50 jaar Golf: hoe kon zo’n brave auto toch de lieveling van bijna iedereen worden?

Op een grasveld in Beesd staat student Daan van Heumen (22) een gele Golf te bewonderen. Hij heeft nog geen auto, maar deze zou zijn bucketlist kunnen halen. „Een icoon in de autowereld”, vindt hij.

De Golf. Vijftig jaar in productie, nog steeds begeerd door jonge automobilisten. Dan ben je cultuurgeschiedenis. En daar hoort een feestje bij. Ter gelegenheid van zijn gouden jubileum heeft Volkswagen-importeur Pon een vloot Golfjes van oud tot nieuw afgevaardigd naar het auto-evenement Wheels Mariënwaerdt op het gelijknamige landgoed nabij Beesd.

Het spectrum is zo divers als het Golfpubliek. Er staan simpele, spartaans ingerichte Golfjes voor gewone burgers. Maar ook een nieuwe plug-inhybride Golf en de 270 kilometer per uur snelle 333 Limited Edition met vier uitlaatpijpen, een ruig cadeau voor de sportieve automobilist die VW sinds de eerste Golf GTI van 1976 aan zich wist te binden.

De Golf is nu eenmaal veel tegelijk. Hij was de opvolger van de Kever. Hij legde de grondslag voor een genre. Het C-segment, het officiële label voor de hatchbacks in de kleine middenklasse, wordt in de autowereld meestal aangeduid als Golf-klasse. Alle soortgenoten van Opel Kadett tot Ford Focus traden in zijn voetsporen. De Golf zou vaker geschiedenis schrijven, hoewel hij nooit baanbrekend was. Veel innovaties die VW zijn toegeschreven, waren door anderen bedacht, maar door de populariteit van de Golf kregen ze momentum. Zijn biografie is voor altijd verbonden met twee mijlpalen; de snelle hatchback en de snelle diesel.

Luidruchtig maar bliksemsnel

Met de GTI populariseerde Volkswagen de hot hatch, de betaalbare hatchback met de prestaties van een sportwagen, al bouwden Alfa Romeo, Ford en Simca eerder snelle auto’s voor bescheiden prijzen. De eerste GTI had met 110 pk het vermogen van de huidige instap-Golf, maar door zijn lage gewicht van iets meer dan 800 kilo haalde je er een voor de tijd spectaculaire topsnelheid van 180 mee. De GTI is er nog steeds. Prestaties en prijzen demonstreren de evolutie van zijn genre. De duurste, met inmiddels 333 pk, kost nu 82.000 euro.

Verhuizen met de Golf: een vrouw vervoert haar kast in haar Volkswagen, 2001.
Martin Roemers/HH
Een bank wordt met een Golf verhuisd, in 2004.
Martin Roemers/ANP

Dan de diesels. De Golf was in 1976 niet de eerste kleine auto met een dieselmotor – Peugeot was eerder. Maar de eerste Golf-diesel werd voor de spaarder wat de GTI voor sportieve automobilisten was, een voor die tijd aantrekkelijke combinatie van betaalbaar en vlot met een nu aandoenlijke 50 pk. Later kwam er een turbodiesel met meer vermogen, maar echt opwindend werd dieselrijden voor de Golf-gemeente pas in 1991 met de direct ingespoten turbodiesel, de TDI. De wederom niet door VW maar door Fiat uitgevonden techniek liet diesels extreem zuinig rijden maar presteren als een benzinemotor. De TDI debuteerde met 90 en 110 pk in de Golf III, die ook de eerste Golf met zescilinder werd. De rij-ervaring was verbluffend, luidruchtig maar bliksemsnel bij een verbruik van 1 op 20, een GTI met veel meer trekkracht. De brave, volkse Golf werd steeds meer een hebbeding, waardoor ook kopers met hogere budgetten in zijn ban werden geslagen. Hij verbreedde zijn bereik zonder zijn bescheiden inborst te verloochenen. Je kon hem krijgen zoals je hem hebben wilde.

Angela Merkel

De belangstelling voor de Golf-expo op Mariënwaerdt is zo levendig als de verhalen van bezoekers. De motivatie van hun Golf-liefde is verregaand eensluidend. De eenvoud. De vertrouwdheid. Het design, hoekig en simpel. De omgangsvriendelijkheid. Als ex-Golfrijder en kleinzoon van een Golf rijdende grootvader herken ik het Golf-gevoel op meerdere fronten. Ik herken, ten eerste, wat Golf-rijders zeggen over de omgangsvormen van de auto. Een Golf rijdt altijd makkelijk. Simpele bediening, soepele versnellingsbak, voorspelbaar rijgedrag, saai maar degelijk. Het clubgevoel herken ik ook. Het bindt de Golf-rijder, ook als hij Golf-meetings mijdt, op een hoger niveau van saamhorigheid tot tijdloze gemeenschap van gelijkgestemden. De brede aantrekkingskracht van de Golf op mensen uit alle geledingen van de samenleving heeft iets geheimzinnigs. Waar een concurrent als de Opel Kadett toch altijd meer voor de gewone man was, kwam je in de Golf van laag tot hoog en jong tot oud alle rangen en standen tegen. De beroemdste Golf-rijdster? Angela Merkel. Wereldberoemd maar doodgewoon gebleven, krek haar auto.

