Meerdere grote Europese landen steunen Nederlands plan voor een strenger terugkeerbeleid voor afgewezen asielzoekers

Nederland en Oostenrijk hebben de steun van dertien Europese landen voor een strenger terugkeerbeleid voor afgewezen asielzoekers. De landen willen dat het huidige Europese terugkeerbeleid wordt aangescherpt en dat bijvoorbeeld asielzoekers worden bestraft als ze niet meewerken aan hun terugkeer. Ook moeten de landen van herkomst meer onder druk worden gezet om mee te werken.

Het Nederlands-Oostenrijkse voorstel wordt donderdag besproken in Luxemburg op een bijeenkomst van ministers van justitie en van asiel. Minister Marjolein Faber (Asiel, PVV) zal namens Nederland voor het strengere terugkeerbeleid pleiten. Het voorstel komt vervolgens volgende week op een Europese top in Brussel aan de orde. Omdat nu al zo veel landen steun uitspreken, wordt het voorstel gezien als belangrijk politiek signaal aan de Europese Commissie om dit plan nader uit te werken.

Verdwijnen in illegaliteit

Het terugsturen van mensen die niet in Nederland mogen blijven, is lastig. Volgens cijfers van de Dienst Terugkeer & Vertrek blijkt dat in de eerste helft van dit jaar 2.530 personen vrijwillig vertrokken en 2.150 gedwongen. Algerije, Syrië en Marokko staan bovenaan de lijst van terugkeerlanden. Maar een grote groep vertrok met onbekende bestemming en verdween zeer waarschijnlijk in de illegaliteit. Volgens de dienst ging het in de eerste helft van dit jaar om 4.270 personen.

Nederland en Oostenrijk kregen de afgelopen week de steun van onder meer Denemarken, Duitsland, Frankrijk en Italië voor strenger beleid. Ook de niet-EU-landen Zwitserland en Noorwegen, die wel deel uitmaken van het Schengengebied, steunen het voorstel. Het discussiestuk dat als inbreng dient voor de bijeenkomst van ministers, spreekt van „een paradigmaverschuiving in het terugkeerproces’’. Personen zonder verblijfsrecht moeten ter verantwoording worden geroepen, aldus het document. Dit zou kunnen betekenen dat afgewezen asielzoekers makkelijker kunnen worden opgesloten.

Ook wordt gedacht om de landen van herkomst onder druk te zetten met visa- en handelsmaatregelen. Zo zou worden overwogen het visumvrij reizen van diplomaten uit deze landen aan banden te leggen.


Lees ook

Uitgeprocedeerd? Je krijgt alleen een bed als je zegt dat je terug wil

Faycal Kada uit Algerije.

Deals sluiten

In 2018 heeft de Europese Commissie al voorstellen gedaan om dit beleid aan te scherpen, onder meer met ruimere regels om detentie op te leggen, maar dit kwam niet door het Europees Parlement. Daarom is dit onderdeel uit het Asiel- en Migratiepact gehaald dat de komende twee jaar worden ingevoerd. Volgens dit pact moet de beveiliging van de buitengrenzen worden opgevoerd. Ook wil de EU asielzoekers beter verdelen over de lidstaten en meer deals sluiten met landen die de zogenoemde irreguliere migranten tegenhouden, zoals onder meer als met Tunesië en Turkije is gebeurd.

Nederland sloot in 2022 zelf een verdrag met Marokko om Marokkaanse onderdanen die in Nederland voor asiel zijn afgewezen, te kunnen terugsturen. Sindsdien werkt Marokko weer mee, al liep dat in het begin nog moeizaam. Er is kritiek op deze overeenkomst omdat Nederland zich niet mag bemoeien met „Marokkaanse binnenlandse aangelegenheden”, bijvoorbeeld over hoe de oppositiebeweging in het Rifgebergte wordt behandeld. De vorige staatssecretaris van Asiel, VVD’er Eric van den Burg, zei begin dit jaar dat de Marokkodeal goed begint te werken.


Lees ook

Nederland kan weer migranten uitzetten naar Marokko — maar mag geen kritiek meer geven op het land

Koning Mohammed VI van Marokko verlaat tijdens zijn meerdaagse bezoek aan Nederland in 2016  zijn Amsterdamse hotel.