Eén camera stond bij Rutte, één bij Verdonk

Petra de Koning

Niemand kende Jelleke Veenendaal. In maart 2006, toen ze zich kandidaat stelde om lijsttrekker te worden van de VVD, was ze al ruim twee jaar Tweede Kamerlid. Maar zonder op te vallen. De andere twee lijsttrekkerskandidaten waren Mark Rutte en Rita Verdonk. In het restaurant van het Van der Valk Hotel in Volendam, woensdagmiddag, zegt ze dat ze in de campagne om het lijsttrekkerschap óók niet opviel. „De dag na ons eerste debat, in Heerhugowaard, was ik bij mijn moeder. Die zei: deed jij wel mee? Ik heb je niet gezien.”

Jelleke Veenendaal vertelde dat aan Rutte en die vond dat het zo niet kon. De campagneadviseur van Verdonk kwam met het idee dat Jelleke Veenendaal bij het volgende debat in het midden moest staan. „Toen zette de NOS één camera bij Rutte en één bij Verdonk.” Ze lacht. „Ik heb er zo van genoten, ik kon al die tijd zeggen wat ík vind. Als Kamerlid van de VVD kun je dat wel vergeten.”

Maar 3 procent van de VVD-leden stemde op haar. Rutte won met 51 procent.

De Tweede Kamerleden van nu zitten er ook bijna twee jaar en als het ze nog niet is gelukt om aandacht te trekken met een motie, een wetswijziging of wat dan ook, is het wel zo goed als zeker: dat lukt ook niet meer. En kun je dan iets leren van Jelleke Veenendaal?

Haar fractiemedewerker had gezegd: wat heb je te verliezen? Het enige wat ze kon bedenken was: een mooie plek op de lijst bij de volgende verkiezingen. „Maar zo leuk vond ik het niet in de Tweede Kamer.” In de Volkskrant zeiden andere Kamerleden van de VVD dat ze eerst goed hadden moeten kijken toen iemand bij Barend & Van Dorp zich kandidaat stelde: kenden ze die mevrouw? En dat ze daarna uit hun bed waren gerold van het lachen. Er waren ook VVD’ers boos: een tijdje was zij de enige tegenkandidaat van Rutte. Wie nam de lijsttrekkersverkiezing dan nog serieus?

Jelleke Veenendaal was anders dan de andere VVD’ers in Den Haag. „Ik was mijn tijd ver vooruit. Ik had al een warmtepomp, spoelde de wc door met regenwater en had een hybride auto, een Prius.” Van een kledingadviesbureau had ze gehoord dat je in de politiek, voor het beeld, felle kleuren moest dragen. Dat deed ze: oranje, rood, geel, lichtblauw.

Haar man was campagneleider, ze reden rond in een camper: met een foto van haar erop en de tekst ‘Veenendaal, een duidelijk verhaal’. De campagne kostte haar 20.000 euro, door de brief die ze naar alle leden stuurde.

Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2006 stond ze op een onverkiesbare plek. Ze is nu 69 en woont in Turkije, aan zee. Ze is alleen even terug om haar huis in Purmerend te verkopen. Van de VVD hoorde ze nooit meer iets. Ook niet van Mark Rutte. Ze is geen lid meer.