De Nobelprijs voor Scheikunde is toegekend aan onderzoek dat het mogelijk heeft gemaakt de structuur van eiwitten te voorspellen en om met behulp van de computer nieuwe eiwitten te kunnen ontwerpen met nieuwe vormen en functies. De prijs van 11 miljoen Zweedse kronen (966.600 euro) wordt gedeeld door drie wetenschappers.
Dennis Hassabis (1976) en John Jumper (1985) van Google Deepmind in Londen, Verenigd Koninkrijk, delen ieder een helft van de prijs voor hun ontdekking in 2020 waarmee het hun is gelukt om op basis van een gegeven aminozuurvolgorde van een eiwit precies de functie ervan te voorspellen. De andere helft van de prijs is voor David Baker (1962) van de University of Washington in Seattle, Verenigde Staten, voor het met behulp van kunstmatige intelligentie ontwerpen van eiwitten met een geheel nieuwe functie.
Driedimensionale structuur
Eiwitten zijn cruciaal voor levende organismen. Ze vervullen allerlei functies, bijvoorbeeld als enzymen die producten kunnen omzetten, als receptoren die nodig zijn voor de waarneming van stoffen in de omgeving, of als hormonen waarmee organen in het lichaam onderling boodschappen uitwisselen.
De precieze functie van eiwitten wordt hoofdzakelijk bepaald door hun driedimensionale structuur. Daarom is het cruciaal om die heel precies te kunnen voorspellen. Hassibis, Jumper en Baker leverden daar vrij recent een doorslaggevende bijdrage aan.
Opvallend is dat deze Nobelprijs voor Chemie opnieuw veel met kunstmatige intelligentie te maken heeft, een veld waarvoor dinsdag al de Nobelprijs voor Natuurkunde werd gegeven.
Het zijn meestal toch objecten waarvoor mensen een museum bezoeken. Of het nu gaat om schilderijen, orgels of treinen: het gaat om die dingen en hun verhalen. In de nieuwe vaste tentoonstelling in het Amsterdamse Verzetsmuseum zouden bezoekers geraakt kunnen worden door het ganzenbord dat gevangenen in een Japans vrouwenkamp op Java tijdens de Tweede Wereldoorlog maakten. Of door de koperen knopen en het embleem van de uniformjas van haar man die Annie Treffers kreeg van de Japanse kampcommandant nadat haar echtgenoot was geëxecuteerd.
Maar deze tentoonstelling, getiteld Nederlandse koloniën: van WOII naar onafhankelijkheid. Oorlog en uitbuiting – activisme en onafhankelijkheidsstrijd is eerder een presentatie van persoonlijke verhalen dan van dingen. En er is slechts een beperkt aantal objecten. Een luistertour voert de bezoeker langs de verhalenverzameling.
Dat is nu eenmaal het concept van dit museum, dat gaat over het dagelijks leven, collaboratie, Jodenvervolging en verzet tussen 1940 en 1945 in Nederland. Die geschiedenis wordt verteld in honderd verhalen.
In deze nieuwe tentoonstelling zijn het er dertig. Er is (nog) geen catalogus maar volgens de website van het museum gaat het om een „integrale behandeling” van Indonesië, Suriname en zes Nederlands-Caribische eilanden. Het Verzetsmuseum wil zo „een nieuwe, completere kijk op de koloniale geschiedenis” bieden.
Dat zou inderdaad geweldig zijn. Maar helaas passen die ruim bemeten ambities niet in het ene zaaltje dat het museum hiervoor heeft ingericht. En dat overigens gek genoeg een exotistisch karakter heeft doordat de wanden beschilderd zijn met tropische planten en een palmenstrand aan zee.
Natuurlijk is het een verademing dat hier een poging wordt gedaan tot integrale behandeling van de impact die de Tweede Wereldoorlog had in de voorheen ‘Overzeese Gebiedsdelen’. En in vogelvlucht wordt het grote verhaal van de oorlog aan weerszijden van de Indische en Atlantische oceanen ook wel verteld. Over hoe het die samenlevingen vergaat die terechtkomen in een oorlog. Hier geen grote namen die geschiedenis maken. Maar bijvoorbeeld wel Coosje Ayal, een jonge Molukse vrouw die verzetsstrijder wordt tegen de Japanners in de huidige Indonesische provincie West-Papoea. En die verhalen zijn meteen ook de waarde van deze tentoonstelling.
