In de jaren tachtig kon niemand bevroeden dat de PvdA-politicus Adri Duivesteijn (1950-2023) dertig jaar later Oosterwold zou bedenken, de wildste woonwijk van Nederland die nu langzaam tussen Almere en Zeewolde verrijst. Duivesteijn had toen immers naam gemaakt als de Haagse wethouder van Volkshuisvesting die op traditioneel sociaal-democratische wijze de van overheidswege gestuurde stadsvernieuwing voortvarend had aangepakt. Maar in de jaren negentig schudde ook Duivesteijn zijn ‘ideologische veren’ af en omarmde het ultraliberale Wilde Wonen. Net als architect Carel Weeber, de geestelijke vader van het Wilde Wonen, wilde hij dat iedere Nederlander de mogelijkheid kreeg om naar eigen inzicht een huis te bouwen.
Met Weeber beschouwde Duivesteijn het rijtjeshuis, het meest gebouwde woningtype in Nederland, als een uiting van ‘doorgeschoten maakbaarheidsdenken’. Dit was achterhaald in het hyperindividualistische, neoliberale tijdperk dat ook in Nederland was aangebroken, vond hij. Een woning was niet langer alleen huisvesting maar ook een middel tot ‘zelfexpressie’, legde Duivesteijn uit in een essay over woningbouw in 1997, toen hij Tweede Kamerlid was: „Wonen is meer dan simpelweg een dak boven het hoofd tegen slecht weer. Wonen heeft te maken met de behoefte aan herkenbaarheid, identificatie, een thuis en is de basis van zelfontplooiing, zelfconfrontatie en cultuur. Het wonen schept individuele vrijheid die altijd is verbonden met de maatschappij als geheel en vooral ook met de directe omgeving.”
Weg met het rijtjeshuis
Toen Duivesteijn in 2006 wethouder Ruimtelijke Ordening en Wonen in Almere werd, verklaarde hij dan ook de oorlog aan de woningbouwverenigingen en projectontwikkelaars die in het voorgaande decennium Almere en de meer dan honderd vinexwijken hadden volgezet met rijtjeshuizen. Almere ging over op ‘organische stedenbouw’ waarin het Wilde Wonen ruim baan kreeg, kondigde hij aan. En dus is de helft van de 3.000 woningen die nu in Homeruskwartier staan, gebouwd in particulier of collectief opdrachtgeverschap.
Met Oosterwold, de nieuwe wijk in een landbouwgebied van 4.300 hectare in Flevoland, ging Duivesteijn in 2012 nog twee stappen verder. In de grootste en radicaalste zelfbouwwijk van Nederland mogen de kaveleigenaren niet alleen alleen hun woningen welstandsvrij bouwen, maar moeten ze ook, in samenspraak met elkaar, de wegen bepalen en laten aanleggen.
Toch kon de anarchistische woning- en stedenbouw in Oosterwold niet helemaal zonder regels, vond de Gebiedsorganisatie Oosterwold, waarin de gemeenten Almere en Zeewolde en andere instanties zijn vertegenwoordigd. Om het radicale Wilde Wonen in goede banen te leiden, kregen de architecten van MVRDV, het lievelingsbureau van Duivesteijn, de opdracht een plan uit te dokteren voor de wilde woonwijk. Dit bestaat, paradoxaal genoeg, uit tal van ge- en verboden. Zo mag elke kavel, groot of klein, slechts voor hoogstens één achtste in beslag worden genomen door het huis. Minstens de helft van de kavel moet zijn bestemd voor boomgaarden, moestuinen en andere vormen van ‘stadslandbouw’. Ook dient elke perceel te grenzen aan een weg die voor de helft op de kavel komt te liggen. Gasleidingen zijn verboden, rioleringen worden niet aangelegd. De Oosterwolders moeten zelf zorgen voor de verwerking van het afvalwater door bijvoorbeeld een helofytenfilter die deels bestaat uit een rietveldje.
Toen de bouw in 2015 begon, was de verwachting dat er in 2040 ongeveer 15.000 wilde woningen staan. Dan heeft Oosterwold, met drie woningen per hectare, de dichtheid van een superdeluxe villawijk. Maar dit vereist wel een veel hoger bouwtempo dan de afgelopen negen jaar. Ondanks de grote woningnood staan de kavelkopers niet in de rij: er staan nu slechts ongeveer 1.500 huizen – en een grote bioboerderij.
Superdeluxe villawijk
Voor een belangrijk deel zijn de woningen echt wild, variërend van strakke, neomodernistische villa’s via banale catalogushuizen tot riante houten volkstuinhuisjes. Vooral bij de Hannah Arendtweg – de wegen in Oosterwold zijn genoemd naar filosofen, uitvinders en wetenschappers – heeft de zelfbouw zelfs een informeel, anarchistisch karakter gekregen. Hier heeft een groep kavelkopers bijvoorbeeld opgetilde rijtjeshuizen met bijna geheel glazen gevels laten bouwen. Even verderop staat een hoekig, knalgeel huis dat met zijn brede dakrand lijkt op een Chinese pagode. Tussen de huizen staan nog de caravans en yurten waarin Oosterwolders woonden toen hun huizen in aanbouw waren.
Wonderlijk genoeg hebben projectontwikkelaars toch voet aan de grond gekregen in het zelfbouwwalhalla. Zo zijn langs de Max Weberweg bijna eendere neomodernistische villa’s gebouwd, met gevels die zijn bekleed met hout, cortenstaal of wit pleisterwerk. De tuinen zijn omzoomd door keurige heggen, de weg ertussen, die als zo vele wegen in Oosterwold doodloopt, eindigt in een kleine rotonde om de auto te keren. Hier lijkt de wildste woonwijk van Nederland op een aangeharkte Amerikaanse suburb die Duivesteijn, behept met een intense hekel aan vinexwijken, hartgrondig zou hebben vervloekt.
Ook de stadslandbouw is vaak anders uitgevallen dan Duivesteijn en MVRDV tien jaar geleden voor ogen moet hebben gestaan. In het algemeen zijn de Oosterwolders slechte stadsboeren. Sommigen beschouwen een groot, strak gazon als stadslandbouw, anderen hebben jarenlang hun grond niet bewerkt, zodat hun perceel nu een wildernis is. Ook van de verplichte ‘doorwaadbaarheid’ van de kavels is weinig terechtgekomen: de meeste kavels zijn zo ingericht dat ze niet tot een wandeling door het stadslandbouwgebied uitnodigen. Hier wreekt zich de totale afwezigheid van publieke ruimte. Alles, ook de kronkelende weggetjes, is privéterrein, zodat bezoekers geen kant op kunnen en het ongemakkelijke gevoel krijgen dat ze niet welkom zijn in de wildste wijk van Nederland.
Daar komt nog bij dat Oosterwold wordt geteisterd door praktische problemen. Zo bleek in 2022 dat de private waterzuiveringsinstallaties niet voldoen aan de hedendaagse eisen. Nu moet de gemeente Almere de al gebouwde huizen alsnog aansluiten op de riolering. Kosten: ongeveer 60 miljoen euro.