Bij restaurant Basalt kennen ze hun vis en beslag

Deze zomer was ik voor het eerst in lange tijd in mijn geboorteplaats Oujda en in het huis waar ik zoveel vakanties doorbracht met mijn ouders en vooral moeder. Dat huis ademt dierbare herinneringen en moeders aanwezigheid, zelfs in het meest onverwachte hoekje. Toen ik de met stof bedekte open binnenplaats met water en trekker schoonmaakte, zag ik haar daar weer zitten, op een krukje, aandachtig bezig met sardines, haar lievelingsvis.

Die maakte ze op verschillende manieren klaar: eenvoudig gekruid en gebakken, gevlinderd en gepaneerd met bloem of met chermoula, een kruidige marinade, in de oven met de warme smaken van paprika, komijn, knoflook en koriander.

De sardines die ik uit weemoed bestel bij Restaurant Basalt in het Zeeuwse Middelburg zijn mooi gegrild en hebben die typische rokerige smaak die me direct terugbrengt naar vroeger. Sardines zijn visjes met karakter; hoewel ze hier anders gekruid zijn dan die van mijn moeder, met een gremolata (een mix van knoflook, peterselie en citroen), zwarte olijven en kappertjes, blijft hun vertrouwde smaak overeind, ze nemen de smaakmakers op, maar laten zich er niet door overheersen. Knapperige rauwkostsalade met lichte mosterddressing maakt het gerecht af.

Bij Basalt, dat in het centrum van de mooie stad te vinden is, draait alles om vis en zeevruchten. Zeker, er staat een enkel vegetarisch en vleesgerecht op de kaart, maar daar komen we niet voor. De sfeer in het restaurant, een ingetogen wit interieur met wat blauwe accenten, ademt dat van een badplaats. Maar misschien verbeeld ik me dat, omdat ik vis met vakantie associeer.

We bestellen de calamares als fingerfood om te delen en krijgen een goed gevuld bord met frisse citroendip erbij. Als sardines me naar Oujda meenemen, brengen calamares me naar een zonovergoten Siciliaans plein waar de zon fel is, de temperaturen hoog en de drankjes koud. Deze calamares zijn goed gebakken, niet vettig en met een krokant deeglaagje, precies zoals ze horen.

We komen er al snel achter dat ze bij Basalt hun vis en beslag kennen. De soft-shell crab van mijn tafelgenote is al net zo goed gefrituurd en wordt geserveerd met een mayonaise van zwarte knoflook met in de verte een zoete hint en een venkelsalade met ingelegde ui.

Eigenlijk hebben alle gerechten die we deze middag proeven frisse, lichte accenten in de vorm van een saus en garnituur. Dat werkt goed, omdat ze de rijke vis in balans houden, waardoor de gerechten niet te machtig en overdadig zijn.

Overdadig. Als in enorm

Al zijn de porties van de hoofdgerechten dat wel. Overdadig. Als in enorm. De prima gebakken fish-and-chips met hoorbaar krokante deeglaag van mijn tafelgenote heeft een welkome verkwikkende remouladesaus, pickles en een reuzeportie friet, die gerust iets knapperiger had mogen zijn en die we, hoe hard we ook doorwerken, echt niet op krijgen.

Dit is geen punt van kritiek. We wilden verschillende gerechten proeven om een goede indruk van de keuken te krijgen, maar hebben ons simpelweg verkeken op de grootte van gerechten. Verpest door al die restaurants met hun ‘shared dining’ en mini-porties komen we er bij Basalt achter dat er gelukkig ook nog restaurants zijn die hun gasten niet afschepen met liflafjes.

Mijn bord met zeewolf is ook indrukwekkend groot. Erbij zit een ‘curry-beurre blanc’, een fijne romige saus met een hoofdrol voor kokos, een kroket van groene curry, puree van lichtzoete pastinaak, een kleurrijk palet aan al dente oranje en gele wortels en bremzoute zeekraal.

Nu hou ik van zout en is zeekraal per definitie ziltig, maar deze vind ik te sterk. Gelukkig wordt in combinatie met de zeewolf, de pastinaakpuree en de beurre blanc het overdadig zoute geneutraliseerd.

Van de kleine dessertkaart kiezen we de ‘sticky toffee’ waar niks sticky’s aan is. Het is een warm, aardig cakeje met noten, maar wat kruimelig en hier en daar iets te droog, gegarneerd met gepofte wilde rijst voor een fijne crunch en geserveerd met vanille-ijs en rood fruit.

Sticky toffee pudding is een heerlijk Brits dessert met dadels en toffee. Een goed geslaagde moet wat mij betreft lekker plakkerig en smeuïg zijn. Het cakeje mag ook niet te droog zijn, en dat is dit wel. Het ijs en het rood fruit ondervangen dat wel, samen met de saus van Zeeuwse babbelaar die de toffee uit het origineel vervangt. Mijn cakeje is wat droger dan die van mijn tafelgenote en had dus meer saus kunnen gebruiken.

Basalt is een aangename plek om te vertoeven. De kaart bevat populaire klassiekers en internationale invloeden. Het is er sympathiek, niet pretentieus. Uit de keuken komen ambachtelijke gerechten die recht doen aan de vis en zeevruchten. Onze rekening is wat hoger, maar je kunt hier makkelijk met zijn tweeën eten onder de honderd euro.

In Michelintermen: het is geen restaurant waar je speciaal uren voor in de auto stapt, maar als je in de regio woont of er op bezoek bent, is het een aanrader.