Nelson Mandela’s villa is nu een hotel, en in het restaurant kookt zijn kok

Xoliswa Ndoyiya was in 1992 kok in een bejaardenhuis toen een jeugdvriend uit de Oost-Kaap haar vroeg om mee te gaan naar een afspraak die later een sollicitatiegesprek bleek te zijn. Ze werd naar het centrum van Johannesburg gebracht, naar het hoofdkantoor van het ANC. De Zuid-Afrikaanse bevrijdingsbeweging was pas twee jaar eerder, tegelijk met de vrijlating van voorman Nelson Mandela, door het witte minderheidsregime weer toegestaan. De partijfunctionarissen vroegen Ndoyiya, toen halverwege de twintig, de hemd van het lijf.

„Ik had me voorbereid op vragen over hoe ik eten bereid, maar daar bleken ze helemaal niets over te willen weten”, vertelt ze lachend. „Het ging ze alleen maar om veiligheid.”

Ze reden haar naar een villa in Houghton, een van de lommerrijke noordelijke buitenwijken van Johannesburg, Zuid-Afrika’s economische centrum. Zo kort na het einde van de apartheid woonden hier eigenlijk alleen nog witte Zuid-Afrikanen. De sfeer in het land was twee jaar voor de eerste democratische verkiezingen gespannen. „Toen ik werd voorgesteld aan de man voor wie ik zou gaan werken, kon ik mijn ogen niet geloven”, zegt Nodyiya nu. „Hij was het echt.”

Xoliswa Ndoyiya in de keuken van het hotel in Johannesburg
Foto Guillem Sartorio / AFP

Mandela vroeg haar naam en de naam van haar clan. Ook Mandela komt uit de Oost-Kaap, een ruraal gebied waar de moderniteit zeker toen nog nauwelijks vat op had. ‘Madiba’, de bijnaam die de hele wereld kent, is zíjn clan-naam. Maar de belangrijkste vraag moest nog komen. „Hij zei: ‘Ik geloof direct dat je een goede kok bent. Maar kook je ook ons home food?’”

Ze zei ja; de specialiteiten van het Zuid-Afrikaanse platteland, van het Xhosa-volk van Mandela, kenden voor haar geen geheimen. Tweeëntwintig jaar lang, tot aan Mandela’s overlijden in 2013, bleef Xoliswa Ndoyiya zijn privékok.

Werelderfgoed

Wie op reis in Zuid-Afrika het pad van Mandela wil volgen, heeft vele mogelijkheden. Er is het plattelandshuisje in Mqhekezweni, nabij Qunu, waar hij opgroeide. Je kunt even verderop een museum bezoeken in de provinciestad Mthatha. Of de universiteit, Fort Hare, waar hij rechten studeerde. Dan is er het huisje in Soweto waar hij woonde voordat het apartheidsregime hem opsloot. De beroemde gevangenis zelf, op Robbeneiland bij Kaapstad, is ook te bezoeken. En dan zijn er nog de vele plekken die hij vanaf 1994 als president aandeed. VN-organisatie Unesco heeft een groot aantal met Mandela verbonden plaatsen begin dit jaar op verzoek van Zuid-Afrika bijgeschreven als werelderfgoed. Deze ‘Nelson Mandela Legacy Sites’ moeten toeristen trekken die niet alleen voor wilde dieren, natuur of wijn naar Zuid-Afrika afreizen.

Maar op weinig plekken kom je zó dichtbij de icoon van de Zuid-Afrikaanse bevrijdingsstrijd als in deze villa, in Mandela’s oude woonhuis, in Houghton. Mandela woonde hier van 1992 tot 1998, dus ook tijdens de jaren dat hij president was. Graça Machel (of ‘Mam’Graça’), zijn nieuwe liefde, vond het huis te donker, waarna ze naar een woning een paar straten verderop verkasten. Het oude huis werd aanvankelijk het kantoor van de Nelson Mandela Foundation, opgericht om Mandela’s boodschap van verzoening te verbreiden. Onlangs is het grondig verbouwd tot luxueus boutiquehotel. „Toen Mam’Graça hier voor het eerst binnenkwam, zei ze: ‘Als ik had geweten dat het huis er zo uit had kunnen zien, dan was ik gebleven’”, vertelt hotelmanager Sally-Anne Grinter trots. Het gebouw is nog altijd van de stichting, maar een commercieel bedrijf exploiteert het hotel.

