geen gebrek. Veertien instanties speelden een rol in het begeleiden van M., zo bleek vorig jaar uit een onderzoek van Toezicht Sociaal Domein (TSD), waarin vier rijksinspecties samenwerken. Maar alle partijen concentreerden zich vooral op hun eigen werk. Informatie werd onderling niet goed gedeeld.
Lees ook
Onderzoek: begeleiding moordverdachte Donny M. had beter gekund
Vuurwerkincident
M. werd aangemerkt als iemand met een laag recidiverisico. Die inschatting dateerde uit 2017, een nieuwe analyse bleef uit. Na leugens tegen begeleiders, brandstichting en een diefstal lieten betrokken instanties volgens TSD kansen liggen om patronen in M.’s gedrag te herkennen. Na een aanhouding vanwege een vuurwerkincident in januari 2021, vond de politie kinderporno op zijn telefoon. Die bijvangst werd door een menselijke fout niet geregistreerd. Daardoor deed justitie niets met de kinderpornoverdenking.
M. verklaarde wisselend over de dood van Gino. Mede daardoor duurde het onderzoek lang. Ook wilde justitie zeker weten dat M. alleen had gehandeld, zowel tijdens het misbruiken en doden van het kind als het verpakken en verbergen van de stoffelijke resten. Verder zou volgens De Limburger het Pieter Baan Centrum hebben vastgesteld dat M. verminderd toerekeningsvatbaar is.
In 2015 gooide M. vanaf een viaduct in Sittard een stoeptegel naar een automobilist. Die miste de auto op een haar na
Afgelopen jaren bleef de familie volop bezig met de dood van Gino. Zijn oudste zus brak twee weken na de aanhouding van M. in in diens woning, op dat moment nog een verzegelde plaats delict. Het OM besloot vorig jaar – vanwege begrip voor de emoties en omstandigheden – haar zaak voorwaardelijk te seponeren.
Vanaf maandag trekt de rechtbank vier zittingsdagen uit voor de inhoudelijke behandeling van de zaak tegen Donny M. Zijn advocaat Sjanneke de Crom wil niet praten over het proces. Eerder ontving ze dreigmails vanwege het bijstaan van haar cliënt en ze moest bij sommige pro-formazittingen via een zijingang de rechtbank betreden.
Lees ook
Kinderporno op telefoon van Donny M. niet onderzocht door een menselijke fout
Je kunt er zieke koeien of dwarse varkens een schok van 5.000 volt mee geven. Opstaan, doorlopen! Nuttig hulpmiddel voor boeren, of een bruut „stroomstootwapen”? Het Tweede Kamerdebat over de elektrische ‘veeprikker’, eind september, is bij voorbaat beladen. Femke Wiersma, de nieuwe BBB-minister van landbouw, is door haar ambtenaren voorbereid en gewaarschuwd. Een meerderheid, ook coalitiepartijen VVD en NSC, wil allang een verbod. De Kamer is het hoogste orgaan, daar kan een minister niet zomaar omheen.
Maar Wiersma trekt haar eigen plan. Zij wil eerst nóg eens in gesprek met de veehouderijsector, veeartsen, de Dierenbescherming: uitstel. Nederland gaat bovendien niet strenger zijn voor boeren dan Brussel, dat is volgens Wiersma zo afgesproken in het regeerprogramma.
Het wordt een frontale botsing. Kamerleden raken geïrriteerd. Wiersma lijkt kalm, al wipt ze onder tafel met een been. Vragend kijkt ze naar haar topambtenaar. Hij fluistert, terwijl haar microfoon open staat: „Volgens mij zou jouw voorstel zijn: ik wil eerst met de partijen in gesprek, en natúúrlijk neem ik dit dan mee.”
Wiersma zegt alleen het eerste. Valt stil, en frommelt het tweede er dan nog achteraan. Voor Kamerleden is de grens bereikt, één loopt de zaal uit. Schorsing. Een paar minuten later buigt Wiersma alsnog voor de Kamer: het verbod op de veeprikker komt eraan.
