Malfatti, ‘slecht gemaakte’ balletjes, met paprikasaus

We blijven nog even profiteren van het royale aanbod aan nazomergroenten, we blijven ook nog even in Italiaanse sferen en we blijven zelfs in sauzenland. Na de alternatieve tomatensaus (op basis van pruimen) van twee weken geleden en de wintervoorraad tomatensaus van vorige week, staat er voor vandaag een paprikasaus op het menu. Door rode paprika’s te roosteren in de oven, samen met knoflook en een klein beetje tomaat, en de boel vervolgens te pureren met een scheut slagroom ontstaat een fluwelen saus die minstens even intens van smaak als van kleur is.

Deze saus vormt meteen een mooie aanleiding om nog eens uit te leggen waarom het roosteren van groenten zo’n goed idee is. Groenten bevatten suikers. Dat geldt voor alle groenten, maar zeker voor vruchtgroenten zoals de paprika, en al helemaal voor de rode soort, die het hoogste suikergehalte van allemaal heeft. Ter vergelijking: groene paprika’s bevatten van alle kleuren de minste suikers. Ze schijnen ook het minst populair te zijn; ik las eens dat veel mensen die een stoplicht paprika’s kopen, u weet wel, zo’n zak met een rode, gele en groene, die groene uiteindelijk weggooien. Zonde, vooral als je weet dat kleingesneden groene paprika een uitstekende vervanging vormt voor bleekselderij in sauzen, soepen, risotto’s en stoofpotten.

Maar nu dwalen we te veel af. Wanneer je groenten laat bruinen, of dat nu in een pan is, op een rooster of in een ovenschaal, zullen de van nature aanwezige suikers gaan karamelliseren. De suikers worden dan feitelijk afgebroken en daarbij ontstaan nieuwe chemische verbindingen die op hun beurt weer nieuwe aroma’s en dus nieuwe smaken opleveren. Nu weet iedereen die weleens zelf karamel heeft gemaakt dat die geurige, goudkleurige, gesmolten gebrande suiker in een oogwenk kan veranderen in een donkere en bittere, verbrande massa. Datzelfde kan ook gebeuren wanneer je groenten roostert, al is de marge tussen ‘precies gekaramelliseerd genoeg’ en ‘getsie, dit is niet meer te eten’ gelukkig iets groter. U bent dus bij dezen gewaarschuwd: het is beslist de bedoeling dat de randjes van de paprika kleuren in de oven, maar laat ze ook weer niet te donker roosteren, want daarvan wordt de saus onaangenaam bitter.

Tijd om verklappen waarmee we de paprikasaus gaan serveren. Want u heeft vast de foto bij dit stukje al bestudeerd en u afgevraagd wat die groene balletjes precies zijn. Dat zijn malfatti, ofwel gnocchi van ricotta, eieren, spinazie en bloem. Hun naam betekent in het Italiaans letterlijk: slecht gemaakt. Maar geloof me, er is niets slechts aan deze knoedeltjes, en moeilijk om te fabriceren zijn ze al helemaal niet. Ik vind ze zelf fantastisch combineren met de paprikasaus, maar wie geen tijd of zin heeft om ze te maken, kan de saus ook met kant-en-klare aardappelgnocchi serveren. Voor wie juist wél zin heeft in die malfatti, maar minder in de saus: ze doen het ook heel goed met een simpele saus van bruine boter, salieblaadjes en citroen.

Tot slot nog een opmaaktip: een restje van de paprikasaus kunt u aanlengen met bouillon (en desgewenst een extra scheutje room) voor een heerlijk ad hoc paprikasoepje.