Maar na de vaststelling dat het hier gaat om Nederlandse kolonies, waar koloniale ongelijkheid heerste, houdt elke vergelijking op. Toenmalig Nederlands-Indië werd in 1942 bezet door Japan. Alle aanwezigen daar werden getroffen door dat wrede lot, of ze nu Europeaan, Indo-Europeaan, Chinees of inheems waren. Europeanen werden opgesloten in kampen, velen kwamen daarbij om. En veel meer Indonesiërs kwamen om door dwangarbeid en hongersnood. Daarna volgde de Bersiap, waarbij Indonesische vrijheidsstrijders naar schatting zesduizend mensen ombrachten. En daarna kwam de oorlog van Nederland tegen de Republiek Indonesië, waarbij zeker honderdduizend Indonesiërs werden gedood. Tegen ongeveer zesduizend Nederlandse militairen die omkwamen.
Wat zich in Suriname afspeelde was van geheel andere orde. De Amerikanen kwamen op de bauxietmijnen af, want zij hadden aluminium nodig voor hun oorlogsvliegtuigen. Op Aruba en Curaçao bevonden zich olieraffinaderijen die om voor de hand liggende redenen ook de aandacht van de VS trokken. Maar die Amerikaanse aanwezigheid leverde de lokale bevolking vooral welvaart op en kennismaking met de wereld buiten de kolonie. De repressie kwam daar van het Nederlandse koloniale apparaat.
Op zich is het lovenswaardig dat het Verzetsmuseum zich er rekenschap van heeft gegeven dat de Nederlandse landsgrenzen tijdens de Duitse bezetting wat ruimer getekend moeten worden dan tegenwoordig het geval is. Maar dat nieuwe perspectief zadelt de bezoeker meteen op met nieuwe vragen. In het door de Duitsers bezette Nederland zijn vragen omtrent verzet en collaboratie eenvoudig te beantwoorden. Onder leiding van de koningin in Londen strijdt het verzet tegen de nazi-Duitse vijand en Nederlandse verraders.
Maar voor vrijheidsstrijders in de koloniën is dit schema niet van toepassing: de vijand is niet Duitsland of Japan maar Nederland. Dat laatste toont het optreden aan van de latere Indonesische president Soekarno. Zijn doel was onafhankelijkheid en daarvoor werkte hij samen met Japan.
Ook de Surinaamse politicus Wim Bos Verschuur richtte zijn verzet tegen Nederland en werd dan ook in 1943 door de Nederlandse gouverneur opgesloten. Ja, de Surinaamse schrijver en verzetsheld Anton de Kom kwam om in een Duits kamp. Ook kozen Indonesische studenten die in Nederland waren tijdens de oorlog de kant van het verzet tegen Duitsland, maar dat maakte hen nog geen voorstanders van het koloniale bestuur in hun land. Bovendien zijn er voorbeelden van Nederlandse verzetsstrijders die in de Indonesiëoorlog oorlogsmisdaden begingen.
De tentoonstelling komt door de beperkte ruimte en de gekozen opzet niet toe aan dit soort vragen. Zo wordt bijvoorbeeld wel gemeld dat Duitsers bij het uitbreken van de oorlog in 1940 in de koloniën werden geïnterneerd. Maar daarbij waren ook Joodse Duitsers die voor de nazi’s waren gevlucht. En dat wordt niet gethematiseerd wat je misschien wel zou verwachten in een museum dat de Jodenvervolging centraal stelt.
Wie alle verhalen beluistert, bekruipt het gevoel dat het schaalverschil en bijgevolg het verschil in geopolitiek gewicht tussen de gebeurtenissen in Indonesië, in Suriname en Caribisch Nederland zo groot is dat een „integrale behandeling” eigenlijk alleen vanuit Amsterdams perspectief logisch is. Daar is nog ruimte voor verbetering.
Voor bezoekers is er een mogelijkheid om met briefjes aan de muur te reageren op de tentoonstelling. Veel bezoekers trekken de lijnen van de Nederlandse kolonies door naar de huidige strijd tussen Israël en Palestina. Maar een briefje toont dat de wonden die deze geschiedenis geslagen heeft ook op persoonlijk niveau nog steeds pijn doen. „Ik heb mijn oma nooit ontmoet. Zij werd vermoord door de Japanners in de kampen.”
Het Landelijk Team Interne Onderzoeken van de politie is de afgelopen weken gestuit op signalen van ernstige misstanden bij een eigen project dat erop is gericht politieagenten met PTSS (posttraumatische stressstoornis) en burn-outklachten via fysieke activiteiten te laten herstellen.
Tegen een voormalig politiemedewerker van het zogeheten project Blauwe Haven wordt een strafrechtelijk onderzoek geopend. Hij wordt verdacht van plichtsverzuim en ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag en is buiten functie gesteld. Ook het handelen van de agent die al vier jaar projectleider is, wordt door de politie nader onderzocht. Hij is met buitengewoon verlof.