Het is landelijk nieuws. Iedereen, ook de boerenachterban, kan zien hoe deze nieuwe minister doordramt, en zichzelf in problemen brengt. „Als Wiersma haar politieke antenne aan had gezet, had ze de clash kunnen voorkomen”, sneertNieuwe Oogst, het blad voor boeren en tuinders van LTO. „Dan was de uitkomst hetzelfde geweest, zonder alle imagoschade.”
Volgende week debatteert de minister opnieuw met de Kamer, nu over de landbouwbegroting. Welke Wiersma zullen we dan zien, is de vraag. Weer de koppige, die in debat geen echt contact met de Kamer maakt? Of heeft ze ook een pragmatisch en lichtvoetiger register, waarmee je soms meer bereikt?
Voor dit profiel sprak NRC met zo’n twintig mensen uit verschillende fasen van haar leven. Daaruit komt een meerduidig beeld naar voren. Zo is er een onzekere Femke Wiersma die eerst álles wil weten voordat ze haar nek uitsteekt. Er is een dappere Femke Wiersma, die BBB-minister voor landbouw wordt en vol overtuiging haar beleid uitdraagt. En misschien is er ook een Femke Wiersma, ergens tussen die twee in. Zo wilde ze in haar eerste week als minister tot het laatste moment géén mestdebat met de Kamer voeren, zeggen bronnen. Maar toen er ophef ontstond, deed ze het toch.
De onbuigzame Wiersma van de veeprikkers kennen ze in Friesland nog wel. Voordat ze naar Den Haag kwam was ze een jaar gedeputeerde voor landbouw in het provinciebestuur. BBB is er de grootste met 14 van de 43 zetels. „In Friesland maakte ze de dienst uit, en machtspolitiek schuwde ze niet”, zegt Jochem Knol van de Friese oppositiepartij GrienLinks. „Ze is een pure belangenbehartiger. Ze begrijpt niet waar bezwaren van anderen zitten, of hoe een bestuurder zorgvuldig belangen afweegt. Dat kun je honderd keer noemen, er is geen inlevingsvermogen.”
„Ze is gepassioneerd en gedreven”, zegt Arno Brok, commissaris van de Koning in Friesland (VVD) neutraler. „Ze is meer politica dan bestuurder, en ze vindt dat ze iets moet realiseren. Dat zijn wij niet altijd meer gewend.”
Wiersma is de trots van haar partij. „The Beauty and the Brains”, noemt BBB-leider Caroline van der Plas haar. Altijd goed verzorgd, op hakken bij werkbezoeken in de stal. Altijd gericht op de inhoud; ze bevraagt ambtenaren tot in de voetnoten van rapporten.
Lees ook
Achter de schermen van BBB: een reclameman, drie twintigers, twee lobbyisten voor de melkveehouderij en een varkenshouder
Maar als minister staat ze nu ook voor de grote problemen in de landbouw, een sterk gepolariseerde portefeuille. BBB-beloftes – zoals soepeler mestregels uit Brussel – zal ze niet een-twee-drie kunnen waarmaken, Wiersma kan juist het gezicht worden van de mest- en stikstofcrisis. En ze heeft weinig speelruimte; anders dan in Friesland, is de BBB in Den Haag met zeven zetels de kleinste coalitiepartij, tegenover een kritische Kamermeerderheid.
Het grootste deel van haar leven heeft Wiersma niets met boeren of politiek te maken gehad. Die identiteit past haar nu als een jas, maar die heeft ze pas in 2010 aangetrokken, toen ze meedeed aan het tv-programma Boer Zoekt Vrouw, en zelf die gezochte vrouw werd.
Wie was Femke Wiersma vóór die tijd?
