In een blauwe wollen trui zit Venki Ramakrishnan (72) in zijn werkkamer op de universiteit van Cambridge. Alleen zijn gedistingeerd grijzende haar verraadt dat hij op leeftijd is, de tijd lijkt weinig vat op hem te hebben gehad. Het hele videogesprek wijkt zijn beminnelijke glimlach niet van zijn gezicht. Op de archiefkast achter hem prijkt een scheikundig model van het molecuulcomplex waar hij zijn leven aan wijdde, ernaast een neongele fietshelm. De plank ernaast herbergt non-fictieboeken zoals zijn eigen eerste boek, Gene Machine, maar ook een boek over de eerste bewoners van India, zijn geboorteland.
De gerenommeerde moleculair bioloog kreeg in 2009 een Nobelprijs voor de ontrafeling van de structuur en de werking van het ribosoom, de eiwitproductiemachine in elke cel. Zijn leven lang bestudeerde hij dat gigantisch complex van moleculen – toen hij op een koude winternacht in 2000 na dágenlang meten de beslissende dataset voor ogen kreeg, danste de ingetogen onderzoeker juichend op tafel. Nog altijd publiceert zijn lab aan de universiteit van Cambridge de ene na de andere wetenschappelijke studie in hoog aangeschreven tijdschriften.
Maar met het klimmen der jaren verbreedt hij zijn blik. Deze maand verscheen zijn nieuwste boek in de Nederlandse vertaling: Waarom we sterven. Ramakrishnan dook in de gigantische berg onderzoeken naar de grenzen van onze levensduur en de ambitieuze zoektocht naar onsterfelijkheid. Alle kennis van de moleculaire motoren die onze cellen en ons lijf aandrijven – en daarmee in de loop van het leven ophouden – komt daarin op een beeldende en onderhoudende manier voorbij. Hij wijst op veelbelovende routes om die motoren draaiende te houden, maar legt ook feilloos de praktische beperkingen bloot van het sleutelen aan onze biologie. Ook analyseert hij de maatschappelijke en ethische consequenties van onze verwoede pogingen om eeuwig te leven.
„Ik hoop dat mensen niet worden afgeschrikt door de nogal botte titel”, bekent hij. „Het gaat natuurlijk eigenlijk over leven.” Het is niet zozeer zijn eigen leeftijd die zijn interesse wekte in het onderwerp, zegt hij. Eerder de grote existentiële vraag die onze sterfelijkheid opwerpt. „Wij zijn misschien wel de enige soort die zich bewust is van zijn sterfelijkheid. Die drijft onze cultuur en onze ideeën. Mensen willen voortbestaan; er zijn religies die geloven dat de ziel reïncarneert, of dat mensen na de dood ooit fysiek herboren zullen worden. Mensen willen voortleven via hun werk of door monumenten en hun nageslacht. Of simpelweg eeuwig leven, of in elk geval zo lang mogelijk.”
Zou u nog vijftig of honderd jaar langer willen leven?
„Op dit moment zou ik zeggen: nee. Maar de grap is, als je vraagt wie wil er honderd worden, dan steekt iemand van 99 zijn hand op. Dus ik kan wel zeggen dat ik het niet erg vind om te sterven maar ik wil dit jaar niet doodgaan.”
Waarom wilde u dit boek schrijven?
„Verouderingsonderzoek is een enorme hype. Mensen leven tegenwoordig langer, maar hebben ook lang zorg nodig. Overheden geven veel geld aan de zoektocht naar manieren om gezonder ouder te worden. De laatste vijftig jaar is deze kennis enorm gegroeid. Voor het eerst denken we nu na over ingrijpen in verouderingsprocessen.
„Daarnaast zijn er ook mensen die het leven willen verlengen, liefst zelfs de dood overwinnen. Veel Californische miljardairs financieren onderzoek naar veroudering. En veel prominente verouderingsonderzoekers hebben persoonlijke belangen: ze hebben boeken geschreven over levensverlenging, ze hebben bedrijven, verkopen advies of voedingssupplementen.
„Het leek mij goed dat iemand zoals ik, een moleculair bioloog die geen financiële belangen heeft bij een bepaalde benadering, het vakgebied onder de loep zou nemen. Ik wil natuurlijk graag dat mijn boek goed verkoopt, maar ik sta er objectief in.”
Wat gebeurt er als we ouder worden?