De Golf is de partij van de zelfbeheersing, en misschien is dat wat hem al 50 jaar uniek maakt

Zo werd de Golf het universeel representatieve, klasseloze vervoermiddel voor mensen die hun levensstijl welvaartspeil niet van de daken schreeuwen. Je kocht de zekerheid waarvoor een beroemde reclameslogan van Volkswagen exact de juiste woorden had: ‘Da weiss man, was man hat’. De Golf is de partij van de zelfbeheersing, en misschien is dat het wat hem al vijftig jaar uniek maakt. Je kon hem kopen met een simpele viercilinder met 60 of als V6 met 204 of 250 pk en vierwielaandrijving, als vertegenwoordigersdiesel of discrete yuppenbak, in een spartaanse basisversie of als GTi met sportstoelen en een golfbal als pookknop. Ook daar stapten de meest uiteenlopende types in, van young executives tot petjes die hun spaarpot leegden voor hun jongensdroom. En ze zagen er vanbuiten bijna net zo keurig uit als minder vurige Golfs voor kleinere beurzen. In een Golf leek iedereen gelijk.

De Immobilienmesse MIPIM, een grote onroerendgoedbeurs in Cannes, in 2000.
Foto Erik-Jan Ouwerkerk

Reddende engel

Daaraan dankt hij het positieve aura dat hem wellicht nog populairder maakte. Behalve voor de concurrentie is de Golf altijd voor iedereen goed nieuws geweest. In 1974 was hij de reddende engel van VW, dat net als nu toen in zwaar weer verkeerde. Het had te lang geteerd op het succes van de Kever, die decennia na zijn komst in 1948 uitstekend bleef verkopen, waardoor de in 1968 overleden VW-baas Heinrich Nordhoff dacht dat hij niks nieuws hoefde te verzinnen. Alle nieuwe VW’s na de Kever, van de VW-bus tot de 1500, volgden tot diep in de jaren zestig het snel verouderende Kever-recept van een simpel platform met achterwielaandrijving en de luchtgekoelde boxermotor achterin, terwijl de autowereld innoveerde. De Italianen stelden rond 1970 nieuwe normen met moderne voorwielaangedreven auto’s als de Fiat 128 en 127. Dus ging het roer om. Radicaal.

Koeien eten hooi uit een geparkeerde Golf, daar neergezet als ruif.
Foto Reyer Boxem/HH

De Golf was een nieuwe wereld voor VW en het VW-publiek. Een voorwielaangedreven hatchback met een watergekoelde, dwarsgeplaatste motor en een zeker voor die tijd hypermodern, strak ontwerp van de Italiaan Giorgetto Giugiaro. Het succes was onmiddellijk en spectaculair. Het miljoenste exemplaar rolde binnen drie jaar van de band. Zoals zijn bolronde voorganger werd hij zijn eigen genre. Net als van een Kever hoef je er van een Golf niet bij te zeggen dat het een VW is. Hij was zichzelf en bleef dat, hoewel het huidige model, de achtste generatie, een compleet andere diersoort is. De Golf van 2024 is 58 centimeter langer, 18 centimeter breder, 8 centimeter hoger en afhankelijk van de uitvoering 500 tot 900 kilo zwaarder dan de nietige Golf I met zijn parkeervriendelijke lengte van drie meter zeventig. Zo populair als vroeger is hij ook niet meer, hoewel er inmiddels ruim 35 miljoen zijn gebouwd. De consument heeft veel meer keus dan vijftig jaar geleden. Voor de stevige prijs van een beetje opgetuigde Golf heb je ook een Tesla Model of een elektrische Kia Niro. Verder wonnen suv’s en crossover-modellen terrein, ook bij Volkswagen. Toch was de Golf over heel 2023 weer de bestverkochte auto van Duitsland. Nog altijd vertegenwoordigt hij taai dat burgerlijke ideaal van publieke discretie.

Degelijkheid mocht wat kosten en hedonisme moest in de seventies nog worden uitgevonden

Wel een vrij duur ideaal. De goedkoopste Golf kost nu 35.000 euro. Anderzijds; een koopje was hij nooit. In 1980 kostte het goedkoopste Golfje omgerekend 7.500 euro. Bij Fiat of Toyota kreeg je meer voor minder. Dat hield de doelgroepen van Volkswagens niet tegen. Degelijkheid mocht wat kosten en hedonisme moest in de seventies nog worden uitgevonden. Je betaalde voor het gemeenschapsgevoel. Wij, de weldenkenden.

Ik spreek uit ervaring. Ik heb twee Golfs gehad. Daarna hoorde ik erbij. Niet érgens bij. Overál bij. Een BMW kon argwaan oproepen, een Kadett medelijden. Met een Golf, ook een dure, kon je je overal vertonen. Je ging weldadig anoniem door het leven. Je reed wat iedereen reed. Je kocht altijd het perfecte gemiddelde van zin- en waardevolle eigenschappen. Je Golfje lokte geen sociale rancune uit. Het was betrekkelijk betrouwbaar. Je voelde je geen patser. Je was een degelijk mens. Je speelde niet met vuur. De Golfrijder past op zijn tellen, altijd en overal. In een Amerikaanse Golf-commercial – de auto heette daar Rabbit trouwens – laadt een jonge ondernemer zijn oude Rabbit in, of uit. Twee oude mannen kijken toe vanuit het koffiehuis. Die gaat het ver schoppen, zegt de een. Nee, zegt de ander met een blik op de auto; hij neemt geen risico.

Het is waar. Al schuurt die boodschap komisch met de zegetocht van de auto. Want de ironie is dat de Golf zo ver kwam door nooit risico’s te nemen. Hij is net als die ruim 35 miljoen kopers. Hij past zich aan, maar doet geen gekke dingen, en in de kern verandert hij nooit. Wat een geruststelling. Da weiss man, was man hat.

Foto EPA/Volkswagen/Handout