Moet ik dochters van 19 en 20 nog verder opvoeden?

Moeder: „Mijn dochters zijn 19 en 20. Volwassen kun je zeggen, en ik merk ook aan hun verveelde reacties dat ik de opvoeding zo langzamerhand beter kan beëindigen. Ik heb mezelf dus afgeleerd om de zeldzame momenten samen te verpesten met adviezen en momsplaining. Een vraag als ‘wat voor slot heb je voor je fiets gekocht’ slaat meteen dood. In plaats daarvan stuur ik af en toe iets door van sociale media – zoals een NOS-bericht over waarom je tot je 24ste beter niet kunt drinken, een liedje dat ‘wear sunscreen’ heet, een podcast met een neuroloog over smartphonegebruik. Tegen beter weten in, want mijn berichten blijven ongelezen. Moet ik er dan maar helemaal mee ophouden? Wie voedt mijn dochters nog op als ik het als moeder al niet meer doe?”

Gelijkwaardig gesprek

Jelle Jolles: „U kunt uw pedagogische verantwoordelijkheid gaan relativeren. Uw dochters hebben u helemaal niet meer zo nodig om wegwijs te worden in de wereld. Integendeel: in veel zaken waarmee zij te maken hebben, heeft u de wijsheid niet langer in pacht. Zij lopen tegen andere dingen aan dan u toen u die leeftijd had, en hebben waarschijnlijk ook andere oplossingen nodig dan u destijds.

„Probeer liever op een gelijkwaardige manier in gesprek te blijven. Dus geen overhoringen, vermaningen, geen podcasts met opvoedkundige boodschappen, maar nieuwsgierige vragen stellen: ‘Je hoort tegenwoordig uit de alternatieve hoek dat zonnebrand juist schadelijk voor je zou zijn, wat vinden jullie daar nu van?’

„Appelleer ook aan de deskundigheid van uw kinderen: ‘Ik heb een nieuwe iPhone nodig. Welke zou jij aanraden?’ Wees nieuwsgierig naar hun leefwereld, vraag naar welke muziek ze luisteren, welke series ze kijken.

„De rol die u nu aanneemt, kunt u uw hele leven houden: die van betrouwbare, gelijkwaardige sparringpartner bij wie ze altijd terechtkunnen.”

Relatie voor de lange termijn

Marga Akkerman: „U heeft het goed gezien: uw kinderen willen niet meer door u opgevoed worden. U heeft ze al heel veel opvoeding meegegeven. Ze hebben er kennelijk vertrouwen in dat ze er verder zelf wel uitkomen. Dus: opvoeding geslaagd. Met uw goedbedoelde adviezen zult u de indruk wekken dat u hen niet voor vol aanziet, en dat maakt onzeker.

„Jonge volwassenen zijn in een fase waarin ze relaties aangaan voor de lange termijn. Dat geldt voor het vinden van een potentiële partner, voor het vinden van een beroep, voor het vinden van een plek waar ze een tijdje kunnen blijven. Dat geldt ook voor het invullen van de relatie met u. Waarschijnlijk willen ze u voor hun verdere leven gaan zien als iemand bij wie je terechtkunt, voor raad of steun in geval van nood. Dat maakt uw rol meteen heel anders: van opvoeder naar adviseur.

„Uw dochters leren van hun ervaringen. Daarin zullen dingen mis kunnen gaan, maar daar hebben ze wel veel aan voor de rest van hun leven. Ze kunnen overleggen met vrienden, personen die net als zij de maatschappij aan het ontdekken zijn, en profiteren van elkaars ervaringen.

„Ga ervan uit ze zich prima redden. Dat is meteen veel beter voor uw contact met hen. Wilt u hen bijstaan, kook dan eens lekker voor hen, of stop ze zo mogelijk af en toe wat geld toe. Dan bent u zo’n moeder die weet wat haar kinderen nodig hebben. Aan zo iemand vragen ze later graag om raad.”