„Veroudering is een opeenstapeling van chemische veranderingen die tot geleidelijk functieverlies leiden in het lichaam. Die veranderingen komen door schade aan dna en andere moleculen, door bijvoorbeeld chemicaliën, straling, een infectie, allerlei vormen van stress. De veranderingen treden op in onze moleculen, maar dat beïnvloedt onze cellen, en vervolgens onze weefsels en organen. Het uit zich in al die kenmerken van veroudering: vermoeidheid, rimpels, pijn, haaruitval, slechter zien, cognitieve achteruitgang.”
Weten we al genoeg om in te kunnen grijpen?
„We weten genoeg om studies te beginnen naar manieren om in te grijpen. Nog niet bij mensen, maar we kunnen benaderingen onderzoeken.”
Wat zijn de meest kansrijke benaderingen volgens u?
„Calorierestrictie, dus het minimale aantal calorieën eten dat nodig is om gezond te blijven, beïnvloedt belangrijke biologische verouderingsprocessen positief, bij allerlei diersoorten.
Is dat zo kansrijk dat u dat zelf ook doet, iets als periodiek vasten?
Nee, daarvoor hou ik te veel van eten. En veel mensen lukt het niet, van te weinig eten krijgen mensen het koud, ze hebben de hele tijd honger en verliezen hun libido. Daarom zoeken wetenschappers naar stoffen die hetzelfde effect hebben. Een daarvan is rapamycine. Dat is veelbelovend maar het maakt je vatbaarder voor infecties. Studies moeten uitwijzen of het echt nuttig is voor mensen.
„Een andere veelbelovende weg zijn de zogeheten senolytica. Cellen die zijn beschadigd kunnen in een soort slapende staat komen, ze stoppen met delen. Zulke senescente cellen scheiden ontstekingsstoffen uit, zodat het immuunsysteem ze komt opruimen. Maar als we ouder worden, gebeurt dat opruimen minder efficiënt. Tegelijkertijd stapelt het aantal beschadigde cellen zich op. Zo krijg je een ophoping van senescente cellen die een chronische ontsteking veroorzaken.
„Bij muizen zijn er hoopvolle resultaten met senolytica, die gericht senecente cellen vernietigen. Het grootste probleem is ervoor te zorgen dat zo’n behandeling gezonde cellen niet vernietigt.”
Lees ook
Mensen van duizend jaar oud – en ze zijn nog gezond ook
En beschadigde cellen, moeten ook worden vervangen.
„Ja. Dat is een derde veelbelovend gebied: het herprogrammeren van cellen. De Japanse stamcelbioloog Shinya Yamanaka ontdekte een manier om van gewone volwassen cellen weer stamcellen te maken – cellen die nog allerlei soorten weefsels kunnen worden. Ons lichaam heeft in bijna elk weefsel stamcellen, daarmee worden nieuwe cellen gemaakt. Maar als we ouder worden, neemt het aantal stamcellen af. Een paar onderzoekers bedachten om die zogeheten Yamanaka-factoren zó toe te dienen dat ze alleen tijdelijk worden ingeschakeld. Het leek mij een rare fantasie, maar tot mijn stomme verbazing zijn de resultaten bij muizen hoopgevend. Hiermee vertraag je dus niet het verouderingsproces, je kunt het echt terugdraaien.
„Er is veel opwinding over deze aanpak. Maar er zijn nog allerlei problemen, zoals het risico op kanker. En ook hier weten we nog niet hoe je dit op specifieke weefsels kunt richten.”
Er zijn dus veel wetenschappelijk kansrijke aanzetten om veroudering te vertragen, we staan op een punt in de geschiedenis waar zulke ontdekkingen mogelijk kunnen gebeuren, zegt Ramakrishnan. Maar écht ingrijpen kan nog niet. Hij windt zich dan ook enorm op over de valse beloften en de commerciële uitbuiting van niet-gefundeerde anti-verouderinsclaims door charlatans, miljardairs uit Silicon Valley en topwetenschappers die stofjes en procedures verkopen en de indruk wekken dat de bron van de eeuwige jeugd voor het grijpen ligt. Hij wijdt aan deze dwazen en profeten een heel hoofdstuk in zijn boek.
„Neem alleen al de talloze bedrijven die voor honderden euro’s kits verkopen die beloven om ‘de’ biologische leeftijd te bepalen – die kan anders zijn dan je kalenderleeftijd. Maar onze lichamen verouderen niet homogeen. Het ene orgaan veroudert sneller dan het andere en dat is voor elke persoon verschillend. Dus wat is het nut ervan om je biologische leeftijd te weten? Wat ga je doen met die kennis? Het is echt flauwekul.”
Is dat de grootste onzin op het gebied van anti-aging?
