De Volksbank, bekend van onder meer de merken SNS, RegioBank en ASN Bank, moet zich voorbereiden op een beursgang of een onderhandse verkoop aan een private partij. Daarmee vervalt het perspectief voor de bank om een staatsbank te blijven of anderszins een aparte positie te behouden in het Nederlandse bankenlandschap.
Dat heeft minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer geschreven. Heinen volgt hiermee het advies van de enig aandeelhouder van de Volksbank, het NLFI. Dat beheert namens de rijksoverheid alle staatsdeelnemingen. Heinen heeft het bestuur van de bank gevraagd beide scenario’s voor te bereiden.
De Volksbank komt voort uit verzekeraar SNS Reaal, die in de nasleep van de kredietcrisis in grote problemen raakte en moest worden genationaliseerd. Sindsdien wil de staat van de bank af, maar dat is tot nu toe nog niet gelukt. Sinds in 2019 een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid verscheen over de rol van banken in de samenleving, is het debat gaande of de Volksbank niet een aparte status zou moeten houden. Dat zou goed zijn voor de diversiteit van het bankenlandschap, dat nu gedomineerd wordt door de drie grote banken ABN Amro, ING en Rabobank. Ook zou de Volksbank als staatsbank een veilig alternatief kunnen vormen voor mensen die zeker willen weten dat hun bank nooit failliet kan gaan.
‘Maatschappelijke identiteit’
Minister Heinen toont zich ongevoelig voor die argumenten. Hij schrijft dat „de diversiteit van de volledige sector niet afhankelijk kan zijn van één bank. Daarom zie ik hier geen specifieke rol voor de Volksbank weggelegd”. Om die reden wil hij ook geen aparte bestuursvorm bij Volksbank invoeren. Die zou een voorgenomen verkoop alleen maar lastiger maken, zo is de inschatting van de minister. Daarbij, zo blijkt uit de analyse van het NLFI, gedraagt de Volksbank zich als een reguliere bank, qua producten en diensten.
Zowel het NLFI als de minister houdt dus vast aan een reguliere verkoop zonder verdere voorwaarden. Als de bank onderhands verkocht wordt, kunnen kopers zich bij het NLFI melden voor de hele bank of delen daarvan. De Volksbank zelf heeft altijd gezegd bereid te zijn tot een beursgang of onderhandse verkoop, mits die verkoop niet in delen, maar als een geheel wordt gegarandeerd. Ook pleitte de bank ervoor haar „maatschappelijke identiteit” te borgen via bepaalde bestuurlijke voorzieningen. Beide zaken kan de minister niet garanderen.
Bij een beursgang zal het NLFI de aandelen van de bank in stappen naar de beurs brengen. Welke van de twee opties uiteindelijk gekozen wordt, zal pas later besloten worden. Uit de analyse van NLFI blijkt dat de Volksbank nog een aantal jaar nodig heeft om helemaal verkoopgereed te zijn. Bij een onderhandse verkoop rekent NLFI op één tot drie jaar en bij een beursgang op vijf tot zeven jaar.