Groeien je nagels sneller in de zomer?

Ze zeggen het over kinderen, maar ook over nagels: dat ze ’s zomers sneller groeien. Is dat zo?

Koen Quint weet het antwoord. Hij is dermatoloog, oftewel huidspecialist, bij het Leids Universitair Medisch Centrum. Nagels vallen onder de dermatologie, vertelt hij, evenals haren, want beide soorten uitgroeisels ontspringen in de huid. De haren uit de haarfollikels en de nagels uit de nagelmatrix. Het zijn huidstructuren die anatomisch gezien veel op elkaar lijken.

„De nagelmatrix ligt onder de nagelriem”, vertelt Quint. „Hij steekt er een klein stukje onderuit: dat is dat lichtere halvemaantje.” De nagelmatrix bestaat uit delende nagelcellen. Die produceren keratine: een hard, hoornachtig eiwit waarvan ook je haren zijn gemaakt, en de buitenkant van koeienhorens.

In de nagelmatrix ontstaan door celdeling steeds nieuwe nagelcellen, die de oude – met keratine en al – samenpersen en naar buiten duwen. Maar terwijl je bij een haar onder de microscoop nog de structuren van de samengeperste cellen kunt herkennen, in de vorm van hoornige schubben die dakpansgewijs over elkaar liggen, zijn nagels zodanig samengeperst dat je die structuur niet meer ziet.

Vingernagels groeien gemiddeld zo’n 3 mm per maand, teennagels zo’n 1 mm. Die groeisnelheid hangt af van allerlei factoren, waaronder je leeftijd: vanaf je 25ste loopt de nagelgroei heel langzaam terug. „Maar ook andere factoren spelen mee”, zegt Quint. „Tijdens een zwangerschap groeien nagels bijvoorbeeld sneller. Ze groeien overdag sneller dan ’s nachts. En ’s zomers sneller dan ’s winters.”

Voor die voortdurende celgroei zijn veel voedingsstoffen en zuurstof nodig, legt hij uit. Die worden aangevoerd via een fijnmazig netwerk van haarvaatjes rondom de matrix. „Bij warm weer gaan die vaatjes wat verder openstaan, waardoor de aanvoer van zuurstof en voedingsstoffen beter is. De nagel groeit dan sneller.”

Ook tijdens een zwangerschap is de doorbloeding vaak overal net iets beter. En zonlicht lijkt mee te helpen, via de verhoogde productie van vitamine D en daarmee een efficiëntere kalkstofwisseling. „Die stimuleert de nagelgroei indirect, want nagels bestaan voor maar 0,07 procent uit kalk”, merkt Quint op. Hoe dan ook: ’s zomers groeien nagels dus sneller dankzij warmte en zonlicht.

Andersom kunnen stress en ziekten leiden tot een verstoorde nagelgroei, aldus de dermatoloog. Bij bepaalde hart- en vaatziekten ziet hij bijvoorbeeld soms ‘trommelstokvingers’ en ‘horlogeglasnagels’: karakteristiek verbrede vingertoppen met grote, bolle nagels. Mensen met de auto-immuunziekte psoriasis hebben vaak witte, brokkelige nagels. Stress veroorzaakt soms verkleuringen, putjes of ribbels. En ook het stoten van de nagelmatrix of van de nagel zelf kan verkleuringen geven, zoals witte vlekjes. Die laatste ontstaan dus niet door een gebrek of teveel aan calcium, wat veel mensen denken.

Nagels zijn een ondergeschoven kindje in de dermatologie, merkt Quint op. „In het handboek dat ik hier voor mij heb liggen, gaat maar één hoofdstuk over haar en nagels. En vier vijfde daarvan gaat over haar.” Nagels verdienen volgens hem meer aandacht: ze zijn nuttig (als gereedschap, en als bescherming van de vingers en tenen) en cosmetisch belangrijk. Ook geven ze dus soms aanwijzingen die kunnen bijdragen aan een diagnose. Een collega van Quint werkt aan een model van de nagel voor onderzoeksdoeleinden: een nagel die groeit in een petrischaaltje. „Dat blijkt nog niet zo makkelijk te zijn. Het nagelapparaat zit geweldig complex in elkaar.”