Volgens de Koran en Bijbel was het Belqis (de Arabische naam van de koningin van Sheba) die Jemen bijzondere specerijen cadeau gaf waarmee het koninkrijk grote rijkdom verwierf. De belangrijkste twee waren wierook en gom, in die tijd de duurste producten.
Het Jemenitische rijk was zo welvarend dat de Romeinen het Arabia Felix noemden, ‘felix’ is Latijn voor gelukkig. Jemen was een historisch belangrijke handelshaven die naast specerijen en wierook ook bekend was om de honing en koffie. Historici gaan ervan uit dat koffie oorspronkelijk uit Ethiopië komt, maar de eerste geschreven bronnen over de teelt ervan stammen uit de twaalfde eeuw en werden in Jemen gevonden.
Een historisch en cultureel rijk land dus, met bijzondere architectuur en een grote liefde voor eten en mooie geuren. En land van de qat, het stimulerende blad waar Jemenieten graag op kauwen.
Maar Jemen lijdt sinds 2014 onder een verwoestende burgeroorlog, die tot een enorme humanitaire ramp heeft geleid. Wie kan, vlucht. Een klein deel van hen kwam in Nederland terecht.
In 2020 werd het eerste Jemenitische restaurant van Nederland, Yemeni, in Amsterdam geopend – na een jaar verhuisde het naar Den Haag. Inmiddels zijn er in verschillende steden restaurants te vinden. Alleen al in Den Haag is er een handvol. Eén daarvan is Reef AlYemen, aan de multiculturele Stationsweg. Het eten is er halal en er wordt geen alcohol geserveerd.
De Jemenitische keuken heeft haar eigen karakter, maar kent ook invloeden uit Azië en Oost-Afrika en heeft gelijkenissen met Arabische en Midden-Oosterse culinaire tradities.
Zoals het voorgerecht dat we nemen, een mix van de bekende vegetarische dips: hummus, mutabal, baba ganoush en tabouleh. De hummus is romig, met de vertrouwde ondertoon van tahin en de lekkere kick van de knoflook. De mutabal heeft die fijne rokerige smaak van gebrande aubergine en de baba ganoush is aangenaam licht en fris, net als de kruidige tabouleh. De namen mutabal en baba ganoush worden vaak door elkaar gebruikt, maar mutabal is een romige dip met tahin en knoflook, bij baba ganoush wordt de aubergine grover gehakt en geen tahin gebruikt. We vegen het bord schoon met uitstekend mulawah-brood.
Tanur
Jemenitische mulawah is een platbrood dat traditioneel wordt gebakken in de klei-oven, de zogenaamde tanur-oven, die hetzelfde is als de tandoor; mooi hoe je aan de namen gemeenschappelijkheid herkent.
Je moet mulawah warm eten, anders wordt het hard en mis je de heerlijk zachte, gelaagde structuur en krokante korst. Ik stort me erop als we nog een warme mulawah krijgen bij sissend hete garnalen in een zalig donkere saus. De combinatie van gekaramelliseerde ui, tomaten en specerijen geeft diepte aan de saus en maakt haar verslavend lekker.
Sowieso zit het bij Reef AlYemen wel goed met de specerijen en kruiden. Een vegetarische soep met kikkererwten, vermicelli, gerst en tomaten ziet er nederig uit, maar nog voor ik een lepel neem, vult mijn neus zich met de bekoorlijke geur van komijn. Het is een verwarmende en verkwikkende soep, zo eentje die vermoeidheid en verkoudheid verjaagt.
Een van de bekendste en populairste nationale gerechten van Jemen is mandi; het wordt traditioneel ondergronds gegaard in de tanur-oven en gemaakt met basmatirijst, vlees en specerijen. Het gerecht vindt zijn oorsprong in de zuidelijke stad Hadramout en is ook in andere Arabische landen geliefd. Op de kaart staat zowel een versie met zowel lam als kip; we kiezen kip en krijgen een vorstelijke schaal met saffraan gekleurde rijst (witte, gele en oranje korrels) met gemak groot genoeg voor twee personen. De rijst heeft van die mooie lange korrels en is verrijkt met gekarameliseerde ui, de kip is heerlijk zacht en mooi gegrild, de huid is krokant. In een apart kommetje erbij zit ‘sahawek’, een frisse chili-tomatensaus. Eerst proef je het verkoelende van de tomaat en limoen, daarna voel je de pit van de chili op je tong tintelen. Ik vind de saus perfect, voor mijn tafelgenoot, die doorgaans chilipepers uit het vuistje eet, is ze te pittig.
Met de desserts betreed ik nieuw terrein: ze hebben allemaal brood als basis. Nu zijn gerechten met brood of deegwaren in jus of saus heel gebruikelijk in de Maghreb en het Midden-Oosten. Nog onlangs proefde ik in mijn geboortestad een hartig-zoete variant met kip, flinterdun deeg, gekaramelliseerde uien en rozijnen.
Maar de ‘areeka royal’ die we delen, een portie waar een heel gezin van kan eten, lijkt op niets wat ik ooit geproefd heb. Het bestaat uit een stevige mix van brood, dadels en room, afgetopt met mozzarella – die ietwat domineert – krokante noten en honing. Het is zware kost, maar ik vind het wel interessant om dit type dessert verder te verkennen. Het zou niet misstaan als ontbijt. Van mij had er alleen wel iets meer honing bij gemogen.
Het eten bij Reef AlYemen is buitengewoon smakelijk en de bediening hoffelijk. Het plastic op de tafels ontsiert de boel een beetje, maar als je zo goed kookt, ga ik daar niet over zeuren. Het enige wat ontbreekt, is goede Jemenitische muziek uit de speakers.
Er wordt in Nederland veel gemopperd op nieuwkomers en de multiculturele samenleving, maar dit is waar die voor mij voor staat: onbevangen ontmoetingen aan tafels vol heerlijkheden. Mensen nemen een enorme rijkdom aan cultuur mee. Zeker voor Jemen is het van onschatbare waarde dat zijn culinaire cultuur in de diaspora levend wordt gehouden en gedeeld.