„Nee, dat zijn al die supplementen die mensen verkopen. Voor de meeste daarvan zijn geen goede klinische studies gedaan. Neem stoffen die de mitochondriën ondersteunen, de energiefabrieken in een cel, zoals voorlopers van de stof NAD. Misschien zit er iets in, maar de optimale dosis en de bijwerkingen bij mensen zijn nog niet goed onderzocht. Maar ze zijn al op de markt omdat deze stoffen ook in gewoon voedsel zitten – dan hoeven ze niet te worden goedgekeurd door medicijnautoriteiten.”
U blijft vrij diplomatiek in uw boek.
„Dat vind ik niet. Maar ik heb mijn tekst natuurlijk laten beoordelen door twee advocaten, een Britse en een Amerikaanse. Dus het is zorgvuldig geformuleerd, maar er bestaat geen misverstand over de betekenis. Dat vond ik belangrijk, omdat veel van deze dingen sterk worden gepromoot en mensen niet weten wat ze moeten geloven.
„Tegelijkertijd denk ik dat die miljardairs ook echt diepgravende antwoorden willen op de vraag hoe we veroudering kunnen behandelen. Altos Labs, gefinancierd door techmiljardairs, trok een aantal topwetenschappers aan. We zullen moeten afwachten of ze de komende vijf of tien jaar met doorbraken komen.”
Vindt u het wenselijk dat die doorbraken er komen?
„Ikzelf vind niet dat we ernaar moeten streven om veel langer te leven. Ik denk dat we dan veel problemen zullen krijgen. Alleen al als iedereen zo’n 120 jaar zou worden, zoals de oudste persoon ter wereld werd. In een steeds ouder wordende samenleving zullen dezelfde mensen blijven vasthouden aan macht, invloed en rijkdom. Terwijl nieuwe generaties met nieuwe ideeën komen. Veel vooruitgang in de wetenschap, maar ook in cultuur en literatuur is geboekt door jonge mensen. Tolstoj schreef Oorlog en Vrede toen hij dertig jaar was. Ook de sociale vooruitgang, zoals het vrouwenkiesrecht, emancipatie, rassengelijkheid, wordt altijd door jonge mensen aangedreven. We zouden een stagnerende, conservatieve samenleving krijgen als dezelfde mensen lange tijd aanblijven. Dus als levensverlenging mogelijk wordt, dan moet de maatschappij nadenken over een eerlijke verdeling tussen generaties. Maar als we deze wegen bewandelen om simpelweg langer gezond te blijven, dan zal natuurlijk iedereen dat een goede zaak vinden, ook ik.”
Hoe lang wilt u zelf nog door in de wetenschap?
„Ik ben mijn lab aan het afbouwen. Ik neem al vier jaar geen nieuwe mensen meer aan, de medewerkers die ik heb ronden hun projecten af en vertrekken. Volgend jaar sluit ik mijn lab. Als ik in mijn boek mensen bekritiseer die eeuwig blijven hangen kan ik niet zelf het slechte voorbeeld geven.”
Hoe jong hij er ook uitziet, ook Ramakrishnan ontkomt niet aan veroudering. Hardlopen kan niet meer – slechte knie. Wandeltochten met een zware rugzak, waar zijn vrouw en hij van hielden, ook niet – problematische schouders. „Zelfs cognitief wordt het minder: ik leer piano spelen, tegelijk met mijn kleinzoon, maar hij speelt al veel vloeiender. Maar er blijft genoeg over.” Hij blijft betrokken bij een bedrijfje, RNAvate, dat medicijnen op basis van mrna maakt, de genetische instructie voor eiwitten die in de cel wordt afgelezen door ‘zijn’ molecuul, het ribosoom. „En ik hou van wandelen, van fietsen, reizen, mijn kinderen en kleinkinderen zien, en van schrijven. Misschien komt er een nieuw boek.”
Slikt u zelf eigenlijk iets tegen veroudering?
„Nee. Nou, ik neem een paar middelen die je anti-verouderingsmedicijnen kunt noemen: statine tegen een hoog cholesterolgehalte, medicijnen tegen een hoge bloeddruk, en binnenkort krijg ik misschien een anti-diabetesmedicijn. En ik moet toegeven dat ik elke dag een halve multivitaminetablet neem.”
Echt? En waarom dan maar een halve?
„Omdat ik denk dat ik minstens de helft van mijn vitaminen wel met mijn eten binnenkrijg. Ik weet niet zeker of ik die tablet echt nodig heb. Dat is een lichte irrationaliteit van mijn kant.”
Lees ook
Leidt een lege maag tot een gezonder lichaam? Hoe hou je het vol om 86 uur te vasten?