‘De bevrijding is begonnen!’ Dat noteerde de Duitse advocaat Manfred Roeder op 22 augustus 1980 juichend in zijn dagboek. Het was een dodelijk begin, want op deze dag hadden twee leden van de door hem opgerichte Deutsche Aktionsgruppen een asielzoekerscentrum in Hamburg met brandbommen bekogeld. Bij die aanslag kwamen twee Vietnamezen om het leven.
De acties van Roeder – hij noemde zichzelf Reichsverweser (Rijksregent) omdat hij meende dat het Duitse Rijk nooit opgehouden had te bestaan – waren de culminatie van een twee decennia durend radicaliseringsproces binnen de Duitse extreemrechtse gemeenschap. Opvallend genoeg kwam de inspiratie hiervoor deels uit een land dat in 1945 de nazi’s had verslagen: de Verenigde Staten.
Over deze interactie tussen Amerikaanse en Duitse neo-nazi’s schreef Annelotte Janse het proefschrift The Pursuit of ‘White Security’. Transnational entanglements between West German and American right-wing extremists, 1961-1980, waarop ze onlangs aan de Universiteit Utrecht promoveerde. „Veel mensen zijn wel bekend met het geweld in deze periode van linkse Duitse terreurgroepen, maar bijna niemand weet dat neo-nazi’s alleen al in 1980 meer mensen hebben omgebracht dan de Rote Armee Faktion in haar hele bestaan. De politiek en de rechtspraak zijn daar indertijd eigenlijk blind voor geweest: extreemrechtse aanslagen werden gezien als losse incidenten, geen onderdeel van een patroon. Daarom vond ik het belangrijk om onderzoek te doen naar dit fenomeen.”
Waar komt de afbakening van de tijdsperiode 1961-1980 vandaan?
„Het stond voor mij vast dat ik de jaren zeventig wilde behandelen. Daar zag je de opkomst van een vorm van rechts-extremisme zoals dat er sinds 1945 in West-Duitsland niet meer was geweest. Het jaar 1980 was een logische afsluiter omdat toen een aantal grote rechts-extremistische terreurdaden plaatsvonden. Bij een bomaanslag op het Oktoberfest in München kwamen bijvoorbeeld dertien mensen om het leven.
„Ik ben teruggegaan in de tijd op zoek naar een beginpunt van deze ontwikkeling en kwam toen uit bij George Lincoln Rockwell, de Amerikaanse oprichter van de World Union of National Socialists (WUNS) en uitvinder van de kreet White Power. Hij zette begin jaren zestig drie cellen op met West-Duitse neo-nazi’s.
„Die Duitse rechts-extremisten zagen Amerika echt als een baken van hoop. Daar had je freedom of speech, daar mocht je hakenkruizen afdrukken, daar mocht je wapens dragen. Ze zeiden dat ook expliciet in hun geschriften: de sleutel voor wereldwijde verandering ligt in Amerika. De komst van Rockwells WUNS naar Duitsland beschouwden ze als een eerste reddingsboei die werd uitgeworpen. Zijn netwerk verkruimelde echter snel toen hij vermoord werd in 1967.”
Was het rechts-extremisme in Duitsland in deze eerste periode nog vooral op het verleden gericht?
„Ja, ik denk het wel. Het ging om een soort wens om terug te keren naar hoe het was in nazi-Duitsland. Dat veranderde toen in de VS en West-Europa in 1968 een nieuw soort links en extreemlinks activisme ontstond, veelal onder studenten en intellectuelen. Deze mensen werden door extreemrechts gezien als een vijfde colonne van het communisme waartegen verzet moest komen.”
In deze fase spiegelde extreemrechts zich aan extreemlinks, schrijft u.
„Dat klopt. Ze zagen dat links zich intellectueel ontwikkelde en massaal demonstreerde – en dat dit veel mensen aansprak. Met Hitler konden ze natuurlijk niet aankomen, dus er ontstond een soort nieuw-rechts discours dat probeerde een ander verhaal te vertellen, meer op het heden en de toekomst gericht.
„Daarnaast had je de neo-nazi’s die zeiden: wij moeten net als links de straat op om ons te laten zien en om op die manier meer mensen van onze ideeën te overtuigen. Na een paar jaar werd echter duidelijk dat deze route voor extreemrechts in Duitsland nooit succes zou gaan opleveren.”
Toen kwam er een Amerikaan in beeld die al decennialang van grote invloed is op de Duitse gemeenschap van neo-nazi’s, Gary Lauck.