De kwestie is voor de Nationale Politie bijzonder pijnlijk. De twee nu in opspraak geraakte, hooggeplaatste politiemedewerkers in Rotterdam moesten getraumatiseerde collega’s helpen herstellen en reïntegreren. Sommigen van hen zouden nu slachtoffer zijn geworden van ernstig grensoverschrijdend gedrag. De als verdachte aangemerkte politiemedewerker werkte inmiddels bij het politiedienstencentrum.
Lees ook
Burgemeester Aboutaleb antwoordt op kritiek: op naar diverser politiekorps en scherpere selectie van agenten
De andere collega die nader wordt onderzocht, een voormalige marinier die al 25 jaar in dienst is van de politie, is een van de bedenkers van de Blauwe Haven. Het project beoogt kwetsbare agenten „in een veilige en prikkelarme omgeving een luisterend oor en handvatten te bieden om weer te herstellen of te voorkomen dat een politieagent omvalt”. Een van de activiteiten die wordt georganiseerd is sloeproeien op de Maas. Op zijn LinkedIn-profiel wordt dit door de projectleider omschreven als „een teamsport waar techniek, samenwerken en kracht van belang is. De resultaten van de eerste roeiers waren verbluffend goed.”
Een veilige plek
Binnen de politie wordt geschokt gereageerd op het nu lopende onderzoek. „Impactvol”, noemt korpschef Janny Knol het. „Juist de Blauwe Haven had bij uitstek een veilige plek moeten zijn voor agenten met psychische problemen. Dat blijkt allesbehalve het geval te zijn”, aldus een betrokkene bij het onderzoek. Bij het onderzoeksteam van de politie hebben zich meerdere getuigen gemeld. Er zijn ook agenten die bang zijn om hun mond open te doen en te verklaren.
Het onderzoek tegen de twee politiemedewerkers begon in september nadat er bij de politie „signalen binnenkwamen over ongewenst gedrag”. Er wordt ook nog onderzoek verricht naar financiële onregelmatigheden. De twee politiemedewerkers reageren niet op verzoeken om een reactie. De mannen zijn ook de drijvende krachten achter het bedrijf Meet the Marines. Door fysieke trainingen willen zij deelnemers „wendbaar en weerbaar” maken.
Het nieuws over het onderzoek naar deze twee agenten komt in een periode waarin bij de politie Rotterdam verschillende affaires spelen. De twee basisteams die in het centrum van Rotterdam (bijna vijfhonderd agenten) opereren zijn de afgelopen maanden in opspraak gekomen na klachten van agenten over onder meer slecht leiderschap, discriminatie, pesten en buitensporig geweld van politiemensen. De twee teamchefs van basisteam-centrum hebben hun functie neergelegd. De teamchef in Delfshaven is op non-actief gesteld en wordt onderzocht wegens vermoedens van seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Het liep zoals verwacht: het optreden van de Hongaarse premier Viktor Orbán in het Europees Parlement in Straatsburg leidde woensdag tot felle botsingen. Tussen Orbán en Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, tussen Orbán en Europarlementariërs, en tussen Europarlementariërs onderling. Maros Sefcovic, vicevoorzitter van de Europese Commissie, sprak na drieëneenhalf uur debat van „een van de meest politiek geladen sessies die ik in dit huis heb meegemaakt”.
Op de agenda stond de presentatie van de prioriteiten van het Hongaarse voorzitterschap van de EU, een programma met de provocerende leus Make Europe Great Again. Waar Orbán zich in zijn toespraak inhield, koos Von der Leyen in haar reactie voor een andere aanpak. Aan het einde van haar eerste termijn als Commissievoorzitter maakte ze duidelijk wie haar grootste tegenstander is binnen de EU. Haar verwijten aan Orbán waren hard en persoonlijk.
Bijvoorbeeld wat betreft zijn contact met Poetin – Orbán begon het voorzitterschap met een omstreden bezoek aan Moskou – en zijn sabotage van Europese steun aan Oekraïne. Er zijn nog steeds mensen die de oorlog in Oekraïne wijten aan het binnengevallen land in plaats van aan de agressor, aldus Von der Leyen. „Zouden deze mensen de Sovjet-invasie van 1956 ooit wijten aan de Hongaren?” Ook andere sprekers plaatsten de Hongaarse vrijheidsstrijd van 1956 tegenover de pro-Russische houding van de huidige regering.
Bij het gevoelige thema migratie verweet Von der Leyen Orbán dat hij opgepakte mensensmokkelaars voortijdig vrijlaat en uitzet. „Dat is gewoon problemen over het hek van je buren gooien.” Von der Leyen verweet Orbán dat hij Russen toelaat zonder screening, en met Chinese politie in Hongarije de deur openzet voor buitenlandse beïnvloeding.
