Column | Ik radicaliseer. Neem het mij eens kwalijk

Toen ik met deze column begon, was ik vastbesloten over meer dan politiek te schrijven. Over de Arabische wereld, bijvoorbeeld, en mijn liefde voor couture en film. Maar het voelt allemaal te frivool sinds Wilders I en de vernietiging van de Palestijnen door Israël.

Ik merk dat ik radicaliseer. Ik verdraag geen politicus meer die ons de les leest over moraliteit of democratie. Uit Amerikaans onderzoek blijkt wat ieder zinnig mens al wist: Israël hield voedsel en medicijnen voor Gaza tegen, maar de Amerikaanse minister Antony Blinken loog erover om door te gaan met wapenleveranties. Liegen zodat het moorden niet stopt, dan ben je toch een psychopaat? Wie zijn die types in pak die de wereld als hun speeltuin zien en mensen als wegwerpartikel?

Geen enkel Arabisch of Afrikaans land zou wegkomen met de surrealistische mensenrechtenschendingen van Israël – en terecht niet. Toch worden in Europa en Nederland de critici ervan gecriminaliseerd. Jarenlang is ons ingepeperd dat we vrijheid van meningsuiting hebben, dat die bijkans heilig is, maar sinds tegenstanders van het Israëlische oorlogsgeweld protesteren, blijkt die eens te meer een wassen neus. Een instrument om moslims, biculturele en kritische Nederlanders mee te koeioneren, maar zeker geen recht waar zij onbezorgd gebruik van mogen maken.

Sterker, als het aan deze regering ligt, wordt die vrijheid verder beperkt om zogenaamde ‘terrorismeverheerlijking’ tegen te gaan; in hun boekje is dat een genocide veroordelen en watermeloenen lekker vinden. Het is toch gekmakend dat VVD-leider Dilan Yesilgöz tegenstanders van deze verschrikkingen wegzet als het echte gevaar terwijl Israël heel beschaafd rondvaarten organiseert langs het verwoeste Gaza en op één dag ruim 500 mensen vermoordt in Libanon?

De politieke boodschap sinds de ellende in Gaza begon en nu ook Libanon aan gort wordt gebombardeerd door Israël, is steeds geweest dat de levens van Arabieren en Afrikanen er niet toe doen. Onze eigen regering pepert ons, Nederlanders van ‘niet-westerse afkomst’, iedere dag in dat we er niet bij horen, een last zijn, minder, minder, minder moeten zijn. Dit is geen slachtofferschap, laat dat verwijt maar achterwege, het is een feitelijke observatie.

Dat is de deprimerende les van Palestina: mensenrechten zijn alleen voor het witte Westen en zijn bondgenoten, ieder ander moet het doen met hun totale minachting.

Palestijnen en Libanezen tonen wanhopig hun verdriet, maar onze politici blijven onberoerd. Arabieren zijn voor hen minder mens. Na de krankzinnige aanval met piepers en portofoons in Libanon, namen alle media Israëls propaganda over dat het om Hezbollah-leden ging. Alsof je bij het afsluiten van een abonnement het hokje ‘Hezbollah’ aan moet vinken.

Palestijnen zijn Hamas, Libanezen Hezbollah. Altijd dader, nooit slachtoffer, zelfs niet wanneer hun genocide live gefilmd wordt.

BEEP BEEP BOOM! kopte de New York Post na Israëls terreuraanslag met piepers in Libanon. Lekker lachen om dode Arabieren.

Ik kan niet meer, het is te veel. Als mens zou je instinctief moeten gruwen van alle beelden, maar de pijn komt niet aan. De ontmenselijking is bloedstollend. En dan iedere dag het hypocriete gewauwel van politici die dit steunen en niet beseffen dat ze samen met het internationaal recht ook hun eigen positie bij het grofvuil hebben gezet.

Beep beep boom. Juichen om leed is fout, maar niet als de slachtoffers Arabieren zijn. Hoe kun je hier niet van radicaliseren?

Hassnae Bouazza is schrijver, journalist, columnist en programmamaker.