Burgemeester Halsema: ‘Het verwijt van het faciliteren van antisemitisme laat ik mij niet meer aanleunen’

„Een burgemeester die toestaat dat antisemitische [sic] tuig mag demonstreren op de dag van de opening van het Holocaustmuseum in maart en tijdens de herdenking van de moord op onschuldige joden in Israël een jaar geleden, is ongeschikt voor haar functie. Aftreden en wegwezen dus.” Dat schreef PVV-leider Geert Wilders dinsdag op X naar aanleiding van pro-Palestijnse demonstraties in Amsterdam op maandag 7 oktober. Toen had hij al getwitterd dat Halsema „het land uit” moest.

Tijdens een debat hierover in de gemeenteraad leek de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema niet van haar stuk gebracht door Wilders’ oproepen. Zij opende de vergadering woensdag zelfverzekerd met invoelende woorden en een moment stilte „voor alle onschuldige slachtoffers die op 7 oktober en daarna zijn gevallen”.

Daarvoor werd ze vanuit de oppositie bedankt. Itay Garmy, een uitgesproken Joods raadslid van Volt, bedankte Halsema voor „moreel leiderschap”. Daan Wijnants, fractievoorzitter van de lokale VVD, voegde toe dat hij namens de hele raad kon spreken als hij zei dat ze „van ons niet het land uit hoeft”. Halsema riposteerde dat als hij van gedachten zou veranderen, ze een voorkeur had voor Barcelona.

Later grapte ze dat ze de afgelopen dagen wel eens had verzucht dat dit land niet alleen achttien miljoen bondscoaches kent, maar ook achttien miljoen burgemeesters van Amsterdam. De voorbije dagen had ze al steun ontvangen van vele andere burgemeesters in het land, Tweede Kamerleden, premier Dick Schoof en tv-presentator Johan Derksen.


Lees ook

Burgemeesters zien ‘halfhartige’ reacties in kabinet en coalitie na uithaal Wilders richting Halsema

Geert Wilders (PVV) tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer.

Halsema kreeg het, kortom, niet echt moeilijk in de raad. Ze werd één keer boos, na vragen van JA21. Toen zei ze (in één adem): „Ik wil even opgemerkt hebben dat ik mij het verwijt van het faciliteren van antisemitisme niet meer laat aanleunen, zeker niet – en ik zeg het maar even in zijn algemeenheid – als dat van lieden komt die tegelijkertijd Marokkanen en moslims discrimineren en er daarmee blijk van geven niet te begrijpen wat de strijd tegen racisme betekent, waar antisemitisme onderdeel van uitmaakt.” Luid geroffel op de bankjes.

Halsema kon de paar kritische vragen ook eenvoudig pareren met een verwijzing naar het verloop van afgelopen 7 oktober. De pro-Israëlische demonstratie op de Dam, waaraan maandag zo’n duizend mensen hadden deelgenomen, was „zeer uitgebreid beschermd geweest” en „volledig goed verlopen”. De mensen hadden op de Dam geen overlast ervaren van pro-Palestijnse demonstranten, aldus Halsema.

Toen mensen daarna met een Israëlische vlag een pro-Palestijnse demonstratie in waren gelopen, had dat weliswaar tot een paar ongeregeldheden geleid, maar daar had de politie meteen tegen opgetreden. Meer dan driehonderd pro-Palestijnse demonstranten waren later die dag aangehouden, de meesten omdat zij geen gehoor gaven aan de oproep van Halsema om de demonstratie te ontbinden.

Law and order

Halsema mag volgens Wilders „geen knip voor de neus waard” zijn, maar in Amsterdam staat ze juist bekend om haar nadruk op law and order. Dit jaar kreeg ze vanuit de gemeenteraad bijvoorbeeld veel kritiek vanwege het stevige politieoptreden tijdens de pro-Palestijnse studentenprotesten aan de Universiteit van Amsterdam.

„Van het hele GroenLinks-idealisme merk ik bij Halsema weinig meer”, zegt iemand die veel met haar te maken heeft gehad binnen de driehoek van politie, Openbaar Ministerie en burgemeester. „Op het gebied van handhaving is ze rechtser dan menig VVD’er. Maar ze wordt wel extra op de persoon aangevallen omdat ze van GroenLinks is, én omdat ze vrouw is. Het is totale misogynie.”


Lees ook

Halsema verdedigt zich tegen kritiek, ‘kon niet ingrijpen bij protest bij Holocaustmuseum

Koning Willem-Alexander vertrekt na de opening van het Nationaal Holocaustmuseum, zondag. Op de achtergrond demonstranten.

De botsing tussen Wilders en Halsema speelt ook tegen de achtergrond van een actuele politieke discussie over het demonstratierecht. Zo zei justitieminister David van Weel (VVD) in augustus dat hij „grenzen wil stellen binnen het demonstratierecht”. De Tweede Kamer stemde onlangs voor een motie om geen gezichtsbedekking toe te staan bij demonstraties.

Halsema werpt zich in deze landelijke discussie niet alleen op als tegenstander van inperking van het demonstratierecht, maar ook als hoeder van de democratische rechtsstaat. Zo zei ze dinsdag in de talkshow van Eva Jinek: „Het begint er steeds meer de schijn van te krijgen dat de heer Wilders alleen demonstraties wil toestaan waar hij het mee eens is. De volgende stap is dat hij op Prinsjesdag geen demonstraties wil tegen het kabinet.” Halsema noemde dit „een autoritair sentiment”.


Lees ook

VVD-leider Yesilgöz noemt pro-Palestijnse protesten op maandag 7 oktober antisemitisch

Demonstranten tijdens een pro-Palestijns protest op de Dam in Amsterdam zaterdag.

Volgens Halsema moet de mogelijkheid blijven bestaan om tegen elkaar te protesteren. „Je kunt er bezwaren tegen hebben – en ik had daar op 7 oktober ook bezwaren tegen: die tegendemonstratie was onsmakelijk – maar het is vastgelegd in de Grondwet en het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens en je kunt mensen niet hun rechten ontnemen.”

Het lukte haar deze keer om geen denigrerende woorden te gebruiken in de richting van Wilders. Toen de PVV-leider naar aanleiding van het protest rond de opening van het Holocaustmuseum in maart naar haar had uitgehaald, zei ze tegen Het Parool: „Ik ben absoluut niet onder de indruk van zijn geblèr”.

Dinsdagavond zei de Amsterdamse burgemeester tegen Jinek: „Ik vind persoonlijke agressie in mijn richting soms wel ingewikkeld. Maar ik ben eigenlijk niet bereid naar dit niveau af te zakken.”