Ursula von der Leyen heeft een missie. Haar nieuwe Europese Commissie is officieel nog niet aan het werk, maar alles wijst erop dat de voorzitter al druk bouwt aan een nieuwe rol voor de Commissie. De belangrijkste ingrediënten: meer macht voor de Commissie om landen tot economische hervormingen aan te zetten én een sterkere positie voor Von der Leyen zelf.
Het nieuwste bewijsstuk voor Von der Leyens dadendrang is een interne presentatie van de Europese Commissie die afgelopen dagen uitlekte, waarin de volgende begroting flink op de schop gaat. Als de voorstellen doorgaan, verdwijnen straks twee van de belangrijkste geldstromen uit Brussel: de aloude landbouwsubsidies en de cohesiefondsen, bedoeld om de economische kloof tussen verschillende regio’s te verkleinen. Samen zijn deze twee posten goed voor maar liefst twee derde van de Europese begroting.
Voortaan zou het meeste geld direct naar de hoofdsteden van de landen worden overgemaakt. Dat komt neer op een grote vereenvoudiging. Van de honderden verschillende potten geld die nu bestaan, zouden er in het nieuwe plan nog 27 overblijven, één voor iedere lidstaat. Dat geld krijgen de landen niet vanzelf, als het aan de Commissie ligt. Ze zullen in ruil daarvoor hervormingen moeten doorvoeren, bijvoorbeeld in hun pensioensysteem of in het arbeidsrecht. In de uitgelekte presentatie stelt de Commissie dat bijvoorbeeld geld voor sociale woningbouw gekoppeld kan worden aan het terugdringen van de verschillen tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt.
Grote pot geld
Het zal nog een tijd duren voordat de nieuwe begroting ingaat. De EU-begroting wordt steeds voor zeven jaar vastgesteld en de volgende periode loopt van 2028 tot 2034. Maar de trage raderen in de Brusselse machinerie komen nu al op gang. Het is immers aan de huidige Commissie om de begroting op te stellen. Voor de EU-landen is dit het moment om hun eisenlijst op te stellen voor de grote pot van 1.200 miljard euro, uitgesmeerd over zeven jaar, die straks klaarstaat.
Nu de Commissie zint op een grote ommezwaai loopt de spanning extra op. De bedachte nieuwe opzet is meer dan zomaar een versimpeling. Von der Leyen en de andere Eurocommissarissen zouden veel sterker staan tegenover de landen en meer hervormingen kunnen afdwingen als deze direct zijn gekoppeld aan de toekenning van geld uit de begroting.
In de ogen van voorstanders zou het Europese geld daardoor een stuk effectiever worden besteed. Bovendien kan de Commissie het geld makkelijker toekennen op basis van grote prioriteiten, zoals digitalisering, industriepolitiek of vergroening, zonder vast te zitten aan de landbouwsubsidies en de talloze potjes op regionaal niveau.
Het grote voorbeeld voor het team van Von der Leyen is het coronaherstelfonds. Dat fonds, in het leven geroepen om van de sociale en economische dreun van de coronapandemie te herstellen, stelde 750 miljard euro aan subsidies en leningen beschikbaar voor de Europese landen, maar wel tegen strikte voorwaarden. Nederland pleitte het luidst voor zulke voorwaarden – en kreeg zijn zin. Zo moest voorkomen worden dat andere Europese landen het geld zouden verbrassen.
Toen ook Nederland met strenge voorwaarden te maken kreeg, verdampte dat enthousiasme al snel. De Commissie drong onder meer aan op het afbouwen van de hypotheekrenteaftrek en het verbieden van contante betalingen boven 3.000 euro om witwassen tegen te gaan. Het eerste wilde het kabinet niet, het tweede stuitte op verzet, ook bij coalitiepartijen PVV, NSC en BBB, maar werd onlangs toch aangenomen door de Tweede Kamer.
Meer van dit soort confrontaties liggen voor de hand,als de koppeling van voorwaarden aan geld straks een vast element van de EU-begroting wordt. En dan is er ook nog de vrees dat de Commissie direct zal pleiten voor méér geld. Het Nederlandse kabinet wil de afdracht aan de EU-begroting juist verkleinen.
Von der Leyen vastbesloten
De discussie over de vorm en invulling van de EU-begroting ontbrandt iedere paar jaar weer, maar Von der Leyen lijkt vastbesloten om zich niet gewonnen te geven. In de race om haar herverkiezing kondigde ze deze zomer al aan dat ze van een nieuwe begroting een speerpunt wil maken.
De beoogde begrotingscommissaris, de Pool Piotr Serafin, kreeg in zijn opdrachtbrief van Von der Leyen de taak om te werken aan „een moderne en versterkte EU-begroting”, met een plan om „belangrijke hervormingen te koppelen aan investeringen” en met meer „nieuwe eigen middelen”. Te denken valt bij dat laatste bijvoorbeeld aan de inkomsten die verwacht worden door de recent opgelegde importtarieven voor Chinese elektrische auto’s.
Als dat Serafin en Von der Leyen lukt, zou de Commissie straks veel sterker staan. De afgelopen jaren ontbrak het de Commissie vaak aan doorzettingsmacht tegenover de hoofdsteden, die allemaal zo hun eigen nationale voorkeuren hebben. Met een eisenlijstje en eigen geld op zak verandert dat.
Als iemand het kan, zo wordt wel gezegd in Brussel, is het Von der Leyen. In 2019 werd ze als totale verrassing naar Brussel geparachuteerd, nadat namen als Manfred Weber en Frans Timmermans sneuvelden omdat ze te weinig steun bij regeringsleiders genoten. Inmiddels is ze door de pandemie en de oorlog in Oekraïne gepokt en gemazeld als een Europese leider die het machtsspel beheerst.
Dat blijkt ook uit de samenstelling van de nieuwe Europese Commissie. Grote tegenwichten als Timmermans of de Franse Thierry Breton hoeft Von der Leyen niet meer naast zich te dulden in de vergaderingen van de Eurocommissarissen. Een echt machtige vicepresident is er niet meer, ook doordat Von der Leyen de titels en functies heeft herschikt.
Even leek dat een weeffout. Wat als de leden van de nieuwe Europese Commissie, met al hun overlappende beleidsterreinen, het straks in een discussie oneens zijn? Von der Leyen – die dinsdag haar 66ste verjaardag vierde – weet: dan is er maar één iemand over die impasses kan doorbreken en het laatste woord kan hebben.
Lees ook
Vier vrouwen in kernteam Von der Leyen, zware posten voor Frankrijk en Italië