Ze werd in 1984 in Dokkum geboren. Haar ouders scheidden een jaar later en ze groeide op bij haar moeder. Er waren problemen en geen geld. Al helemaal niet voor paardrijles; ze verzorgde de paarden van anderen. Wiersma haalt vaak haar jeugd aan om te zeggen dat ze gewone mensen begrijpt. „Ik weet van huis uit wat een bijstandsmoeder meemaakt die in de schuldsanering zit. Daarom wil ik mensen verder helpen om iets te bereiken”, zei ze in 2022 tegen Nieuwsblad Noord-Oost Friesland. Van paarden houdt ze nog steeds. Ze heeft zelfs een veulen gefokt.
Na mavo en havo/vwo in Dokkum koos ze in 2002 voor de Koninklijke Marine, ze werd matroos. „Aan boord was het hard werken, en hard ontspannen op de wal”, herinnert Dirkje Smidts zich, destijds als chef hofmeester verantwoordelijk voor de mess van de onderofficieren. Met het fregat Hr Ms Jacob van Heemskerck maakten ze onder meer reizen naar de Middellandse Zee. Op een bemanning van 180 waren er in die tijd zo’n dertig vrouwen. Soms moest Smidts een oogje in het zeil houden „bij die jonge meiden tussen de mannen”, vertelt ze. Maar Femke „paste er goed tussen”. „Ze kwam voor zichzelf op en was zeker niet verlegen.”
Ze werkte nog even in de marinierskazerne op Texel, maar vertrok na vier jaar, in 2006: het jaar waarin ze, op haar 22ste, voor het eerst moeder werd. De marine, had ze toen al vastgesteld, was niet helemaal haar wereld.
Op cruciale momenten kwam Wiersma de mensen tegen, die haar verder hielpen. Zoals Jantsje Wiersma, die haar in 2008 onder haar vleugels nam als beginnend zorgconsulente in de Friese gemeenten Dantumadiel en Dongeradeel. „We waren als moeder en dochter”, zei Femke Wiersma over Jantsje. Dat klopt, zegt Jantsje, intussen gepensioneerd, met een lachje. „Dat leek zo omdat we toevallig dezelfde achternaam hadden.”
Ze legde al snel zelfstandig huisbezoeken af om te zien wie in aanmerking kwam voor gemeentelijke vergoeding van taxiritten, een traplift of douche met lage instap. Het was een fase waarin Wiersma politiek van kleur veranderde. Ze stemde PvdA, maar zag hoe mensen het systeem misbruikten, en werd rechtser.
In interviews zei zedat ze in die levensfase „geen zelfvertrouwen” had. Dat zag Jantsje Wiersma niet, zegt ze. „Al kan iemand zich natuurlijk wel zo voelen.” Wat ze wel zag: „een keurige jongedame die alles snel oppikt, weet wat ze wil en ervoor gaat.”
Zoals in de liefde. In 2010 zag Femke Wiersma in Boer Zoekt Vrouw Gijs Bakhuisen, een 35-jarige melkveehouder in Abcoude met een vrolijk gezicht en halflang haar. Wat een leuke vent, dacht ze, en schreef hem een brief. ‘Boer Gijs’ zou er ruim achthonderd krijgen, maar koos Femke.
In zijn rustieke boerderij met 65 koeien aan het Gein vond Wiersma niet alleen een geliefde met wie ze nog drie kinderen zou krijgen, maar ook haar roeping. Ze ontdekte het boerenleven en haar zakelijk talent: ze opende een theetuin aan huis, De Boergondische Tafel.
In 2015 ontpopte ze zich als lobbyist. Het melkquotum werd afgeschaft, en ingeruild voor strengere mestregels om de groei van de veestapel te remmen. Dat was onrechtvaardig voor ‘grondgebonden’ veehouderijen die hun mest op eigen land kwijt kunnen, vonden Femke en Gijs. Ze dompelde zich onder in de wereld van fosfaatrechten, via Facebook mobiliseerde ze andere boze veehouders. Er kwam een netwerk, ze werden uitgenodigd in Den Haag, en ten slotte kwam er een uitzondering voor boeren zonder mestoverschot.
