Met maandverband of dollars in het vliegtuig naar Libanon: ‘Bijna alle initiatieven komen van de mensen zelf’

‘Mijn oma, tantes, nichtjes, vrienden en kennissen zitten in Tripoli [een kustplaats in het noorden van Libanon] een uur rijden vanaf waar de bommen vallen”, zegt Sarah Safi Harb uit Amsterdam. „Stel je voor”, zegt de Libanese woensdagochtend aan de telefoon, „dat mensen uit Rotterdam vluchten naar Amsterdam en dan op straat slapen, in het Rijksmuseum of de Oude Kerk.” Volgens haar kun je dan als Amsterdammer het eenvoudigst helpen door „heel veel luiers te kopen en uit te delen”. Dat is precies wat haar tante in Tripoli doet voor de vluchtelingen in haar stad. Om haar daarmee te helpen, verzamelt Harb geld in via een donatielink.

Veel mensen sloegen op de vlucht voor de luchtaanvallen van Israël naar veiliger plekken in het noorden van Libanon. Door de bomaanvallen kwamen tot nu toe meer dan duizend burgers om het leven. De demissionaire premier van Libanon, Najib Mikati, zei dat ruim een miljoen Libanezen ontheemd raakten.

Als ik naar Libanon ga, bestaat de helft van mijn bagage uit medicijnen en geld

Een 38-jarige vrouw
coördineert hulp aan Libanon

In Nederland wonen zo’n 8.500 mensen met een Libanese migratieachtergrond. Volgens Safi Harb kunnen ze vaak niet de woorden vinden om uitdrukking te geven aan hun pijn en verdriet. Ook anderen uit de Libanese gemeenschap in Nederland begonnen inzamelingsacties. „Het liefst zou ik nu naar Libanon gaan om mijn landgenoten te helpen”, zegt ze. Maar voor de 35-jarige danslerares is dat geen optie vanwege haar werk. „Ik had net mijn tante aan de lijn. Ze haalt nu maandverband, matrassen, dekens en kussens. Er is geen regering in Libanon, dus bijna alle initiatieven komen van de mensen zelf.”

„Er wonen meer Libanezen buiten het land dan in Libanon, dat vijfenhalf miljoen inwoners heeft”, zegt Safi Harb. „Ik verliet het land in 2006, door de aanvallen van Israël op Libanon, om in Nederland te studeren en ben vervolgens gebleven.” De Libanese diaspora is wijdverspreid vanwege meerdere oorlogen, economische crises en interne religieuze spanningen en gewelddadigheden, zoals de burgeroorlog tussen 1975 en 1990. Op dit moment bevindt het land zich in een diepe economische crisis, waardoor de middelen ontbreken om de bevolking te helpen.


Lees ook

Regering haalt alsnog Nederlanders uit Libanon, onder druk van oppositie

Een man loopt langs een platgebombardeerd gebouw in Beiroet, in Libanon.

Luchthaven

Een 38-jarige vrouw uit Amsterdam vertelt aan de telefoon dat ze vorige week haastig begon met inzamelen. Ze werd geboren in Libanon en verhuisde zo’n tien jaar geleden naar Nederland. Ze herinnert zich nog dat de luchthaven van Beiroet op 13 juli 2006 tijdens de Israëlisch-Libanese oorlog werd getroffen door raketten en daarna gesloten. Ze maakt zich zorgen dat ze de donaties niet meer naar Libanon kan sturen als dat weer gebeurt. Ze neemt het geld namelijk op in dollars en geeft het mee aan mensen die naar Libanon reizen met het vliegtuig. Die mogen zo’n 10.000 dollar meenemen zonder het aan te geven.

In Libanon is het momenteel buitengewoon lastig om geld te pinnen, vanwege de economische crisis. Door de hyperinflatie kampt het land met een tekort aan contanten. En als pinnen al lukt, is dat tegen een slechte koers. Voor haar eigen veiligheid wil ze anoniem blijven, vanwege de genoemde geldbedragen.

In Beiroet voelen mensen het aan de ene kant van de stad wanneer aan de andere kant de bommen vallen

„Maandag heb ik geld aan iemand gegeven die dinsdagochtend naar het vliegveld ging. Ze moest van Amsterdam naar Parijs om vervolgens de vlucht naar Libanon te nemen. Soms overhandig ik het geld persoonlijk aan de mensen die reizen, als dat niet kan, stuur ik het naar hun eigen Europese bankrekening, zodat ze het zelf kunnen opnemen.”

Woensdag reisde er nog iemand anders naar Libanon met donaties, zegt ze. Dit netwerk van contacten uit de diaspora strekt zich uit over Nederland en andere Europese landen, zoals België, Duitsland en Frankrijk. „We doen dit werk al jaren. Wanneer ik naar Libanon ga, vraag ik altijd wie iets nodig heeft. De helft van mijn bagage bestaat dan uit medicijnen en geld.”

De vrouw vertelt dat na de explosie in Beiroet in 2020 de bevolking zelf het puin van de straten ruimde en gewonden met eigen auto’s naar het ziekenhuis bracht. „We noemen het geen doe-het-zelf, maar doe-het-samen.” Haar netwerk wacht niet op de overheid of internationale ngo’s, zegt ze. „Het zijn onze families, vrienden en buren die hulp nodig hebben.” Die laat je niet wachten.

Bovendien zegt ze dat veel Libanezen zeer kritisch en wantrouwend staan tegenover ngo’s: „Omdat ze er al heel lang zijn en de humanitaire situatie niet is verbeterd.”

Bommen

„In Libanon denken ze: nu kan het niet meer erger. En dan blijkt het wel erger te kunnen”, zegt Merijn Tol, die al bijna achttien jaar in Libanon komt. De Nederlandse culinaire journalist en kookboekenauteur zamelt geld in voor lokale initiatieven in Beiroet, zoals Nation Station, een gemeenschapskeuken, en Matbakh el Kel van de boerenmarkt Souk El Tayeb, waarbij wordt gekookt voor vluchtelingen. „Zo wordt eten bereid voor de duizenden mensen die hun huizen moesten verlaten. De verbondenheid is groot”, zegt ze.

Beiroet, de hoofdstad van Libanon, is een kleine stad waarin de gevolgen van het geweld onmiddellijk voelbaar worden, volgens Tol. Ze beschrijft dat mensen aan de ene kant van Beiroet het letterlijk voelen als aan de andere kant van de stad de bommen vallen. Zelfs na jarenlang contact met haar vrienden, merkt ze dat ze nu geen woorden meer hebben voor hun verdriet. „Ze zijn alleen maar bezig met overleven”, zegt Tol. „Mensen treden op als mini-ministeries”, legt ze uit. „Ze zorgen voor maaltijden, medische zorg en alles wat nodig is om de gemeenschap draaiende te houden.”


Lees ook

Libanon-expert Aurélie Daher: ‘Frankrijk is het enige westerse land dat niet onvoorwaardelijk de kant van Israël kiest’

De Franse president Emmanuel Macron arriveert in de haven van Beiroet, twee dagen na de grote explosie die daar plaatsvond op 4 augustus 2020. Daarbij kwamen 218 mensen om het leven.