SBM Offshore noemde klokkenluider ten onrechte ‘chanteur’ en moet schade vergoeden en rectificeren

Olieplatformenbouwer SBM Offshore uit Schiedam moet voormalig werknemer Jonathan Taylor schadevergoeding betalen omdat het bedrijf hem ten onrechte heeft neergezet als afperser. Taylor bracht in 2014 een grote fraudezaak bij SBM aan het licht. Ook moet het bedrijf publieke uitingen over hem, onder meer in NRC, rectificeren.

Dat heeft de rechtbank Amsterdam woensdag in een tussenvonnis bepaald. De precieze hoogte van de schadevergoeding moet de komende maanden worden vastgesteld.

Volgens Otto Volgenant, de advocaat van Taylor, loopt de geclaimde schade zeker in de miljoenen euro’s. Door de onrechtmatige beschuldigingen van SBM aan zijn adres kon Taylor nergens meer werk vinden. Ook strandde zijn huwelijk, zat hij enige tijd vast in Kroatië en raakte zijn gezondheid ernstig geschaad. Volgenant: „Hij is gewoon kapotgemaakt. Voor hem is deze uitspraak een enorme mijlpaal.”

Hij is gewoon kapotgemaakt. Voor hem is deze uitspraak een enorme mijlpaal

Otto Volgenant
advocaat van Jonathan Taylor

De Brit Taylor werkte van 2003 tot 2012 als bedrijfsjurist voor SBM Offshore. Na zijn vertrek deelde hij via Wikipedia informatie met de buitenwereld over grootschalige omkopingspraktijken door SBM. Het concern zou in ruil voor opdrachten meer dan 250 miljoen dollar smeergeld hebben betaald, onder meer in Brazilië, Angola en Equatoriaal Guinee.

De informatie op Wikipedia werd snel verwijderd, maar de zaak kwam in 2014 via zakenblad Quote alsnog aan het licht. Uit onderzoek van het tijdschrift bleek ook dat SBM de grootste fraudezaak, die in Brazilië, lange tijd voor beleggers verzweeg. SBM schikte de omkopingszaak uiteindelijk in november 2014 voor 192 miljoen euro met het Openbaar Ministerie.

Kort daarop stelde toenmalig SBM-topman Sietze Hepkema in een interview met NRC dat het concern aangifte had gedaan „tegen de man die u de klokkenluider noemt, en wij de chanteur. Een voormalig juridisch medewerker die in 2012 een deel van de bedrijfsinformatie heeft meegenomen, drie miljoen heeft geëist en vervolgens informatie op Wikipedia heeft gezet.”

Arbeidsrechtelijk geschil

Volgens de rechtbank Amsterdam was deze uitspraak onrechtmatig. Uit onderzoek van justitie in Monaco, waar SBM de aangifte had gedaan, bleek niet dat Taylor zich schuldig heeft gemaakt aan afpersing. Dat hij geld van zijn voormalige werkgever eiste, was het gevolg van een arbeidsrechtelijk geschil en geen poging tot afpersing.

„Met de uitlatingen van Hepkema wordt de suggestie gewekt dat de gedragingen van Taylor op één lijn staan met die van personen die betrokken waren bij corruptie. Dat is niet zo en daarmee stoelt de opmerking van Hepkema niet op de feiten”, schrijft de rechter in het vonnis. Ook in de Braziliaanse krant Valor Economico en in antwoord op vragen van de Vereniging van Effectenbezitters betitelde SBM Taylor ten onrechte als afperser, oordeelde de rechtbank woensdag.

„Eindelijk gerechtigheid”, zegt Taylor in een eerste reactie op het tussenvonnis. „De oneerlijke behandeling die SBM Offshore mij heeft gegeven, heeft effect gehad. Mijn leven is vernietigd. Ik hoop dat ik die zaak nu snel achter me kan laten.”

De woordvoerder van SBM Offshore reageerde nog niet op een verzoek om commentaar.