Wiersma werd beleidsmedewerker bij de Vereniging tot Behoud van Boer & Milieu (VBBM). Een kleine lobbyclub en, dixit Wiersma, „niet van het polderen”. De VBBM staat voor kringlooplandbouw, wat groen klinkt, maar ook voor bovengronds mest uitrijden, waarbij meer ammoniak in de lucht vrijkomt. Voer je koeien minder eiwit, dan krijg je ook minder stikstof, zegt de VBBM. Je hoort het Wiersma nog steeds zeggen tijdens Kamerdebatten.
Haar ‘ideologische’ ontwikkeling is terug te lezen in de columns die ze vanaf 2012 schreef voor De Boerin. Eerst gingen die over haar plattelandsleven – vos steelt kippen, man komt chronisch te laat aan tafel – maar al snel verdrong politiek de petite histoire. Onder de kop ‘Wakker mens’ schreef ze in 2014 dat organisaties als Wakker Dier en Natuurmonumenten „propaganda bedrijven” en „ver af staan van de echte boerenpraktijk”. In 2017 kreeg ‘Den Haag’ het te verduren. En „deskundigen die ongeruste burgers met eenzijdige informatie voeden en de veehouderij moedwillig in een ongunstig daglicht plaatsen”.
Je ziet de ideeën zich vormen die ze later als BBB’er ging uitdragen. „Natuurkwaliteit verbetert niet door stikstof te reduceren„ zei ze in een interview in 2022. „Nederland is de weg kwijt.” Nu zegt Wiersma: niet alléén door stikstofreductie. Ook toont Wiersma weinig liefde voor bioboeren. Het beleid is meer biologisch, maar Wiersma heeft zelf gezegd „dat je altijd moet redeneren vanuit de vraag.” En consumenten kopen liever goedkopere producten.
„Ze werd te groot voor ons”, zegt VBBM-voorzitter Erik Valk. Wiersma maakte in 2017 de overstap naar de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV). Van voorzitter Harm Wiegersma, nu BBB-Statenlid in Friesland, kreeg ze daar als beleidsadviseur vier jaar lang veel ruimte. Te veel , vonden sommige nieuwe bestuursleden die er later bijkwamen. Er ontstond een conflict, en Wiersma voelde zich daarin onheus bejegend. Wiegersma: „Toen heeft ze gewoon gezegd: ik ga weg.”
Voor Wiersma was het geen gemakkelijke tijd; in 2019 was haar huwelijk al gestrand. Maar toen hielp ‘de juiste persoon’ weer: Caroline van der Plas.
Wiersma hielp Van der Plas bij de oprichting van BBB. En Van der Plas polste Wiersma om partijleider te worden, maar als alleenstaande moeder schrok Wiersma daarvoor terug. Bij de Kamerverkiezingen van 2021 stond ze wel op plek 2 van de lijst en haalde ruim 25.000 voorkeursstemmen: ongeveer de helft van de stemmen van Van der Plas. Niet genoeg voor een Kamerzetel, wel een prestatie.
Voor de derde keer werd Wiersma beleidsmedewerker, nu bij de eenpersoonsfractie van BBB in Den Haag. Met Van der Plas ontstond een vriendschap. „We kunnen lachen om wat hardere grapjes”, zegt Van der Plas. „We hebben veel zelfspot. Ook over vrouwen, weet je wel. We zeiden weleens: meer vrouwen in de Kamer? Nou, doe maar even wat minder. Want dat gekijf de hele tijd.”
In 2023 was BBB de grote winnaar van de provinciale verkiezingen. Wiersma werd gedeputeerde in Friesland. In Holwert – sinds 2023 met -t in plaats van -d – verbouwde ze zelf, zoals ze graag vertelt, het huisje dat ze er kocht.
Als haar achterbuurman zijn zin had gekregen, lag er nu een steiger voor zeil- en motorboten pal naast hun huizen. Marco Verbeek, voorzitter van de Stichting Holwerd aan Zee, gelooft nog steeds in het lokale initiatief voor een binnenmeer, dat toeristen en nieuwe inwoners moest lokken. Maar na de BBB-winst verdampte de politieke steun.