„Inderdaad. Lauck was in 1972 de oprichter van de NSDAP Aufbau- und Auslandsorganisation, een Amerikaanse organisatie die neo-nazi’s in het buitenland – en dan met name Duitsland – te hulp kwam. Hij concludeerde dat de gewapende ondergrondse oorlog zoals links die voerde voor rechts niet ging werken. Lauck drukte daarom eindeloos veel propaganda-kranten en -stickers en smokkelde die via het Verenigd Koninkrijk, België en Denemarken West-Duitsland binnen.
„Deze krant, de NS Kampfruf, werd echt het huisorgaan van de beweging en Laucks aanhangers plakten zijn stickers op gebouwen die iets met Joden te maken hadden: Joodse winkels, Joodse musea en objecten die gerelateerd waren aan de Tweede Wereldoorlog. Dat was allemaal om te laten zien: het nationaal-socialisme is niet dood, wij leven nog en komen terug. Lauck zag dit als een papieren oorlog en noemde zijn drukwerk ‘papieren kogels’.
Was er in deze tijd ook sprake van invloed de andere kant op, van West-Duitsland naar de Verenigde Staten?
„Zeker. In de jaren zestig werd bij George Lincoln Rockwell bijvoorbeeld holocaustontkenning onderdeel van zijn repertoire. Invloed was er ook van Manfred Roeder, de advocaat die de Deutsche Aktionsgruppen opzette. Hij ging op bezoek bij David Duke, de leider van de Ku Klux Klan, en vertelde hem dat juridisch gezien het Derde Rijk van Adolf Hitler nog bestond – het idee dat ook de zogenoemde Reichsbürger hebben die in 2022 in Duitsland werden gearresteerd omdat ze een staatsgreep wilden plegen.
„Diverse Amerikaanse neo-nazi’s namen dat verhaal in de jaren tachtig over en zeiden: Roeder is de waarnemer van admiraal Dönitz, de man die in 1945 voor korte tijd Hitler was opgevolgd als staatshoofd. Roeder schreef ook brieven aan Dönitz om zijn lezing van de geschiedenis bevestigd te krijgen, maar hij ving bot.”
Met het optreden van Roeder en de zijnen brak er een nieuwe, gewelddadige fase aan voor extreemrechts in Duitsland. Waardoor kwam dat?
„Dat ging geleidelijk. Het gebeurde in een context waarbinnen asiel steeds hoger op de binnenlandse politieke agenda kwam te staan. De vermeende dreiging van Überfremdung – het overspoeld worden door buitenlanders – kwam ook steeds terug in de media. Roeder haakte daar slim op in. Hij kwam net terug van twee jaar in de VS en zei: wat je daar hebt, die rassenvermenging, dat gaan we hier ook krijgen.
„Omdat hij een tijdje weg was geweest uit Duitsland moest hij opnieuw zijn naam vestigen binnen de scene van de neo-nazi’s. Dat deed hij door te overtoepen, door de meest extreme taal van allemaal uit te slaan. In 1977 concludeerde hij: terrorisme is onze enige hoop.
„Door de maatschappelijke context van die tijd lukte het hem de leden van de DA steeds verder te radicaliseren: wat begon met kleine aanslagen eindigde in 1980 dus met de moordaanslag op een asielzoekerscentrum in Hamburg. Voor zijn betrokkenheid hierbij word Roeder veroordeeld tot dertien jaar cel.”
Het is altijd oppassen met het aanwijzen van parallellen tussen verleden en heden, maar anno 2024 is er ook sprake van een hoog oplopende discussie over asielzoekers en een opmars van radicaal- en extreemrechts, net zoals in de jaren 70 en 80. Daar heeft u vast over nagedacht tijdens uw onderzoek.
„Zeker, continu. Duitsland is de afgelopen jaren herhaaldelijk getuige geweest van antisemitisch en racistisch geweld. Het is veel normaler geworden om over het voortbestaan van de witte beschaving, de witte cultuur, de westerse cultuur te spreken. Dat idee dat de ‘witte veiligheid’ in het geding is, ligt inmiddels veel ondieper onder het oppervlak dan in de periode die ik heb onderzocht.”
Wat extreemrechts dus niet lukte met stickers en brandbommen, lukt nu wel. Hoe komt dat?
„Daar zijn meerdere verklaringen voor. Ten eerste is het taboe verdwenen om Duitse daden in de Tweede Wereldoorlog te relativeren. Daarnaast heb je de meer traditionele rechtse, liberale partijen die misschien niet meegaan in het schema van wit versus niet-wit, maar die wel vinden dat migratie een probleem is.
„Als ik ergens van geschrokken ben tijdens mijn onderzoek, dan is het wel dat de Duitse overheid in al die decennia nooit echt zijn best heeft gedaan om de rabiate, racistische taal en daden van extreemrechts écht systematisch aan te pakken. Van die laksheid plukken ze nu de wrange vruchten.”