Afbeeldingen van Mandela in de ontvangstruimte van het hotel Sanctuary Mandela in Johannesburg.
Foto Kim Ludbrook

Aan de muren hangen kunstwerken die Mandela heeft gekregen, waaronder de oorspronkelijke bladmuziek van een nummer dat Quincy Jones ter ere van Mandela schreef. Er zijn replica’s van handgeschreven brieven en ingelijste beroemde citaten van Mandela. De negen hotelkamers dragen allemaal een naam waaronder Mandela bekendstond. De een heet ‘Madiba’, de ander ‘Nelson’ of ‘Nel’, zoals Thabo Mbeki, Mandela’s opvolger als president, hem kennelijk noemde. Er is ook een kamer die ‘466/64’ genoemd is, naar zijn gevangenisnummer. En ‘Tata’ (vader), zijn koosnaam in Xhosa.

Push-ups

Maar hoofdattractie is Xoliswa Ndoyiya. De vrouw die al die jaren voor Mandela kookte, doet dat nu voor de hotelgasten. En wie haar in haar koksbuis met Zuid-Afrikaanse vlag ontmoet, krijgt gevraagd en ongevraagd anekdotes over de tijd waarin ze met Mandela samenwerkte.

Bijvoorbeeld over hoe matineus en strikt de president was. „Om half vijf ’s ochtends was hij al in de tuin. Dan had hij zijn push-ups al gedaan en wilde hij zijn eerste kopje koffie”, vertelt Ndoyiya. „Het was niet de bedoeling dat die koffie ook maar een minuut te laat kwam. Als ik wél te laat was, dan liet hij dat op zijn eigen manier merken: hij bleef vriendelijk maar dronk zijn koffie niet op, om te laten zien dat nu zijn hele drukke schema in de war liep. Dat was om mij een lesje te leren”, lacht ze. Wat niet wil zeggen dat hij een strenge baas was . „Hij zei altijd dat ik zíjn baas was, en niet andersom. ‘Want deze vrouw dwingt mij te eten’, zei hij dan.”

„Hij zei altijd dat ik zíjn baas was, en niet andersom”

Op het menu van het restaurant, dat geïnspireerd is op de twee kookboeken die ze inmiddels publiceerde, staan moderne versies van het traditionele plattelandseten waar Mandela én Ndoyiya mee opgroeiden. Zo at Mandela graag een plakkerig gerecht op basis van gedroogde maïskorrels dat in Zuid-Afrika ‘samp’ genoemd wordt. Voor het restaurant is een samp-risotto gecreëerd, met champignons en cashewnoten. Ook Mandela’s favoriete gerecht, een stoofschotel van ossenstaart, staat regelmatig op het menu. Daarover gaat het verhaal dat zijn oude ANC-strijdmakkers Ahmed Kathrada en Walter Sisulu er speciaal voor langs kwamen. „Ik gaf Walter altijd een extra bakje mee voor thuis”, zegt Ndoyiya. Soms, vertelt ze, barsten gasten in tranen uit als ze zulke verhalen horen.

Net na de opening van het hotel zat ze een keer op het groene bankje op de veranda waar ‘Madiba’ altijd zijn ochtendkranten las, vertelt ze. Het was nog geen zomer, maar er zoemden allemaal bijen in de tuin. Bijen hebben in de Xhosa-cultuur in Zuid-Afrika grote symbolische betekenis. „Dit waren de voorouders”, vertelt Ndoyiya. „Hier waart de geest van Tata rond.”