„Als je het BBB-programma leest, zou ‘Holwerd aan Zee’ juist ideaal moeten zijn: bewonersinitiatieven, nabuurschap, gebiedsgerichte ontwikkeling”, zegt hij bitter. „Maar dat telt alleen in verkiezingstijd. „Dat Femke in Holwert woont, heeft ons tot nu toe niets geholpen.”
Als BBB-gedeputeerde drong Wiersma de plannen voor het landelijk gebied in Friesland terug tot het wettelijke minimum; dezelfde ‘NPLG’-plannen die ze nu als minister voor heel Nederland heeft geschrapt.
Ook was er een paar keer ophef. Tegen ambtelijk advies in legde de provincie de aanleg van natuurvriendelijke oevers bij Grou in 2023 stil. Volgens Wiersma waren er geen regels om stikstofruimte te verhuren voor de aanleg, en moest stikstofruimte eerst naar PAS-melders, boeren die zonder natuurvergunning zitten. Het waterschap zag een miljoenenproject stranden. „Een streep door de rekening”, zegt Monique Plantinga, dagelijks bestuurslid. Uiteindelijk kon het waterschap het project tóch doorzetten, met machines zonder uitstoot.
Kritiek was er ook op kleine, maar gevoelige bezuinigingen. Wiersma schafte het Faitrade Provincie-beleid af (15.000 euro per jaar), en het regenboogbeleid voor een divers Friesland (50.000 euro). Geen juiste besteding van middelen, of geen kerntaak van de provincie, vond ze.
Op de Grüne Woche, de landbouwbeurs in Berlijn, vroeg Van der Plas begin dit jaar Wiersma voor het eerst of ze landbouwminister wilde worden. Tegen de zomer, toen de formatie serieus werd, zegde zij definitief toe op het terras van Hotel en Grand Café Post-Plaza in Leeuwarden. Toevallig ook de plek waar Wiersma in 2023 haar huidige partner ontmoette: singer/songwriter Jord Brinkhuis.
Nu staat Wiersma op haar 39ste aan de top van het ministerie waar haar partij altijd tegen ageerde, omgedoopt tot Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en – als laatste – Natuur. Ze zal moeten laveren tussen het BBB-beleid om boeren te sparen, en wettelijke natuurdoelen. Tussen de activist voor boeren die ze was, en een landelijk bestuurder voor iedereen die ze nu hoort te zijn. Veel geld heeft ze niet: de 25 miljard euro voor het landelijk gebied die er was, heeft de coalitie teruggebracht naar 5 miljard.
Als minister lijkt ze nog te zoeken naar een houding. Letterlijk, als je versies van de bordesfoto van het kabinet Schoof naast elkaar legt. Andere ministers en staatssecretarissen nemen vooraf een vaste pose in. Wiersma staat op elke foto’s in een andere – armen voor het lichaam, langs het lichaam, arm omhoog, hand door het haar.
Wiersma kan onpeilbaar zijn, ook bij informelere gesprekken op haar ministerie, zeggen Haagse bronnen. Ze kan zo lang neutraal blijven kijken, en zo vaak op haar beeldschermpjes, dat anderen denken: wat doen we verkeerd? Is het professionele ongenaakbaarheid, of is ze niet geïnteresseerd, omdat ze haar mening al klaar heeft?
De Femke Wiersma die ze in Den Haag niet laat zien, is de vrouw die familie en vrienden kennen. Iemand die graag witte wijn drinkt en zomaar voor dertig man kookt. „Onzekere mensen dragen vaker een maskertje”, zegt oud-marinecollega Dirkje Smidts. „Ze beweegt nog steeds hetzelfde, zag ik. Een beetje stijf, maar ze ís niet stijf.”
Bij het ‘mestdebat’ van afgelopen maandag zag je een minister die het na het ‘veeprikkers’-debacle beter wilde doen. Heel voorzichtig, door vooral de antwoorden van haar ambtenaren op te lezen. En af en toe welwillend. Over het vervroegen van een uitkoopregeling voor boeren, zei ze: „Aan deze minister zal het niet liggen.”