Overstromingen
Orbán had het graag over andere zaken willen hebben. Hij had zijn plannen ook eerder willen presenteren: het Hongaarse voorzitterschap is al over de helft van de zes maanden-termijn. Een toespraak op 18 september werd door Orbán geannuleerd omdat hij zijn aandacht wilde richten op de overstromingen in zijn land. Veel sprekers wezen op de EU-steun aan Hongarije na de overstromingen.
Orbán begon zijn presentatie met de ambitie om de economische concurrentiekracht van de EU ten opzichte van China en de VS te vergroten. Dat is een breed gedeelde ambitie, zeker na het recente rapport van Mario Draghi over de slechte staat van Europa’s concurrentiekracht en productiviteit.
Meer omstreden zijn Orbáns ambities op het gebied van Europese waarden ( „We moeten onze godsdienst beschermen”), uitbreiding van de Unie („De Westelijke Balkanlanden moeten snel toetreden, zonder toetreding van Servië wordt de Balkan niet stabiel”) en met name op het gebied van migratie. De enige juiste strategie om illegale migratie te bestrijden is volgens Orbán het opzetten van detentiecentra (‘hotspots’) langs de EU-buitengrenzen. Alleen migranten met hun vooraf geregelde vergunning mogen naar binnen. „Alle andere oplossingen zijn illusies.”
Wat betreft migratie staat Orbán minder alleen dan voorheen. Deze week vroeg de Hongaarse regering, met verwijzing naar het Nederlandse voorbeeld, om een opt-out voor het Europese asielbeleid. Orbán laat zich er graag op voorstaan dat zijn land niet één migrant toelaat.
Corruptie en zelfverrijking
Tot ongenoegen van parlementariërs van partijen die Orbán goedgezind zijn, verdwenen de Hongaarse ambities voor de EU al snel naar de achtergrond. Een lange reeks sprekers van liberale, christen-democratische, sociaal-democratische en groene partijen benadrukte wat er allemaal mis is in Hongarije: corruptie en zelfverrijking van de kliek rond Orbán, misbruik van Europese subsidies, afbraak van de rechtsstaat, inperking van rechten van minderheden.
Het ging er bij vlagen fel aan toe. Diverse parlementariërs vinden dat Hongarije vanwege de ondermijning van EU-waarden en EU-beleid geen tijdelijk voorzitter had mogen worden. Ze richtten zich direct tot Orbán. Terry Reintke van de Groenen: „U bent niet welkom hier”. Moritz Körner, ook Duits, van de liberale groep Renew: „U bent een ‘nuttige idioot’ voor Rusland en China.” CDA-politicus Jeroen Lenaers (Europese Volkspartij, EVP) signaleerde het contrast tussen de beloftes uit Orbáns toespraak en de realiteit in Hongarije.
Vooraf werd met spanning uitgekeken naar de bijdrage van Péter Magyar van de Hongaarse oppositiepartij Tisza, Orbáns enige serieuze politieke uitdager. Bij de Europese verkiezingen in juni haalde Tisza bijna 30 procent van de stemmen, goed voor zeven zetels in het Europees Parlement, onder de vlag van de EVP.
Lees ook
dit profiel van Péter Magyar
Magyar benadrukte de teloorgang van publieke voorzieningen in Hongarije: zorg, onderwijs en infrastructuur verkeren in slechte staat. „U heeft het platteland in de steek gelaten”, aldus Magyar. Jonge mensen verlaten volgens hem massaal Hongarije omdat ze er geen toekomst zien.
Patriotten voor Europa
Er was niet alleen kritiek op de Hongaarse leider in Straatsburg. Steun en applaus kreeg hij uit conservatieve hoek en vooral van de door Orbán opgerichte politieke familie Patriotten voor Europa, waartoe ook de PVV behoort. Met 86 leden zijn de ‘Patriots’ naar omvang de derde politieke groep in het parlement. Zij hekelden de ‘hypocrisie’ van hun collega’s. Orbán zelf sprak in zijn slotwoord over ‘linkse propaganda’ en betichtte individuele parlementariërs van misstappen. Magyar noemde hij niet – zoals Poetin Navalny nimmer bij naam noemde.
Tot toenadering of wederzijds begrip zal het optreden van Orbán niet leiden. Eerder was het een bevestiging dat zijn ideologie en beleid het Europees Parlement tot op het bot verdelen. Weinig onderwerpen maken de polarisatie tussen links-liberaal en rechts-conservatief zo helder.